Inuline: verschil tussen versies

Inuline komt voor in de [[wortel (plant)|wortels]] van planten die groeien in koud-gematigde gebieden (bijvoorbeeld [[alant]] (''Inula''), [[cichorei]], [[aardpeer]], [[zoete aardappel|bataat]], [[dahlia]]<ref name= "Merck">{{en}}McDonald, “Polyfructosans and Difructose Anhydrides” in Advan. Carbohyd. Chem. vol. 2, 254 (1946)</ref>, [[paardenbloem]], [[grote schorseneer|schorseneer]] en [[artisjok]]<ref>Bacon, Edelman, Biochem. J. 48, 114 (1951)</ref>). Het wordt opgeslagen in de [[vacuole]] van de [[cel (biologie)|plantencellen]] en is net als [[zetmeel]] een reservestof voor de plant. Het werkt ook als [[cryoprotectant]]. Dit wil zeggen dat het de plant beschermt tegen bevriezing.

Inuline wordt niet vanuit de [[dunne darm]] opgenomen, omdat de mens het nodige enzym mist om de beta-(2-1)-[[fructaan]]verbindingen af te breken waarmee de verschillende fructose-eenheden met elkaar zijn verbonden. In de [[dikke darm]] zijn enkele groepen bacteriën aanwezig die dat enzym ([[inulinase]]) wel bezitten. Daardoor vindt daar groeistimulatie plaats van groepen [[Darmflora|darmbacteriën]] die inuline kunnen afbreken, waaronder sommige [[Bifidobacterium|bifidobacteriën]]<ref name="PMID19011052">{{en}}Falony G, Lazidou K, Verschaeren A, et al. [http://dx.doi.org/10.1128/AEM.01488-08 In vitro kinetic analysis of fermentation of prebiotic inulin-type fructans by Bifidobacterium species reveals four different phenotypes.] (2009) Appl Environ Microbiol 75:454-461. {{PMID |19011052}} [https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2620708/ gratis volledige artikel].</ref> en diverse andere soorten. Daarbij worden diverse organische zuren geproduceerd, zoals [[melkzuur]], [[barnsteenzuur]], [[boterzuur]], [[propionzuur]] en [[azijnzuur]]. Andere afbraakproducten zijn [[Diwaterstof|waterstof]], [[koolstofdioxide]] evenals andere gassen die bij daarvoor gevoelige personen tot [[winderigheid|flatulentie]] kunnen leiden.<ref name="PMID12088518" /><ref name="PMID9430596">{{en}}Roberfroid MB, Van Loo JA, Gibson GR. The bifidogenic nature of chicory inulin and its hydrolysis products. (1998) J Nutr 128:11-19. {{PMID |9430596}} [http://jn.nutrition.org/cgi/content/full/128/1/11 gratis volledige artikel].</ref>

Met name de verzuring bemoeilijkt het overleven van enkele [[pathogeen|pathogene]] groepen bacteriën (verhoogt de [[kolonisatieresistentie]]), in het bijzonder die uit de [[Clostridium perfringens]]groep.<ref name="PMID12088518" />

Inuline en [[oligofructose]] zijn in staat de bifidoflora te stimuleren.<ref name="PMID19690573">{{en}}Meyer D, Stasse-Wolthuis M. [http://dx.doi.org/10.1038/ejcn.2009.64 The bifidogenic effect of inulin and oligofructose and its consequences for gut health.] (2009) Eur J Clin Nutr 63:1277-1289. {{PMID |19690573}}.</ref> Om deze reden worden inuline en oligofructose onder de zogenoemde [[prebiotica]] geschaard.<ref name="PMID12088518">{{en}}Kolida S, Tuohy K, Gibson GR. [http://dx.doi.org/10.1079/BJN/2002537 Prebiotic effects of inulin and oligofructose.] (2002) Br J Nutr 87 Suppl 2:S193-S197. {{PMID |12088518}} [http://journals.cambridge.org/action/displayFulltext?type=6&fid=906352&jid=BJN&volumeId=87&issueId=S2&aid=906348&bodyId=&membershipNumber=&societyETOCSession=&fulltextType=RA&fileId=S0007114502000958 gratis volledige artikel].</ref>

Als [[prebiotica|prebioticum]] wordt inuline ook gebruikt door mensen met het [[prikkelbaredarmsyndroom]], bij [[obstipatie]] en [[diarree]]. De dosering is dan meestal 5-15 gram per dag.<ref name="PMID19690573" /> Doseringen van 250-500 mg zijn dan ook niet werkzaam.

Inuline wordt in de nier volledig gefiltreerd, niet geresorbeerd, gesecreerd of gemetaboliseerd en de stof komt niet van nature in het lichaam voor. Deze factoren maken inuline (naast [[creatinine]]) een instrument om de nierfunctie te meten. De inuline[[klaring (medisch)|klaring]] is dan ook een maat voor de [[glomerulaire filtratiesnelheid]].<ref name="PMID17023465">{{en}}Traynor J, Mactier R, Geddes CC, et al. [http://dx.doi.org/10.1136/bmj.38975.390370.7C How to measure renal function in clinical practice.] (2006) BMJ 333:733-737. {{PMID |17023465}} [https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC1592388/ gratis volledige artikel].</ref>