Friedrich Nietzsche: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck. Help mee!, replaced: dichtbij → dicht bij met AWB
AlterBerg (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 10:
| stroming = [[Weimar Classicisme]]
| reactie op =
| beïnvloed door = [[Heraclitus]], [[Aischylos]], [[Plato]], [[Baruch Spinoza]], [[Immanuel Kant]], [[Arthur Schopenhauer]], [[Richard Wagner]]
| beïnvloedde = [[Levensfilosofie]], [[Georges Bataille]], [[Sigmund Freud]], [[José Ortega y Gasset]], [[Forum (literair tijdschrift)|Forum]], [[Theodor Adorno]], [[existentialisme]], [[Martin Heidegger]], [[postmoderne filosofie]], [[Michel Foucault]], [[Bernard Williams (filosoof)|Bernard Williams]], [[Gilles Deleuze]], [[Jacques Derrida]], [[Richard Rorty]]
| partij =
| religie =
Regel 113:
Nietzsche heeft zich afgekeerd van de christelijke moraal. Dit hangt direct samen met een afwijzing van de bovenwerelden. We hebben volgens Nietzsche geen andere keuze dan de wereld te beamen zoals zij is, inclusief alle leed. Alle bovenwerelden zijn bedacht om het lijden en het menselijk onbehagen uit te kunnen houden.
 
NietzscheTevens heeft tevensNietzsche kritiek op de [[utilisme|utilistische]] moraal van Engelse filosofen zoals [[Jeremy Bentham]] en [[John Stuart Mill]]. De utilisten gaan uit van de vooronderstelling dat het kwalificeren van een handeling als goed of slecht toekomt aan degenen die daarvan het voorwerp zijn. Dat is volgens Nietzsche echter niet vanzelfsprekend. Het toekennen van namen aan de werkelijkheid is een uiting van macht. Het kwalificeren van goede en slechte daden komt dus aan de machtigen, de actieven, toe. De sterken en de handelenden gaan niet uit van het nut voor de ander of voor de samenleving, maar vanuit hun eigen gevoel van krachtontplooiing, hun eigen verhevenheid en suprematie.
 
Nietzsche suggereert dat een omwenteling van morele waarden heeft plaatsgevonden. De moraal van de zwakken overheerst momenteel de moraal van de sterken. De zwakken bepalen op dit moment wat 'goed' en 'slecht' is.