Rondo (dicht- en muziekvorm): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
hoofdbetekenisconstructie (zie daarvoor Wikipedia:Stemlokaal/Modificatie Amsterdamconstructies)
Regel 2:
 
== Dichtvorm ==
Een rondeel is een achtregelig [[gedicht]] met gewoonlijk slechts twee [[rijm (stijlfiguur)|rijmklanken]] dat een typerende herhaling van versregels bevat. Deze herhalingen vinden vaak - zeker bij de [[rederijkers]]- plaats in versregel 1, 4 en 7. Elke versregel is opgebouwd uit vijfvoetige [[jambe]]n, al zijn er ook andere ritmes mogelijk. Het ontstond vermoedelijk in [[Frankrijk (hoofdbetekenis)|Frankrijk]] aan het begin van de [[dertiende eeuw]]. In de [[late middeleeuwen]] drong het ook door tot de [[Nederlanden]], waar het een geliefde versvorm werd. Ook de rederijkers beoefenden deze vorm.
Het middeleeuwse rondeau (uitgesproken als: 'rondó') had acht regels met een ingewikkeld rijmstelsel:
 
Regel 16:
De eerste, vierde en zevende regel waren identiek en hetzelfde gold voor de tweede en de laatste regel. Op muziek gezet waren er twee [[melodie|melodische]] regels A en B die zich dus als ABAAABAB herhaalden.
 
Een goed voorbeeld van een rondeel uit de [[Nederland (hoofdbetekenis)|Nederlandse]]se [[literatuur]] (en muziek) is het lied '[[Egidius waer bestu bleven]]'.
 
Een ander voorbeeld van [[Anthonis de Roovere]]:
:Die door de wereldt sal gheraken,<br />Die moet connen huylen metten honden.<br />Ende moet oock connen diverssche spraken,<br />Die door de wereldt sal gheraken.<br />Hier waerheyt segghen en ghinder missaecken,<br />Vooren salven ende achter wonden.<br />Die door de wereldt sal gheraken,<br />Die moet connen huylen metten honden.
 
Een van de bekendste rondelen is het gedicht ''[[In Flanders Fields (hoofdbetekenis)|In Flanders Fields]]'' dat [[John McCrae]] tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] schreef. Merk hoe de eerste, middelste en laatste regel herhalingen zijn:
 
:In Flanders fields the poppies blow