Frederik de Houtman: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Breng een verbetering aan of ga ermee naar de overlegpagina. Dit is geen optie.
Regel 78:
[[Maurits van Oranje|Maurits van Nassau]], de latere [[prins van Oranje]], had de sultan gewapende ondersteuning toegezegd tegen al zijn vijanden, in de hoop Frederik de Houtman en de andere Hollanders vrij te krijgen.<ref>Wennekes, Wim (1996) Gouden Handel. De eerste Nederlanders overzee, en wat zij daar haalden. Atlas, Amsterdam, blz. 126</ref> De sultan kreeg wapens, spiegels en geld. Ook werd hij financieel gecompenseerd voor de plundering door de vloot van Van Caerden eerder dat jaar.{{#tag:ref|Mitrasing concludeert dat de Hollanders door een vergoeding te betalen afstand deden van het internationale recht. bron: Mitrasing, Ingrid Saroda (2011), blz. 85|group=noot}}<ref>[[W.Ph. Coolhaas|Coolhaas, W.Ph.]] (1960) Generale Missiven van gouverneurs-generaal en raden aan Heren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie, Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, volume I, blz. 54</ref><ref>Jonge, J.K.J. de (1864) De Opkomst van het Nederlandsch gezag in Oost-Indië, volume II, Martinus Nijhof, 's-Gravenhage, blz. 234</ref>
 
Op 25 augustus 1601, na 26 maanden gevangenschap, was De Houtman weer een vrij man.{{#tag:ref|Gerard le Roy en [[Laurens Bicker]] hadden van de sultan toestemming gekregen een [[factorij]] te stichten in Atjeh en kregen een introductiebrief mee voor een [[Mogolrijk|moghul]]vorst in wat nu [[India]] is.|group=noot}}<ref>Mitrasing, Ingrid Saroda (2011), blz. 87</ref> Op 29 november vertrok De Houtman met een Atjehse overheidsdelegatie naar het vaderland, waar hij op 6 juli 1602 aankwam.<ref>Dam, M.J. van (1998), blz. 82 Nota Bene: Deze referentie is fout want er wordt daarin geen gewag gemaakt van een "Atjehse overheidsdelegatie" naar Nederland</ref>
 
== Spraeck ende woordboeck ==