Volksduitsers: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
taal
Regel 6:
 
=== Middeleeuwen ===
Vanaf het begin van de 12de12e eeuw kwamen [[emigratie]]golven van stedelingen en boeren uit de landen van het [[Heilige Roomse Rijk]], kortweg [[Duitse Rijk]], naar het oosten op gang. Deze [[Ostsiedlung]] kwam vooral vanuit het noorden van het toenmalige Duitse Rijk, dus de Nederlanden inbegrepen, en ging in de richting van [[Silezië]], [[Pommeren (landstreek)|Pommeren]], [[Oost-Pruisen]] en de [[Neumark]], en vanuit Midden-Duitsland naar [[Bohemen]] en [[Moravië (regio)|Moravië]] (het huidige [[Tsjechië]]) en het toentertijd Hongaarse [[Slowakije]]. De rechtsongelijkheid tussen vaak horige inheemsen en vrije kolonisten zou aan het einde van de Middeleeuwen verdwijnen, toen de verschillende bevolkingsgroepen verregaand met elkaar geïntegreerd waren en het verschil in rechtspositie verdween.
 
=== 17e eeuw ===
Regel 12:
 
=== 18e eeuw ===
In het begin van de 18de18e eeuw kwam een laatste, ook weer door armoede gedreven, bevolkingsbeweging op gang, vanuit vooral de zuidwestelijke Duitse staten, en deze kolonisten werden daarom als [[Zwaben (streek)|Zwaben]] aangeduid. Deze stroom ging naar ontvolkte gebieden in Hongarije, na de verdrijving van het Turkse gezag aldaar. Ze werd geïnitieerd door het Habsburgse hof dat het Hongaarse koningschap had overgenomen en de Hongaarse domeinen bezat, en gevolgd door de regionale grootgrondbezitters. Eveneens na de verdrijving van het Turkse gezag wierven de heersers van het [[Keizerrijk Rusland|Russische Rijk]], zoals [[Catharina de Grote]], in de tweede helft van de 18de18e eeuw kolonisten voor de nieuwe domeingronden in het zuiden van de Oekraïne, op de Krim en langs de [[Wolga]]. Deze kolonisten waren eveneens grotendeels voornamelijk afkomstig uit het zuidwesten van het Duitse Rijk, en ook uit Elzas-lotharingenLotharingen. Onder de naam van [[Rusland-Duitsers]], en in het bijzonder [[Wolga-Duitsers]], stichtten zij vier- tot vijfhonderd dorpsgemeenschappen.
=== 19e - 20e eeuw ===
De middeleeuwse kolonisten en de inheemse bevolkingen integreerden zich in taal en cultuur al grotendeels vóór 1500 met elkaar. Hun woongebieden kwamen al tussen de 10de10e en de 14de14e eeuw binnen het [[Duitse Rijk]] terecht, waardoor hun nakomelingen uiteindelijk in de 19de19e eeuw Duitse of Oostenrijkse staatsburgers zouden worden. Waar zij buiten dat Rijk woonden, kwamen ze terecht in de status van (Duitstalige) minderheid binnen andere staten. Dat betekende voor velen van hen assimilatie in de Poolse, Russische of Hongaarse, en na 1918 Tsjechische, Slowaakse, Roemeense of Joegoslavische omgeving. De zogenaamde Volksduitsers bleven meestal in eigen gemeenschappen wonen, zeker als zij zich ook in religieus opzicht onderscheidden van de overige bevolking, zoals de lutheranen in Hongarije, Roemenië en Polen, dit in tegenstelling tot de katholieken die in Polen, Slowakije en Hongarije in kerkelijk verband bloot stondenblootstonden aan assimilatie. De Duitstaligen, de lutheranen zowel als de katholieken en de mennonieten in Rusland, vermengden zich niet met de orthodoxe Russen waarvoor overigens een overgang naar de orthodoxe staatskerk voorwaarde was. Zij behielden in Rusland en in [[Transsylvanië]] tot ver in de 19de19e eeuw speciale rechten. Na de [[Eerste Wereldoorlog]], toen hun woongebieden binnen nieuwe nationale staten terechtkwamen, verslechterde de minderheidspositie van deze Volksduitsers. In de [[Sovjet-Unie]] verloren ze al hun bezit door de collectivisering en in de andere staten van Midden-Europa werden ze gediscrimineerd, wat velen van hen in de armen van de [[nationaalsocialisme|nazi's]] zou gaan drijven. De afrekening voor deze collaboratie kwam na de bevrijding van Midden-Europa door het Sovjet-legerSovjetleger in de vorm van deportatie, onteigening en ontrechting. Circa vijf miljoen Volksduitsers zijn na 1944 verdreven, zie de [[Verdrijving van Duitsers na de Tweede Wereldoorlog]] en ook [[Democide|Etnische Zuiveringzuivering]].
 
