Paus Pius XII: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: Republiek China - Koppeling(en) gewijzigd naar Republiek China (1912-1949)
taalfout gecorrigeerd na peiling en discussie
Regel 75:
Als staatssecretaris sloot hij in nauw overleg met Ludwig Kaas en [[Franz von Papen]] op 20 juli 1933 het [[Rijksconcordaat|Concordaat van Rome]] af met de jonge [[nationaalsocialisme|nationaalsocialistische]] regering.
[[Bestand:Bundesarchiv Bild 183-R24391, Konkordatsunterzeichnung in Rom.jpg|thumb|Ondertekening van het Rijksconcordaat: links Franz von Papen en in het midden Eugenio Pacelli]]
Door dit verdrag was het mogelijk om het katholieke geloof in Duitsland ongestoord te beleven. Achtereenvolgende Duitse regeringen hadden vanaf [[Otto von Bismarck]] de [[Rooms-katholiekeKatholieke Kerk]] in haar mogelijkheden beperkt. Maar de prijs was dat het Vaticaan Hitlers bewind erkende. Sterker nog, doordat de rooms-katholieke Centrumpartij ([[Deutsche Zentrumspartei]]) instemde met de zogenaamde toestemmingswet, werd het parlement buitenspel gezet en kon Hitler met onbeperkte macht gaan regeren. Een ander element uit dit verdrag was dat de benoemingen van aartsbisschoppen en bisschoppen pas gedaan mochten worden nadat de [[rijkskanselier]] ervan in kennis was gesteld en er geen bezwaren van algemeen politieke aard bestonden. Omdat de ware aard van Hitler toen nog niet voor iedereen duidelijk was, werd het verdrag in 1933 als een groot succes voor de Kerk gezien. Toen een aantal toezeggingen uit het concordaat al heel snel waardeloos bleek, opende Pacelli een diplomatiek offensief.
 
Over het concordaat met Duitsland zou hij na de oorlog zeggen dat het was afgesloten niet met de veronderstelling dat het de situatie zou verbeteren, noch had het concordaat de intentie om de [[doctrine]] van het nationaalsocialisme goed te keuren.<ref name="Gaius">''The Papacy: Gaius-Proxies'', p. 1212</ref> Hij voegde eraan toe dat "het concordaat in de daaropvolgende jaren leidde tot enige voordelen, of tenminste grotere gevaren voorkwam".<ref name= "Gaius"/>
Regel 169:
=== 1945-1958 ===
==== China ====
De invloed van de Rooms-katholiekeKatholieke Kerk in [[China]] was door de eeuwen heen zeer beperkt gebleven, enerzijds door de afkeer van de verschillende machthebbers in China tegen het nieuwe geloof, anderzijds door de afwijzing van de Kerk in Rome van bepaalde tradities in de Chinese samenleving gerelateerd aan het geloof. In het bijzonder de [[Confucianisme|confuciaanse]] gewoonte met betrekking tot het eren van overleden familieleden achtte de Katholieke Kerk in strijd met de katholieke leer, hoewel [[jezuïeten]] in de 17e eeuw nog geprobeerd hadden deze gewoonte te relateren aan het gebod “eer uw vader en uw moeder”.<ref>''God and Caesar in China: Policy Implications of Church-state Tensions'', p. 85</ref>
[[Bestand:CardCostantini.jpg|thumb|Celso Benigno Luigi Costantini]]
Al in de jaren 20 van de 20e eeuw had het Vaticaan toenadering gezocht tot China, waarbij bisschop [[Celso Costantini|Celso Benigno Luigi Costantini]] aangesteld werd als vertegenwoordiger. Hiermee maakte het Vaticaan een einde aan het Franse [[protectoraat]] over [[Christelijke zending|missies]] in China.<ref>''God and Caesar in China: Policy Implications of Church-state Tensions'', p. 89</ref>
Regel 392:
[[Susan Zuccotti]] met haar boek ''Under His Very Windows - The Vatican and the Holocaust in Italy'' en [[John Cornwell]] met zijn boek ''Hitler’s Pope'' (1999) onderschrijven het verwijt aan het adres van Pius XII dat de paus door zijn passieve houding te weinig gedaan zou hebben om de Jodenvervolgingen te stoppen. Cornwell zou in 2004 zijn mening enigszins herzien en tot de conclusie komen: ''“I would now argue, in the light of the debates and evidence following ‘Hitler's Pope', that Pius XII had so little scope of action that it is impossible to judge the motives for his silence during the war, while Rome was under the heel of Mussolini and later occupied by the Germans.”''<ref>''For God's sake'', The Economist, 9 december 2004</ref><ref>Vert: ''Ik zou nu beweren, in het licht van de discussie en de bewijsstukken die volgden op “Hitler’s Pope”, dat Pius XII zo weinig manoeuvreerruimte had dat het onmogelijk is om zijn motieven voor zijn zwijgen tijdens de oorlog te veroordelen, terwijl Rome zich onder het juk van Mussolini bevond en later door de Duitsers bezet werd.''</ref>
 
