Gedragstherapie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 15:
''[[Flooding (psychologie)|Flooding]]'' betekent letterlijk overstroming. Het idee erachter is dat niemand aan één stuk door bang kan zijn. Op een zeker moment is de angst als het ware op. Zo worden mensen met een enorme angst voor het een of ander net zo lang in die beangstigende situatie gehouden tot de angst voorbij is. Bij hoogtevrees wordt bijvoorbeeld een grote hoogte opgezocht waarbij blijkt dat de angst na enige tijd 'uitdooft'. De prikkel (hoogte) raakt op deze manier verbonden met de ervaring van het afnemen van de angst, en met de gevoelens van overwinning die hiermee gepaard gaan en eventueel de positieve reacties van de therapeut of anderen.
 
''[[in-vivodesensitisatie|Exposure in vivo]]'' betekent letterlijk ''live'' blootstelling. Bij exposure in vivo wordt een cliënt gevraagd om stapsgewijs zichzelf bloot te stellen aan datgene waar hij het meest bangbangst voor is. Als een cliënt bijvoorbeeld lijdt aan angstaanvallen, dan wordt hij geleidelijk blootgesteld aan de lichamelijke gewaarwordingen van zo'n aanval. Hierdoor went de cliënt aan het angstgevoel, waardoor de angst (voor een paniekaanval) uitdooft. Dit is een van de krachtigste technieken binnen gedragstherapie tot nu toe.
 
''[[Cognitieve technieken]]'' hierbij wordt gebruikgemaakt van het verband tussen gedachten en gevoelens en gedragingen. Als een persoon denkt de mindere te zijn in een groep mensen zal hij zich gespannen voelen en zich mogelijk ietwat schuw gaan gedragen, waardoor hij makkelijker door anderen over het hoofd wordt gezien en zelf meent genegeerd te worden waardoor de gedachte de mindere te zijn voor hem bevestigd wordt. Bij deze techniek wordt de cliënt uitgenodigd zijn gedachten, overwegingen, normen, opinies en bijbehorende gevoelens te onderzoeken en uit te spreken en op te schrijven. Vervolgens worden deze gedachten (cognities) getoetst aan twee principes: het waarheidsbeginsel ('Is het waar wat ik denk? Is mijn gedachte logisch? Is het aannemelijk dat mijn gedachte klopt?') en het nutsbeginsel ('Is mijn gedachte bruikbaar voor mij als individu en het contact tussen mij en de ander?'). Vaak wordt de cliënt uitgenodigd zijn gedachten niet alleen in de therapiekamer te toetsen op waarheid en nut maar ook in zijn eigen leven na te gaan of gedachten kloppen of wenselijk/bruikbaar zijn. Dit noemt men gedragsexperimenten. ('Vraag eens aan een paar mensen in de groep of zij jou echt een minder persoon vinden.'). Cognitieve therapie is veelvuldig onderzocht en blijkt op veel probleemgebieden een positief effect te hebben.
Regel 25:
Vaak is het een onderdeel van een bredere therapeutische aanpak, waarbij ook gesprekstherapie en directieve therapie worden toegepast. Een ''directief'' is een opdracht die in overleg met de patiënt tot stand komt en die hij als een soort huiswerk moet uitvoeren.
 
Tegenwoordig worden fobieën en dwangstoornissen meestal behandeld met [[cognitieve gedragstherapie]], een stroming waaronder ook de [[rationeel-emotieve therapie]] (RET) valt, ofwel Rationeel-Emotieve Therapie. De meest recenterecentste gedragstherapeutische behandelvormen, zoals [[Mindfulness|Mindfulness Based Cognitive Therapy]] (MBCT) en [[Acceptance and commitment therapy]] (ACT)<ref>Hayes, S.C, Strosahl,K.D., Wilson, K.G. (2006). Acceptance and Commitment Therapy. Een experiëntiële weg naar gedragsverandering; A-Tjak, J. & De Groot, F. (2008). Acceptance & Commitment Therapy. Een praktische inleiding voor hulpverleners. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.</ref> richten zich minder op het veranderen van cognities, worden steeds meer toegepast en blijken minstens zo effectief.<ref>Hayes, S.C., Luoma, J., Bond,F.W., Masuda, A. & Lillis, J. (2006). Acceptance and Commitment Therapy: Model, processes and outcomes. Behaviour research and therapy 44, 1, 1-25</ref> Oplossingsgerichte cognitieve gedragstherapie, een stroming die opkwam in de jaren tachtig van de 20e eeuw, staat niet lang stil bij problemen en klachten maar richt de focus op hoe de gewenste situatie eruit moet zien volgens de cliënt. En richt zich op de reeds aanwezige vaardigheden (competenties) bij cliënten om de oplossing te bereiken. In deze aanpak wordt veel aandacht besteed aan gewenst gedrag en gedragsbehoud dan ongewenst gedrag en afleren van gedragingen.
 
In Nederland waren in 2016 4600 gedragstherapeuten aangesloten bij de [[Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve Therapie]] (VGCt).<ref>[https://www.vgct.nl/vgct.nl/public/bureau/over-vgct Over VGCt], VGCt</ref> In België zijn gedragstherapeuten aangesloten bij de VVGT (Vlaamse Vereniging voor Gedragstherapie).