Grasland: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Polish_farm_workers.ogg vervangen door Polish_farm_workers.ogv. CommonsDelinker: File renamed: Wrong extension (img_media_ty
k sp
Regel 15:
Agrarische cultuurlanden kennen verschillende vormen van menselijke beheer. Voorbeelden zijn [[maaien]], beweiden, scheuren, [[Zaaien|inzaaien]], [[bemesten]], [[Vloeiweide|bevloeien]] en [[Ontwatering|ontwateren]]. Omdat in het verleden het beheer van een grasland heel constant is geweest maar het beheer van plek tot plek varieerde, ontstond er in West-Europa een rijke schakering aan graslanden, waarin veel plantensoorten voorkomen. Dit komt onder andere tot uitdrukking in de naam van een boek van [[Jac. P. Thijsse]]: ''De bonte wei''. De natste graslanden werden bijna uitsluitend gehooid, andere vochtige, wat voedselrijkere graslanden werden beweid met koeien, weer drogere en armere graslanden werden met schapen beweid.
 
Dat het niet omploegen of anderszins verstoren van de grasmat belangrijk is, komt duidelijk naar voren uit het onderzoek dat [[Ger Londo]] in zijn natuurtuin heeft gedaan. Hij heeft daar een grasland aangelegd dat hij een of twee keer per jaar maaide en waarvan hij het maaisel afvoerde. Na drie jaar waren soorten als [[wit struisgras]] (fioringras) en [[ruw beemdgras]] dominant, maar na negen jaar waren deze soorten gemarginaliseerd en was hun positie overgenomen door [[gewoon struisgras]] en [[Gewoon reukgras|reukgras]]. Ook graslandsoorten als [[gewone ereprijs]] en [[smalle weegbree]] treden pas in de loop der jaren op in een grasland. Londo schrijft dit effect toe aan het feit dat de open grond aanvankelijk door de regen dichtslaat en dat de begroeiing dit pas na verloop van tijd teniet doettenietdoet. Een andere oorzaak is de verschraling die optreedt door het afvoeren van het maaisel en het achterwege laten van bemesting.
 
Sommige grassen verdragen geen beweiding. Een voorbeeld hiervan is [[glanshaver]] (''Arrhenatherum elatius''). Op voedselrijke gronden op matig vochtige bodem krijgt deze soort bij uitsluitend maaibeheer de overhand. [[Vegetatiekunde|Vegetatiekundigen]] spreken dan van glanshavergraslanden. Deze zijn veel te vinden in bermen die twee keer per jaar gemaaid worden. Worden deze gronden wel beweid dan verdwijnt de glanshaver en verschijnt het [[kamgras]] (''Cynosurus cristatus''), dat juist beweiding nodig heeft. Deze graslanden worden kamgraslanden genoemd.