Verklaring van overlijden: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
 
==Nederlandse situatie==
Een behandelende arts<ref>Een waarnemend arts, bijvoorbeeld een dienstdoend arts van een huisartsenpost, kan ook aangemerkt worden als behandelend arts, zelfs als deze de overledene nooit in leven heeft gekend.</ref> is gerechtigd om na het vaststellen van het overlijden van een persoon, als deze overtuigd is dat de dood een natuurlijke oorzaak had, een verklaring van overlijden in te vullen. In deze verklaring, zoals vastgelegd in artikel 7 van de [[Wet op de lijkbezorging]], worden de persoonsgegevens van de overledene alsmedealsook de gemeente en datum van overlijden vermeld. Daarbij verklaart de arts dat deze het lijk persoonlijk [[Lijkschouw|geschouwd]] heeft en dat deze overtuigd is van een natuurlijke dood. Dit formulier wordt gebruikt door de [[burgerlijke stand]] om een [[Overlijdensakte|akte van overlijden]] op te stellen en een verlof tot begraven of cremeren af te kunnen geven.
 
Tegelijk met de verklaring van overlijden wordt een ''doodsoorzaakverklaring'' (ook wel ''B-formulier'' genoemd) ingevuld, zoals vastgelegd in artikel 12a van de Wet op de lijkbezorging. Op dit formulier wordt door de schouwend arts de doodsoorzaak ingevuld, alsmede nog enkele gegevens omtrent de toedracht van het overlijden. In tegenstelling tot de verklaring van overlijden bevat dit niet de persoonsgegevens van de overledene. Het formulier wordt zodoende geanonimiseerd overgedragen aan het [[Centraal Bureau voor de Statistiek]].