Halogeenlamp: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Taalpoets
Regel 12:
In een halogeenlamp worden diverse principes gecombineerd om de levensduur van de gloeidraad te verlengen en de lichtopbrengst te verhogen. In de eerste plaats is de lamp gevuld met een [[chemisch inert|inert gas]] onder hoge druk (> 20 [[Atmosfeer (eenheid)|atmosfeer]]). Dit gaat de verdamping van de gloeidraad tegen. Om zo'n hoge druk te kunnen weerstaan moet de ballon van de lamp zeer klein zijn. Dat schept twee problemen: ten eerste wordt het lampglas zeer heet en ten tweede wordt de lampballon - ondanks de gereduceerde verdamping - toch nog snel zwart. Voor de lampballon wordt dan ook een speciaal hittebestendig kwartsglas gebruikt.
 
Aan het inerte gas wordt voorts een kleine hoeveelheid halogeen (gewoonlijk [[broom (element)|broom]]) toegevoegd. Het halogeen [[chemische reactie|reageert]] met de metaaldamp en vormt een metaalhalogenide. Deze verbinding slaat niet neer op de glazen ballon zolang die heet genoeg is (> 250240 [[Celsius|°C]]). Bij een veel hogere temperatuur, zoals die van de gloeidraad, ontleedt de verbinding in metaal en halogeen.
 
Door het inerte gas onder hoge druk, gecombineerd met deze zelf-reparatie zouden halogeenlampen een veel langere levensduur kunnen hebben dan gloeilampen, maar het is economischer om ze op een hogere temperatuur te laten werken zodat ze meer (en witter) licht geven.