Hortus Botanicus Amsterdam: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 29:
[[Jan Commelin]] en [[Joan Huydecoper van Maarsseveen (junior)]] waren in 1682 de oprichters en eerste bestuurders van de nieuwe Hortus in de Plantage. In 1684 werden bij kwekers en handelaars tulpen, hyacinten en sinaasappelbomen gekocht. In 1685 werden er asperges, stokrozen en olijfbomen aangeschaft. In resp. 1685 en 1686 kreeg de hortus [[okra (plant)|okra]] en een [[ananas]]plant toegestuurd uit Suriname. Er groeiden ook planten die uit Japan waren gesmokkeld. In 1713 schonk [[Nicolaes Witsen]] twee [[koffieplant]]jes aan de hortus. [[Frederik Ruysch]], [[Caspar Commelin]] en [[Johannes Burman]] waren beroemde [[botanici]]. Twee [[drakenbloedboom|drakenbloedbomen]] trokken veel aandacht van buitenlanders.
 
[[Lodewijk Napoleon]] had de hortus willen uitbreiden met een dierentuin. Zijn collectie dieren was een jaar lang inhortin de orangerie gehuisvest en is vervolgens verkocht. (Door zijn vertrek in 1810 verdwenen de plannen voor een dierentuin in de la en pas in 1838 werd [[Artis]] opgericht.) In de tweede helft van de 19e eeuw zijn er allerlei verbeteringen in de hortus aangebracht, zoals de Victoriakas. De hortus werd wereldberoemd door het onderzoek dat [[Hugo de Vries]] verrichtte naar [[teunisbloem]]en.
 
==Collectie==