=== Volksduitsers in Amerika ===
Een andere groep Volksduitsers emigreerde naar de Nieuwe Wereld: vijftien miljoen Duitstaligen vonden vanaf het midden van de 18de18e eeuw daar hun toekomst. In Zuid-Amerika, vooral in het zuiden van Brazilië, wisten zij lange tijd, en in een aantal kolonies tot op vandaag de dag, hun eigen cultuur te bewaren omdat hun afstand tot de Latijns-Amerikaanse cultuur groter was en de lutheranen en mennistenmenisten hun gemeenschappen apart van de katholieke 'mainstream' organiseerden. In Noord-Amerika, en ook in Australië, gingen zij in de steden vrij snel op in de '[[Smeltkroes (sociologie)|melting pot]]'. In de vele honderden dorpen die zij vooral in het middenwesten[[Middenwesten]] hadden gesticht, vond assimilatie pas massaal plaats na de [[Eerste Wereldoorlog]], toen de Amerikaanse 'mainstream' de Duitse taal en cultuur als vijandig ging beschouwen. Tot die tijd waren de [[Duitse Amerikanen]] (Deutschamerikaner) de immigrantengroep met de meest ontwikkelde eigen identiteit gebleven. Hun omvangrijke Duitstalige pers, onderwijs en kerkelijk- en organisatieleven verdween echter na de 1918 in snel tempo, waarbij veel Duitstaligen zelfs hun familienamen verengelsten om niet langer de aandacht op hun afkomst te vestigen. Zie [[Duitse Amerikanen]].
 
== Na de Eerste Wereldoorlog ==
Na de Eerste Wereldoorlog verloor Duitsland delen van zijn grondgebied aan België ([[Oostkantons]]), Frankrijk ([[Elzas-Lotharingen]]) en [[Polen]] (delen van Pruisen), terwijl het grondgebied van [[Oostenrijk-Hongarije]] werd verdeeld over zeven afzonderlijke landen. Het [[Sudetenland]] kwam bij [[Tsjecho-Slowakije]], [[Zuid-Tirol]] bij Italië, [[Galicië (Oost-Europa)|Galicië]] bij Polen en [[Transsylvanië]] bij Roemenië, terwijl ook in Hongarije een aanzienlijke Duitse minderheid leefde. Gevolg hiervan was dat niet alleen de verspreid wonende Duitse gemeenschappen in Oost-Europa en op de [[Balkan (schiereiland)|Balkan]] de band met het "moederland" verloren, maar ook dat vrijwel volledig Duitstalige regio's als Sudetenland en Zuid-Tirol onder andere staten kwamen te leven. In veel gevallen werden de Duitstaligen daar gediscrimineerd vanwege hun afkomst, dan wel werd hun taal achtergesteld in het onderwijs en de bureaucratie.
De aanduiding ‘Volksduitser’ was oorspronkelijk geen andere dan [[etniciteit|etnische]] Duitser (in tegenstelling tot Duits staatsburger), en sloeg in die zin op Duitstalige minderheidsgroepen buiten het Duitse Rijk. In de nationalistische literatuur en meer nog door de [[nazipropaganda|nationaalsocialistische propaganda]] is deze aanduiding gemunt en van een aureool voorzien. Dat heeft het woord een negatieve klank gegeven. De nazi’s zagen in de Volksduitsers een potentieel machtsmiddel. Zij zouden opgevoed moeten worden tot één, aan het Grootduitse Rijk trouwe gideonsbende in de te bezetten gebieden, en tot een vijfde colonne in de bevriende staten die daarmee hun soevereiniteit over een deel van hun bevolking moesten afstaan. Daarnaast vormden ze een groot militair potentieel. Hun verenigingswezen werd al in de jaren dertig vanuit Berlijn gesubsidieerd en genazificeerd. Vooral daar waar de Duitsers gediscrimineerd werden en dicht bij het vaderland woonden, had deze politiek succes. Van de [[SudetenduitsersSudeten-Duitsers]] bijvoorbeeld stemde twee derde op de nazi-partij. Deze Volksduitsers steunden in grote mate het streven naar [[Anschluss]] van hun woongebieden, hetgeen leidde tot de ontmanteling van Tsjecho-Slowakije in 1938, overigens met instemming van de Europese politieke machthebbers die op dat moment de onhoudbaarheid van hun multi-nationalemultinationale staatsconstructies inzagen.
 
