Spoorwegstation: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 136:
Een derde reden achter de aanleg van een station in het groen had te maken met de agrarische ontwikkeling van een dergelijk gebied (de aan en afvoer van groenten, veevoer, graan). In de laatste decennia is het recreatieve gebruik sterker naar voren gekomen en liggen de stationnetjes op de route van het Pieterpad.
 
De laatste ontwikkeling is de verdere uitbouw tot kleinere knooppunten die meerdermeerdere functies in zich huisvest. Maar ook hier blijft de kern de multimodale functie van een dergelijke locatie. Hiermee wordt een groen station een soort groen voorhalte station, maar wel in een hoogwaardige groene omgeving. De omgeving wordt daarmee een extra kwaliteit gecreëerd en uitgebouwd, voor de ontwikkeling van nieuwe (kleinschalige) functies. Hierbij moet worden gedacht aan [[Vereniging voor Vreemdelingenverkeer|VVV]]-kantoortjes, maar ook voor een locatie voor de verkoop van bankdiensten, e.d. Deze nieuwe trends hebben voor het [[InnovatieNetwerk]] [[Groene ruimte]] de basis gelegd onder een denkproces rond de [[ontsluiting (planologie)|ontsluiting]] en de bereikbaarheid van het buitengebied, waarbij de stationnetjes een centrale rol kunnen en vervullen
 
De architect van een stationsgebouw zal, indien daarvoor tenminste de financiële ruimte beschikbaar is, ernaar streven om het gebouw een duidelijke "blikvanger" te laten zijn. Met name in het laatste decennium van de 20e eeuw zijn in Nederland een aantal stations gebouwd die door diverse "gimmicks" duidelijk meer zijn dan de collectie ruimten die ze omvatten. Te noemen zijn onder meer [[Station Rijswijk|Rijswijk]] (waar de sporen onder het maaiveld liggen), [[Station Rotterdam Blaak|Rotterdam Blaak]] (dat theoretisch slechts de toegang behoeft te geven tot een verder geheel ondergronds station), Enschede Drienerlo en [[Station Arnhem Velperpoort|Arnhem Velperpoort]].