Sint-Servaasbasiliek (Maastricht): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Grutjefra (overleg | bijdragen)
Regel 70:
Na voltooiing van het romaanse bouwwerk werd de kerk nog verschillende keren verbouwd en aan de smaak van de tijd aangepast. Eind 12e, begin 13e eeuw verrees aan de zuidzijde het [[Bergportaal]], waarschijnlijk de allereerste uiting van de [[Gotiek (bouwkunst)|gotiek]] in de Nederlanden. In de late 13e eeuw werd een groot gebeeldhouwd [[Doksaal Sint-Servaasbasiliek|doksaal]] opgericht, waarmee het priesterkoor van het schip werd afgescheiden. Het beeldhouwwerk met afbeeldingen uit de [[Leven van Sint-Servaas|Servaaslegende]] vormde de passende achtergrond voor het Servaasaltaar.
 
In de 14e en 15e eeuw werden de zijbeuken uitgebreid met [[zijkapel]]len in [[Maasgotiek|Maasgotische]] stijl. In het transept vervingen grote [[spitsboogvenster]]s de romaanse ramen. Andere wijzigingen, zoals de toevoeging van [[steunbeer|steunberen]] en [[luchtboog|luchtbogen]], hielden verband met de [[gewelf|overwelving]] van het schip, de zijbeuken en het transept (ca. 1450). Als bouwmeester van het gotische gewelf wordt kanunnik Dierick Volquin genoemd, voor wie in de doopkapel een herinneringsplaquette is aangebracht. Kort daarop begon onder proost [[Antonius Hanneron]] de bouw van de laatgotische [[kloostergang]] en de [[Koningskapel (Maastricht)|Koningskapel]], waarvoor de Franse koning [[Lodewijk XI van Frankrijk|Lodewijk XI]] in 1463 een grote som geld beschikbaar stelde. Tijdens deze bouwcampagne was [[Cornelis de Wael (architect)|Cornelis de Wael]] bouwmeester; hij wordt althans in 1473 als zodanig genoemd.<ref>{{aut|P. van Doesburg,}} (2016): ‘Cornelis de Wael, de loopbaan van een Domloodsmeester’, in: ''Jaarboek Oud-Utrecht 2016'', pp. 11-48.</ref> In 1556 werd een hoge, spitse middentoren op het westwerk geplaatst, waarin een [[beiaard|carillon]] werd opgehangen.
 
In de late 16e of vroege 17e eeuw kreeg de Vrijthofzijde van de kerk een [[Barokke architectuur|barok]] tintje door de barokke krulgevels van de beide 11e-eeuwse transeptkapellen (Sint-Maternus- en Dubbelkapel). Ook het Bergportaal kreeg in die tijd een barokfaçade. In 1770 kreeg ook het westwerk een barok aanzien door de nieuwe torenbekroning ontworpen door de Luikse architect [[Etienne Fayen]]. Het interieur van de kerk werd in 1632 gewit en de cenotaaf van Monulfus en Gondulfus werd onder de kerkvloer begraven. Een eeuw later onderging het interieur opnieuw grote wijzigingen toen het gotisch doksaal werd gesloopt en het priesterkoor in barokke stijl werd aangekleed met beeldhouwwerk van [[Denis-Georges Bayar]].