== Tussen de wereldoorlogen ==
In de tijd tussen 1933 en 1945 zag het Duitse [[nationaal-socialisme]] in de Volksduitsers een potentieel machtsmiddel. Zij konden aangewend worden als zaakwaarnemers voor Duitse belangen in de landen waar zij woonden, en de toekomstige elite vormen in de te veroveren gebieden. Bovendien vormden zij een groot militair potentieel. Een elite van de [[Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij|NSDAP]] gelieerde functionarissen werd vanuit Duitsland gesubsidieerd en gesteund bij het overnemen van de macht in bestaande Duitstalige en culturele organisaties. Vooral daar waar de Duitsers gediscrimineerd werden en dicht bij Duitsland woonden, had deze machtsovername succes, zoals onder de [[SudetenduitsersSudeten-Duitsers]] die via [[Konrad Henlein]] en zijn politieke eenheidspartij actief politieke hulp verleenden bij de ontmanteling van [[Tsjecho-Slowakije]] in [[1938]].
 
Hitler wierp zich, althans volgens zijn propaganda, wel op als 'belangenbehartiger en bevrijder' van de Volksduitsers maar vergat, als het beter uitkwam, de 'onderdrukte volksgenoten' ook even gemakkelijk. De Volksduitsers in [[Zuid-Tirol]], werden door het Italiaanse fascistische bewind in hun bestaansrecht ontkend, maar door de nazi's eerst genegeerd om bondgenoot Italië niet te irriteren. Uiteindelijk was nazi-Duitsland zelfs bereid deze ZuidtirolersZuid-Tirolers naar het [[Groot-Duitse Rijk]] te evacueren. Het [[Molotov-Ribbentroppact|niet-aanvalsverdrag tussen Duitsland en de Sovjet-Unie]] uit 1939 leidde ook tot een gedwongen uittocht van in totaal bijna een half miljoen Volksduitsers. Te beginnen met de [[Baltische Duitsers]] uit Estland en Letland. Zij vertrokken tezamen met [[Boekovina-Duitsers]] en [[Bessarabië|Bessarabische Duitsers]], die in [[Boekovina|de Boekovina]] en het huidige [[Moldavië (land)|Moldavië]] woonden, eveneens gebieden welkedie volgens het pact door de Sovjet-Unie zouden worden geannexeerd ten koste van [[Roemenië]]. De betrokkenen hadden weinig keus want na de annexatie zouden hun huizen, grond en bedrijven worden onteigend. Daartegenover beloofde Duitsland de compensatie voor geleden verlies en de herhuisvesting, onder regie van het door de [[Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij|NSDAP]] sinds 1937 opgerichte [[Hauptamt Volksdeutsche Mittelstelle]]. De meerderheid van de immigranten werd sinds 1939 gehuisvest in de bezette Poolse gebieden, in huizen en op boerderijen waarvan de Poolse bewoners met geweld waren uitgewezen (met name in de Gau Wartheland op het grondgebied van de voormalige Pruisische provincie [[Posen (provincie)|Posen]], sinds 1919 Poznan).
 
