Kartuizerklooster Scheut: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting Label: bewerking met nieuwe wikitekstmodus |
Geen bewerkingssamenvatting Label: bewerking met nieuwe wikitekstmodus |
||
Regel 8:
== Geschiedenis ==
=== Mirakel ===
Het [[mirakel]] van Scheut begon met schaapherder Peter van Assche, die rond 1445 een Mariabeeldje kocht en het opstelde langs de weg naar [[Ninove]].<ref>{{aut|Robert Stein}}, [http://www.cartusiana.org/sites/default/files/Scheut_stichting.PDF Van publieke devotie naar besloten orde. De stichting van het klooster Scheut] {{pdf}}, in: ''Millennium'', 2009, nr. 1-2, blz. 17-18</ref> Voorbijgangers die het lemen huisje aandeden, zagen het beeldje op [[pinksteren|pinksternacht]] 1449 baden in een wonderbaarlijk licht. Het gerucht verspreidde zich snel en weldra waren de [[pelgrim]]s zo talrijk dat er een waar tentenkamp groeide. Een vrome vrouw vernam in een droom dat Maria er aanbeden wilde worden als Onze Lieve Vrouw
=== Kapel ===
De bevoegde bisschop, [[Jan VI van Bourgondië|Jan IV van Kamerijk]], vond het allemaal maar afgoderij. De commissie die hij instelde om het mirakel te onderzoeken, kwam tot negatieve conclusies. Vreemd genoeg namen de stedelijke en hertogelijke autoriteiten daarop het initiatief om toch een kapel te bouwen. Wellicht wilden ze de [[volksdevotie]] naar veilige wateren leiden (het waren godsdienstig woelige tijden). Dit verklaart echter niet waarom [[Karel de Stoute|Karel van Charolais]], de latere hertog, persoonlijk de eerste steen kwam leggen op 21 februari 1450. Ook
=== Komst van kartuizers ===
Het duurde dan ook niet lang vooraleer de kapel het gezelschap kreeg van een klooster. De locatie net buiten de [[stadsomwallingen van Brussel|stadswallen]] was geschikt om de kartuizers toch enige rust te gunnen. In zijn eerste incarnatie werd
Het monastieke leven ging van start op 7 september 1456 onder leiding van prior Hendrik van Loen (1406-1481). Aanvankelijk werd de kapel aanvankelijk gedeeld met de bedevaarders. Vanwege het rumoer bekwamen de kartuizers vrij vlug een scheiding.
=== Begunstiging ===
1456: hertoging Isabella schenkt vier stenen cellen
1469: Karel de Stoute bouwt oratorium
[[Jan Micault]] rond 1515 tijdens de constructie van de pandgang van het klooster
[[Mercurino de Gattinara]] in de jaren twintig van de zestiende eeuw bij de bouw van de
nieuwe kloosterkerk.
1530 kerk voltooid
1562 negentien cellen bijgebouwen
===
In juli 1576 zakten 1600 muitende Spanjaarden af naar Brussel. De stad was verdedigd maar de omgeving, inclusief de kartuis van Scheut, ontsnapte niet aan grondige plundering (in november). Weinig later volgde de [[Brusselse republiek]] en zorgden de [[calvinist]]en ervoor dat het plunderwerk afgemaakt werd. De monniken verhuisden naar een [[refuge]] binnen de stad, die zou uitgroeien tot een nieuw klooster (aan de huidige Kartuizerstraat). Naar Scheut keerden ze niet meer terug.
Regel 38 ⟶ 34:
De kartuis van Scheut was onder de 600 "onnutte kloosters" die [[keizer Jozef II]] bij [[edict]] van 17 maart 1783 ophief.<ref>De officiële titel van het keizerlijke edict van 17 maart 1783 luidde: ''Edit de l'Empereur concernant la suppression de plusieurs couvents inutiles dans les Pays-bas''</ref> Op 5 mei verlieten de kloosterlingen hun Brusselse convent (Scheut zelf was al eeuwen verlaten). Jaren later ondernamen sommigen van hen nog pogingen om terug te keren, maar die waren geen lang leven beschoren. In 1795 werden de kapel en de kloosterhoeve (Scheuthof) verkocht als [[nationaal goed]].
In de 19e eeuw streek een nieuwe [[congregatie]] neer op de plek, de [[Scheutisten]]. Ze integreerden het laatste restant, de Mariakapel waarmee alles begonnen was, in hun kerk. In 1974 werd
== Kunstwerken ==
De kartuis van Scheut was rijkelijk begiftigd. Eén van de pronkstukken was Van der Weydens ''Calvarie van Scheut'', een
== Bronnen ==
|