Flavonoïde: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Geschiedenis: rutine hesperidine
Regel 35:
Szent-Györgyi veronderstelde dat "vitamine P" [[co-enzym|cofactor]]en bevatte die het effect van vitamine C op de capillaire permeabiliteit versterkten. Vitamine P werd uiteindelijk door de wetenschappelijke gemeenschap niet als vitamine geaccepteerd, aangezien het collega-wetenschappers niet lukte om een toestand van "citrine (vitamine P) [[avitaminose]]" op te wekken.<ref>Terugkijkend is het niet zo vreemd dat niet lukte, aangzien er in die tijd zeer weinig bekend was over (citrus)bioflavonoïden, een zeer complexe groep verbindingen. Het is zeer waarschijnlijk dat in het voedsel van de proefdieren nog flavonoïden aanwezig zijn geweest.</ref> Twintig jaar later verklaarde de amerikaanse [[Food and Drug Administration]] (FDA) dat citrine (en citrus bioflavonoïden in zijn algemeenheid) geen vitamine was.
 
Szent-Györgyi bleef gedurende de rest van zijn leven ervan overtuigd dat de klinische symptomen van scheurbuik niet een gevolg zijn van een tekort aan uitsluitend vitamine C, maar van een gecombineerde deficiëntie van vitamine C en flavonoïden.<ref name="OPC-Gyorgyi">{{en}} In het boek "OPC in practice" zegt prof. Jacques Masquelier dat voor Szent-Györgyi vitamine C geen vitamine was, maar een "nutritional element" omdat de dagelijkse behoefte volgens hem nogal hoog is voor een vitamine (waar je per definitie milligrammen van nodig hebt), terwijl hij zich miskend voelde omdat de wetenschappelijke gemeenschap "zijn" vitamine P niet erkende. Volgens Masquelier zou Szent-Györgyi bij verschillende gelegenheden hebben gezegd: "It's unbelievable. They have made me father of vitamin C, while I wasn't, and they have refused to make me the father of vitamin P, which I was". Bron: Bert Schwitters - "OPC in practice" (1993).</ref> De huidige wetenschappelijk kennis bevestigt de synergistische relatie tussen vitamine C en flavonoïden. Bij de wat betere vitamine C-preperaten, zoals tabletten, zijn er naast ascorbinezuur ook vaak bioflavonoïden toegevoegd, om de opname van vitamine C te verbeteren, zoals rutine en hesperidine.
 
De benaming "bioflavonoïden" of "flavonoïden" is voor het eerst gebruikt in 1952 door de Duitse onderzoekers Geissmann en Hinreiner.<ref name="OPCinPractice">{{en}}Bert Schwitters - "OPC in practice" (1993).</ref> Zij staan ook aan de basis van het classificatiesysteem op basis van de structuur van de "kern" van de flavonoïden-basisstructuur: de zuurstofhoudende pyraanring.