== Tijdens de Tweede Wereldoorlog ==
Vlak vóór en in de [[Tweede Wereldoorlog]] werden de Volksduitsers door de omwonende inheemse bevolking met toenemend wantrouwen bekeken. Soms terecht, maar meestal ten onrechte werd hen collectief de rol van saboteur en verrader toegekend. Soldaten met een Volksduitse achtergrond en mensen met een leidende functie binnen de Duitstalige gemeenschap werden voorafgaand aan de Duitse inval geïnterneerd. Toen het Duitse leger in de zomer van [[1939]] over de grenzen trok, werden in Polen op grotere schaal huizen en winkels van Volksduitsers bestormd en geplunderd en lynchpartijen georganiseerd. Enkele duizenden lieten daarbij het leven en de nazi's zouden vervolgens daarin de rechtvaardiging zien voor hun excessieve geweld tegen de Polen en Joden. In de [[Sovjet-Unie]] werden de Russische Volksduitsers, met het oog op de binnentrekkende Duitse legers, preventief gedeporteerd, de meeste naar het Centraal-Aziatische [[Kazachstan]]. Het daarbij toegepaste geweld kostte een op de drie het leven. Zie [[Rusland-Duitsers]].
 
In de door Duitsland bezette gebieden, vooral de [[Baltische staten]], [[Polen]] en de Oekraïne, maar ook in de staten van de bondgenoten [[Slowakije]], [[Roemenië]], [[Kroatië]] en [[Hongarije]], sloten Volksduitsers zich, al dan niet vrijwillig, aan bij [[paramilitair|paramilitaire]] nazi-organisaties, die in overleg met Duitse autoriteiten werden opgezet. De Duitse bondgenootstaten Slowakije, Roemenië en Kroatië droegen hun Duitstalige staatsburgers over aan Berlijn, dat wiwil zeggen dat hun culturele leven en ook hun rechtspositie voortaan door Duitsland bepaald zouden worden. Hongarije liet zijn Duitstaligen vrij om daarvoor te kiezen. Terwijl dienstplichtige Volksduitsers in de Kroatische en Slowaakse legers eerst nog in eigen eenheden werden ondergebracht, kregen zij in Hongarije en Roemenië al vroeg de keus om, óf in de nationale legers te gaan dienen, óf onder "aantrekkelijke voorwaarden" in de [[Waffen-SS]] in te treden. Aan het einde van de oorlog legde [[Adolf Hitler|Hitler]] hen het Duitse staatsburgerschap op. Toen de Belgische Oostkantons in [[1940]] (weer) bij Duitsland gevoegd werden en even later [[Elzas-Lotharingen]] volgde, werd de bevolking daar collectief van Volksduitsers 'gepromoveerd' tot [[Rijksduitser]], zoals zij dat vóór 1919 geweest was. Daarmee viel zij onder de algemene Duitse militaire dienstplicht (zie ook [[Malgré-Nous]]). Dat gold ook voor de bevolking van het in 1942 geannexeerde [[Groothertogdom Luxemburg]].
 
== Aanverwante volkeren ==
Regel 41:
[[Afbeelding:Legal statuses of German in Europe.svg|350px|thumb|left|Duitse taalgebied tegenwoordig.]]
 