Daniel Jonah Goldhagen is in zijn boek ''Een Morele Afrekening'' (2002) zeer duidelijk over de passieve rol van Pius XII tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij merkt wel op dat Pius XII slechts een kleine, maar niet onbelangrijke rol speelde binnen het optreden van de Rooms-katholiekeKatholieke Kerk tijdens de Tweede Wereldoorlog.<ref>''Een Morele Afrekening'', p. 35</ref>
 
Verdedigers van Pius XII trachten niet alleen door middel van bewijzen “de stilte” te weerleggen, maar openen ook een directe aanval op de critici, die zij betichten van gebruikmaking van indirecte bronnen of het (met opzet) verkeerd interpreteren van bestaande teksten. [[David Dalin]], [[rabbijn]] en [[historicus]], haalt in zijn boek ''The Myth of Hitler’s Pope'' een citaat aan, waarmee John Cornwell en Daniel Jonah Goldhagen de antisemitische houding van Pius XII trachtten te verklaren. Het citaat betrof een deel uit een brief die Pacelli schreef naar aanleiding van een bezoek aan het koninklijk paleis in München in 1919. Om de strekking van de brief te versterken zou Cornwell opzettelijk neutrale woorden als ''“gruppo”'' en ''“schiera”'' (=groep) vertaald hebben naar “bende”.<ref>''The Myth of Hitler’s pope'', p. 53</ref> Meer specifiek voegt Dalin daaraan het volgende toe: ''"de anti-pauselijke tirades van ex-priesterstudenten zoals Garry Wills, John Cornwell en van ex-priesters als James Carroll en andere uitgetreden of kwade modernistische katholieken misbruiken de tragedie van het Joodse volk gedurende de Holocaust voor hun eigen politieke agenda die erin bestaat de Katholieke Kerk veranderingen op te leggen."''<ref>''The Myth of Hitler's Pope, p. 97-98''</ref>
Regel 405:
[[Michael Phayer]] stelt in ''The Catholic Church and the Holocaust, 1930-1965'' dat paus Pius XII door zijn anticommunistische houding en zijn langdurige verblijf in Duitsland het gevaar van het nationaalsocialisme onderschatte.
 
[[Guenter Lewy]] schrijft in zijn boek ''The Catholic Church and nazi Germany'' (New York, 1964), dat Hitler in zijn jeugd beïnvloed was door zijn omgeving, die rooms-katholiek en antisemitisch was. Zijn conclusie luidt dat de paus en zijn adviseurs vanuit een vermeende lange antisemitische traditie binnen de Rooms-katholiekeKatholieke kerk de nood van de Joden niet met de vereiste urgentie en morele verontwaardiging hebben waargenomen. (Ze waren er plat gezegd blind voor.) Hij spreekt van een moeilijk te vermijden conclusie waarvoor geen bewijzen in de vorm van documenten zijn. ''One is inclined to conclude that the Pope and his advisers—influenced by the long tradition of moderate anti-Semitism so widely accepted in Vatican circles—did not view the plight of the Jews with a real sense of urgency and moral outrage. For this assertion no documentation is possible, but it is a conclusion difficult to avoid.''
 
[[Dirk Verhofstadt]] beweert in zijn boek ''Pius XII en de vernietiging van de Joden'' dat staatssecretaris Pacelli en de latere paus Pius XII bijzonder goed op de hoogte zouden zijn geweest van de gruwelijkheden die zowel in het Derde Rijk als in de bezette gebieden tegen de Joden en andere groepen mensen gepleegd werden. Hij baseert zich daarvoor op documenten van het Vaticaan zelf die gebundeld werden in de [[Actes et Documents du Saint Siège relatifs à la Seconde Guerre Mondiale]].