Literatuur: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Bronnen: Lodewick
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 4:
</ref><ref>J.B. Sykes (red.), ''The Concise Oxford Dictionary of Current English. Based on The Oxford English Dictionary and its Supplements''. Sixth Edition Oxford: Oxford University Press, 1976, 634. ISBN 0198611218</ref><ref>Van Bork (2002)</ref> Daarnaast wordt de term gebruikt in de betekenis van [[vakliteratuur]]: alle geschriften die over een bepaald onderwerp zijn verschenen. Als dat onderwerp de literatuur zelf betreft, heten de literaire werken primaire literatuur en de vakliteratuur daarover de [[secundaire bron|secundaire literatuur]].
 
Aan de selectie van hetgeen tot de literatuur wordt gerekend liggen meestal esthetische normen ten grondslag, maar ook andere eigenschappen kunnen een rol spelen, waaronder het fictieve gehalte en de zelfstandigheid van een tekst.<ref>Van Bork (2002)</ref> De hoofdindeling in genres is traditioneel drieledig; [[epiek]] oftewel verhalende literatuur, al dan niet in dichtvorm; [[lyriek]] oftewel de subjectieve gemoedsuitstorting van de schrijver (gevoelens en gedachten); en [[drama (genre)|drama]], dat wil zeggen de uitbeelding in [[toneelstuk|toneelvorm]].<ref>Lodewick (19791975), 17, 37 en 45.</ref> De hiërarchie tussen de genres ligt niet vast, omdat esthetische normen in de loop der tijd veranderen. Zo werd proza lang niet als literatuur beschouwd; pas in de [[romantiek (literatuur)|romantiek]] komt daar verandering in en komt er een voldragen prozaproductie tot stand.<ref>Van Bork (2002)</ref> In de zeventiende eeuw stond het [[epos]] het hoogst aangeschreven als literair genre; [[Joost van den Vondel]] heeft dan ook meer dan eens geprobeerd zo'n heldendicht te schrijven.
 
Ook de status van individuele werken en auteurs kan veranderen met de norm: het meest archetypische voorbeeld is misschien wel de roman ''[[Moby-Dick]]'' van [[Herman Melville]], die bij verschijning in 1851 gemengd ontvangen werd. Het boek raakte vrijwel geheel vergeten, maar na de opkomst van het [[modernisme]] en de daarmee gepaard gaande waardering voor complex proza, werd het honderdste geboortejaar van de auteur het vertrekpunt voor een snelle stijging van de status van zijn boek. [[Nescio]] en [[Willem Elsschot|Elsschot]] debuteerden beiden in de jaren 1910, maar hun werk steeg in waardering doordat twintig jaar later, onder invloed van het tijdschrift [[Forum (literair tijdschrift)|Forum]], proza dat aandoet als gewone spreektaal in aanzien steeg. Andersom is ook mogelijk: de Amerikaanse dichter [[Henry Wadsworth Longfellow| Longfellow]] geldt nu als een minder belangrijk talent dan in zijn tijd werd gedacht. In Nederland heeft de status van [[Jacob Cats]] een daling doorgemaakt. Wat in een bepaalde periode als literatuur werd beschouwd is na te lezen in wetenschappelijke [[literatuurgeschiedenis]]sen, die rekening houden met de normen uit de beschreven periode. Oudere literatuurgeschiedenissen beschrijven vaak subjectief wat in de tijd van de literatuurhistoricus nog steeds mooi gevonden werd.