Duits, vanaf de middeleeuwen tot 1945 de internationale verkeerstaal van Midden-Europa, is sindsdien een uit het openbare leven verdwenen taal in voormalige Duitse gebieden en overigens ook in de rest van het huidige Polen, in Tsjechië, in Slowakije en in de Russische Oblast Kaliningrad. Aan het [[einde van de Tweede Wereldoorlog in Europa]] zagen vele miljoenen Volksduitsers, net als de Rijksduitsers, zich door het oorlogsgeweld van het naderende Sovjetleger gedwongen in westelijke richting te vluchten. De helft bleef echter achter in hun geboortestreken, waar hen terreur en deportatie door het Rode Leger en de nationale milities te wachten stond. De exil-regering in ballingschap van [[Edvard Beneš|Edvard Benes]] in Londen wees in [[1943]] alle drie miljoen [[Sudeten-Duitsers|Sudetenduitsers]] uit, vanwege hun landverraad dat het [[Verdrag van München]] in [[1938]] mogelijk had gemaakt. Dit internationaal gesloten verdrag werd toen ook herroepen door Frankrijk en Engeland, die daarmee hun eigen verraad ‘goedmaakten’. Polen en de Sovjet-Unie volgden eenzelfde uitwijzingspolitiek, waarbij het in het geval van Polen niet alleen om de Duitse minderheden op vooroorlogs Pools grondgebied - een half miljoen - zou gaan, maar ook om de negen miljoen Duitse staatsburgers die uit de te annexeren Duitse provincies ([[Pommeren (provincie)|Pommeren]], [[Silezië]] en [[Oost-Pruisen]]) verwijderd moesten worden. Polen wilde wel hun land maar niet henzelf want dat zou betekenen dat een vierde deel van de Poolse staatsbevolking uit Duitsers zou komen te bestaan. [[Joegoslavië]] wees zijn Duitse minderheid - een half miljoen - in haar geheel uit, voor zover zij al niet was gevlucht. Ook Hongarije en Roemenië mochten van de geallieerden, volgens de afspraken gemaakt op de [[Conferentie van Potsdam]], een deel van hun Duitse minderheden - elk ca. 200.000 - uitwijzen. De veroordeling van de Duitse minderheden voor [[collaboratie]] was in dat geval dubieus want deze staten waren in de oorlog bondgenoten van Duitsland geweest en hadden zelf bij het isoleren van hun Volksduitse minderheden, Duitse instanties en de Duitse militaire autoriteiten de vrije hand gegeven. Na de oorlog waren de Duitsers echter een voor de hand liggende zondebok. In deze landen werden grote aantallen dwangarbeiders door de Sovjet-autoriteiten opgeëist om ingezet te worden bij het herstellen van de oorlogsschade in de [[Sovjet-Unie]]. Dit als herstelbetaling voor de samenwerking van de Hongaarse, Slowaakse en Roemeense legers met de Duitse [[Wehrmacht]]. De betrokken landen wezen voor deze dwangarbeid bij voorkeur leden van de Duitse minderheden aan. Na verloop van tijd werden de weinige overlevenden desgewenst naar [[Bondsrepubliek Duitsland (1949-1990)|West-Duitsland]] uitgewezen.
 
Deze gebeurtenissen stonden op gespannen voet met de tezelfdertijd afgekondigde [[Universele verklaring van de rechten van de mens]]. Een discussie over de humanitaire rechtmatigheid van een collectieve schuld en veroordeling op nationale en etnische grond, en een vergelijking met soortgelijke etnische en nationale zuiveringen werd tot dusverre als politiek niet correct, zo veel mogelijk vermeden. Zie [[Verdrijving van Duitsers na de Tweede Wereldoorlog]].
Regel 54:
* Italië ([[Zuid-Tirol]]) (300), nu met territoriaal-bestuurlijke autonomie.
* Voormalig Joegoslavië ([[Slovenië]], [[Kroatië]], [[Vojvodina]]) (500) na 1945 grotendeels gevlucht of uitgewezen.
* Hongarije (550), na 1945 deels gevlucht of uitgewezen, overigens grotendeels geassimileerd. 100.000 geven zich nu nog op als van Duitse afkomst maar het werkelijke aantal ligt enkele malen hoger.
* Roemenië ([[Transsylvanië]], [[Banaat]]) (700), na 1945 deels gevlucht en gedeporteerd; de overgeblevenen zijn in enkele bilaterale overeenkomsten 'gekocht' door de Bondsrepubliek, en vooral na 1990, grotendeels naar Duitsland geëmigreerd. Zie [[Zevenburger Saksen]]. Nu zijn er nog bijna 40.000.
* Tsjechië ([[Sudetenland]]) (3.000), na 1945 vrijwel allen gevlucht of uitgewezen. Zie [[Sudeten-Duitsers]]. Nu zijn 20.000 van hen over.
* Slowakije (200), na 1945 vrijwel allen gevlucht of uitgewezen. Nu zijn minstens 5.000 van hunhen verover.
* Polen (binnen vooroorlogse Poolse grenzen, 900), vrijwel allen na 1944 gevlucht of uitgewezen, echter als regel zijn tweetalige Duitsers die na de Poolse annexatie van hun woongebied binnen de nieuwe Poolse staatsgrenzen van 1945 bleven wonen, voornamelijk in [[Opper-Silezië]] en [[Oost-Pruisen]], en zeer sporadisch in ([[Posen (provincie)|Posen]], [[Silezië (provincie)|Neder-Silezië]], [[West-Pruisen]], [[Vrije Stad Danzig (1920-1939)|Danzig]], en oostelijk [[Pommeren (provincie)|Pommeren]]). Zij vormen na aanzienlijke emigratie nog een hedendaagse, enkele honderdduizenden tellende, [[Duitse minderheid in Polen]] die voornamelijk is geconcentreerd in [[Opper-Silezië]]. 150.000 Polen geven zich nu op als van Duitse origine.
* De drie Baltische Statenstaten (200), 1941 geëvacueerd, overgeblevenen na 1945 gevlucht of uitgewezen, een kleine tweetalige groep is nog aanwezig in het voormalige [[Memelgebied]] (nu de Litouwse regio [[Klaipeda]]). Ca 13.000 bewoners van deze staten geven zich nu alsop als van Duitse afkomst.
* Oekraïne en Wolgaregio (1.300), in 1941 en na 1945 gedeporteerd naar voormalige Aziatische Sovjet-republieken, met name KazakstanKazachstan, vanwaar de meesten na 1990 naar Duitsland vertrokken. Zie [[Rusland-Duitsers]] resp. [[Wolga-Duitsers]]. In die republieken en in Rusland zijn nu nog 580.000 mensen van Duitse afkomst.
* [[Denemarken]] (noordelijk gedeelte van [[Hertogdom Sleeswijk|Sleeswijk]]) (40) met culturele autonomie, deels geassimileerd.
* Namibië, als voormalige Duitse kolonie [[Südwest Afrika]] (50) met culturele autonomie. Samen met die in [[Zuid-Afrika]] kan nu het aantal mensen van deels Duitse afkomst op 1,2 miljoen gesteld worden.
* Zuid-Amerika, voor de Tweede Wereldoorlog 600-700, voornamelijk in de zuidelijke staten van Brazilië 400, in Argentinië 100, in Chili 100, en in Paraguay 30. Door vermenging met andere groepen kan nu gesteld worden dat ca. 12 miljoen Brazilianen, ruim 3 miljoen Argentijnen, een half miljoen Chilenen en 300.000 Paraguayanen van deels Duitse afkomst zijn.
* De Verenigde Staten en Canada, Duitstalige joden inbegrepen, voor de Tweede Wereldoorlog 10 miljoen, maar nu grotendeels geassimileerd en vermengd met andere Amerikanen waardoor ca. 50 miljoen Amerikanen en Canadezen Duitse voorouders hebben. Zie [[Duitse Amerikanen]].
* Australië (100) grotendeels geassimileerd en vermengd met andere Australiërs zodat nu ca. 0,9 miljoen Australiërs Duitse voorouders hebben.
 
