Grateful Dead: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Willem Hemmen (overleg | bijdragen)
Regel 8:
Grateful Dead kwam op halverwege de [[1960-1969|jaren 60]], samen met andere [[psychedelisch]]e bands van naam uit [[San Francisco]], [[Jefferson Airplane]] en [[Quicksilver Messenger Service]], tijdens de ontwikkeling van de hippie- en jeugdcultuur in de Verenigde Staten. De groep begon als Mother McCree's Uptown Jug Champions, werd later The Warlocks, maar koos ten slotte voor de naam The Grateful Dead. De keuze van de naam is altijd een bron van speculatie geweest, maar vindt zijn oorsprong in het prikken in een woordenboek.
 
The Grateful Dead (later zonder The) was de huisband van de [[Merry Pranksters]] van [[Ken Kesey]], die met het geld dat hij verdiende met zijn boek ''[[One Flew Over the Cuckoo's Nest]]'' diverse “happenings” organiseerde (zie bijvoorbeeld [[Tom Wolfe’sWolfe]]’s boek “The“[[The Electric Kool-Aid Acid Test”Test]]”). Psychedelische drugs, en dan met name [[Lysergeenzuurdi-ethylamide|lsd]] (legaal in de VS tot oktober 1966), waren daarbij ruim aanwezig om de geest te bevrijden, en het beïnvloedde de muziek van de Grateful Dead op ingrijpende wijze: in een paar jaar tijd was de oorspronkelijke dans- en rhythm&blues-band veranderd in een [[psychedelisch]]e band met vergaande muzikale ambities.
 
De Grateful Dead trad vaak voor niets op in de parken en zalen van San Francisco, wat in de eerste jaren zeer weinig geld, maar tegelijkertijd veel goodwill opleverde. Warner Brothers bood de groep een contract aan, met voor huidige begrippen ruime voorwaarden. Zo mocht de band zelf beslissen welke muziek er op de elpees werd gezet, en daar hebben ze nog wel grijze haren van gehad bij Warners.
Regel 16:
In dat jaar werd vervolgens uit zowel economisch (goedkoop) als artistiek oogpunt (de Dead moest het juist hebben van live-optredens) de meest logische stap gezet: een dubbel live elpee verscheen onder de titel '''Live/Dead'''. Dit hoogtepunt in het oeuvre met lang uitgesponnen improvisaties en de “signature tune” ''Dark Star'' keerde de kansen van de band, maar het leverde nog niet voldoende op om aan alle schulden te kunnen voldoen.
 
Net als Woodstock symbool werd voor de zonzijde van de jeugdcultuur, werd het fiasco bij Altamont (waarop de Rolling Stones film “Gimme Shelter” is gebaseerd) symbool voor de schaduwzijde. Niet langer kon men in San Francisco de ogen sluiten voor de druk en de verzuring die de oneindige stroom gelukzoekers met zich meebracht. De Grateful Dead keerde bewust of onbewust terug naar haar country-roots (tenslotte was leadgitarist Jerry Garcia onder meer banjospeler in een bluegrass-band) en bracht in [[1970]] tot verrassing van vriend en vijand de platen '''Workingman’s Dead''' en '''[[American Beauty (album)|American Beauty]]''' uit met uitsluitend korte, sterke en op akoestische leest geschoeide songs, zonder de zo bekende uitgesponnen [[improvisatie]]s. Dit bracht eindelijk het nodige commerciële succes, hoewel de bandleden pas jaren later echt de financiële vruchten zouden plukken van het harde werk.
 
Financieel beheer is nooit een sterk punt geweest van de band, en de Dead heeft in het grootste deel van haar bestaan dan ook eigenlijk continu moeten toeren om het hoofd boven water te houden en in steeds grotere hallen, op een break halverwege de jaren 70 na. Natuurlijk in eigen land en in [[Canada]], maar ook in [[Europa (werelddeel)|Europa]] (de eerste tour daar in 1972) en zelfs [[Egypte (land)|Egypte]], waar de Dead als eerste westerse groep heeft mogen spelen bij de piramides van Gizeh. Verder is het Watkins Glen festival vermeldenswaard, waar naar verluidt meer dan 600.000 mensen afkwamen op een concert van slechts 3 bands: The Allman Brothers Band, The Band en de Grateful Dead.