Belgisch provinciaal voetbal: verschil tussen versies

Het '''Belgisch provinciaal voetbal''' is een verzameling van [[voetbal]]reeksen die in [[België (hoofdbetekenis)|België]] binnen een [[provincie]] gespeeld worden. De reeksen vormen de lagere afdelingen in de [[competitiestructuur (voetbal België)|competitiehiërarchie]], en staan onder de nationale reeksen. De reeksen zijn ingedeeld volgens negen regio's: elke provincie heeft zijn eigen competitiereeksen, uitgezonderd [[Waals-Brabant|Waals-]] en [[Vlaams-Brabant]] en [[Brussels Hoofdstedelijk Gewest|Brussel]] die in één enkele [[Brabant (provincie)|Brabantse]] reeks zijn ingedeeld. In elk van deze provincies zijn er vier niveaus, uitgezonderd [[Luxemburg (provincie)|Luxemburg]] waar er slechts drie zijn. Het aantal reeksen dat er op elk niveau bestaat is afhankelijk van de provincie en het aantal aanwezige clubs. Het hoogste niveau, Eerste Provinciale, bevat telkens slechts één reeks. De beste teams in elk van de negen Eerste Provinciale-reeksen kunnen op het eind van het seizoen promoveren naar [[Vierde klasse (voetbal België)|Bevordering]] (Vierde Klasse), het laagste nationale niveau. Teams kunnen ofwel rechtstreeks promoveren, of moeten enkele eindrondematchen spelen. Degradaties dieper in de reeksen worden beïnvloed door het aantal provinciegenoten dat uit de nationale afdelingen naar de provinciale reeksen zakt.

De eindronde tussen Vierde Klasse en Eerste Provinciale wordt gespeeld met de op drie na laatste (13de) geëindigde vierdeklassers uit elk van de vier reeksen in Vierde Klasse en de zes eersteprovincialers die tweede eindigden en zich niet rechtstreeks plaatsten voor promotie. De eindronde wordt in drie speeldagen afgewerkt. Op de eerste speeldag worden de vier vierdeklassers twee-aan-twee uitgeloot en komen zo tegen elkaar uit. De twee teams die hun duel winnen mogen in Vierde Klasse blijven spelen. De twee verliezende teams moeten verder gaanverdergaan naar de tweede speeldag. Op de tweede speeldag worden de twee verliezende vierdeklassers samen met zes eersteprovincialers (van elke provincie één, behalve voor de drie provincies die de meeste ploegen telt over alle nationale en provinciale reeksen en die daarvoor drie rechtstreekse stijgers kent)over vier wedstrijden verdeeld. De vierdeklassers kunnen niet tegen elkaar uitkomen. Op de derde speeldag spelen de winnaars van deze vier wedstrijden twee finales, maar opnieuw komen de vierdeklassers niet tegen elkaar uit. De winnaars promoveren naar Vierde Klasse (of kunnen zo het behoud verzekeren indien de club al een vierdeklasser is).