Regel 70:
 
== Balans ==
Wanneer men de Zwitsers en Oostenrijkers daarvan uitzondert, woonden er vóór de Tweede Wereldoorlog naar hun taal gerekend 9,3 miljoen etnische, anders gezegd ''Volksduitsers'' in Europa buiten de toenmalige Duitse staatsgrenzen. Neemt men daar de Sovjet-Unie bij dan komt het totaal op 10,5 miljoen. Na de oorlog werden ruim 6 miljoen van deze ''Volksduitsers'', naar het westen verdreven waarbij overigens één op de tien omkwam (n.b.NB in dit getal zijn de zogenaamde ''RijkssduitsersRijksduitsers'', dat wil zeggen de Duitse staatsburgers die uit de door Polen geannexeerde provincies werden verdreven, niet meegerekend). In de Sovjet-Unie bleef de verdrijving binnen de staatsgrenzen omdat de [[Ruslandduitsers]] naar [[Siberië]] werden verbannen. In de communistische periode werd een Duitse identiteit en het spreken van Duits of een Duitse taalvariant in oostelijk Midden-Europa niet meer geaccepteerd. Enkele miljoenen van de achtergeblevenen emigreerden naar Duitsland, en na 1990 kwam uit Polen, Roemenië en Rusland een nieuwe stroom emigranten op gang. De overigen hebben zich aangepast in hun taal en identiteit aan het land waar zij wonen. Heden ten dage wonen er nog slechts weinig Volksduitsers in Oost-Europa. Niettemin is [[Hoogduits]] echter opnieuw een belangrijke handels- en verkeerstaal geworden, vooral nu de werkgelegenheid in Duitsland sinds 1990 (tijdelijke) werkkrachten uit het oosten aantrekt. Dit levert een concurrentie op met het Engels, dat via onderwijs en media de vroegere rol van het Duits in Midden- en Oost-Europa heeft overgenomen.
 
==Zie ook==