Immanuel Kant: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Endrow78 (overleg | bijdragen)
k info over Kritik der reinen Vernuft: belangrijkste Europese boek ooit (Schopenhauer)
Regel 31:
 
== Werken ==
In het werk van Kant zijn twee duidelijke periodes te onderscheiden: zijn voorkritische periode en zijn kritische periode. Als grens tussen deze twee periodes wordt in de filosofische literatuur als regel het jaar 17811782 aangehouden. In dit jaar verscheen zijn [[Kritik der reinen Vernunft]]. Het verschil tussen deze periodes is het volgende. De vraag of er een [[rationalisme|rationalistische]] [[metafysica]] mogelijk is, beaamt Kant in zijn voorkritische periode in navolging van [[Gottfried Wilhelm Leibniz|Leibniz]] en [[Christian Wolff (rechtsgeleerde)|Wolff]]. In zijn kritische periode neemt hij hier afstand van. Hij maakt daarbij een onderscheid tussen algemene metafysica en speciale metafysica. De eerste kan wel op de rede gegrond zijn, omdat zaken die binnen deze algemene metafysica vallen, empirisch te controleren zijn. De uit "zuivere rede", zoals Kant het noemt, ontstane ideeën over causaliteit kunnen bijvoorbeeld empirisch getoetst worden. Bij de speciale metafysica gaat het om vragen die het tot dan toe eigenlijke doel van de metafysica behelzen, namelijk vragen als: "Is er een god?" of "Kan de onsterfelijkheid van de ziel aangetoond worden?". In de kritische periode neemt Kant afstand van de speciale metafysica, omdat deze nooit empirisch te controleren is en dus nooit geverifieerd kan worden als a-priorikennis, vergaard door de zuivere rede. Hij maakt daarbij een vergelijking met Copernicus, die de bewegingen van de sterren niet duidelijk kon verklaren, totdat hij afstand deed van het oude idee en inzag dat niet de sterren om de toeschouwer, de aarde, draaiden, maar de toeschouwer om de zon. Om van metafysica een echte wetenschap te maken, net als wiskunde en de toen opkomende natuurwetenschappen, moest er volgens Kant een drastische ommezwaai komen. Net als de sterren bij Copernicus moest nu de speciale metafysica met rust gelaten worden. Kant spreekt dan ook van een tweede wetenschappelijke revolutie. De overgang tussen beide periodes is echter vloeiend. Al vanaf 1769-1770 klonk in Kants boeken en brieven twijfel door over de mogelijkheid van een rationalistische metafysica.
 
De volledige werken van Kant zijn verschenen in de "Akademie Ausgabe" van de Preußischen Akademie der Wissenschaften, Berlin 1902 en de jaren daarna.