Trekvaart: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
effe save
Regel 1:
{{meebezig}}
[[Bestand:Gezicht op de (huidige) Trekvliet.jpg|thumb|[[Trekvliet (Leiden)|Trekvliet]] bij Leiden in 1788]]
[[Bestand:Horse-drawn canal boat approaching the swingbridge from the south. - geograph.org.uk - 1564278.jpg|thumb|[[Cromford Canal]] met trekschuit, Engeland]]
Regel 6 ⟶ 7:
Een '''trekvaart''' is een gegraven [[waterweg]], bestemd voor [[trekschuit]]en. Langs de trekvaart liep het zogeheten [[jaagpad]], waarlangs de trekschuit werd [[jagen (schip)|gejaagd]] door een paard. Trekvaarten hadden als voordeel dat de scheepvaartroute tussen twee plaatsen kon worden verkort. De trekvaart maakte ook een regelmatig vervoer van personen en post mogelijk omdat men niet afhankelijk was van de wind. In de [[19e eeuw]] raakte het vervoer via de trekvaart echter overvleugeld door vervoer via een [[spoorweg]].
 
==Nederland Achtergrond ==
Het vanaf de wal voorttrekken van schepen is op zijn minst sinds de [[Romeinse Rijk|Romeinen]] bekend. In de tijd van [[Karel de Grote]] en onder diens gezag werden landeigenaren reeds verplicht langs waterwegen stroken grond aan te houden voor het slepen van schepen.<ref name="BVK46">Brouwer & Van Kesteren, p. 46.</ref> Veel zeilschepen werden bij gelegenheid gejaagd, bijvoorbeeld bij tegenstroom of ongunstige wind. Uit verscheidene gravures en schilderijen uit de zestiende en zeventiende eeuw valt op te maken dat voorafgaand aan de aanleg van trekvaarten al regelmatig schepen vanaf de wal werden gesleept, althans voor een deel van het traject.<ref name="BVK46" />
 
Vóór de komst van de trekschuit speelden [[Beurtvaart|beurtschepen]] een belangrijke rol in het reizigersvervoer. Door de dienstregelingen waaraan de beurtschippers waren gebonden, was in ieder geval de vertrektijd bekend. De aankomsttijd stond echter niet vast, omdat de wind een onzekere factor vormde voor de zeilvaart. Ook was gezeild vervoer bij grotere windsnelheden niet altijd even aangenaam. Daarnaast was de toestand van de vaarwegen verre van ideaal. Door ijsgang gedurende de winter kon soms maanden niet gevaren worden en nadat de dooi had ingezet, verhinderde hoog water vaak de afvaarten. Her en der ontbraken jaagpaden of lagen ze afwisselend aan de ene en dan weer de andere zijde van de vaarweg.
 
=== Kanalenbouw ===
In de Nederlanden was de aanleg van kanalen sinds het begin van de jaartelling bekend. Voorbeelden hiervan zijn het [[kanaal van Corbulo]] en de [[Drususgracht]]. Vanaf de [[middeleeuwen]] werden kanalen gegraven ten behoeve van het vervoer over water, maar ook om de afwatering te bevorderen. De eerste delen van de [[Vliet (Zuid-Holland)|Vliet]] tussen [[Leiden]] en [[Delft]] werden in de elfde eeuw aangelegd en ook de [[Schie]] dateert uit de middeleeuwen. In 1288 werd de [[Vaartse Rijn]] aangelegd om [[Utrecht (stad)|Utrecht]] beter bereikbaar te maken.
 
De vroegste kanalen in de Nederlanden werden gegraven met het oog op kleinere, gezeilde vaartuigen. Toen deze groter werden, was jagen de enige optie. Ook werden ze aangelegd voor alle vormen van vervoer over water, zoals passagiers, vracht en vee.
 
== Nederlanden ==
De eerste trekvaart lag in [[Graafschap Vlaanderen|Vlaanderen]], maar al spoedig na de aanleg daarvan werden ook in [[Holland]] en [[Friesland]] trekvaarten aangelegd. De eerste [[Nederland]]se trekvaart was de [[Haarlemmertrekvaart (Amsterdam)|Haarlemmertrekvaart]], tussen [[Amsterdam]] en [[Haarlem]]. In [[1631]] dienden deze steden bij de [[Staten van Holland]] een verzoek in om een trekvaart te mogen aanleggen, en in [[1634]] was de trekvaart voltooid. De eerste trekvaarten werden aangelegd als verbindingen tussen twee steden, maar in de loop van de 17e eeuw werden steeds meer afzonderlijke trekvaarten aan elkaar gekoppeld. Zo ontstonden twee grote trekvaartnetwerken, in het Zuiden (huidige Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht (provincie)) en in het noorden (huidige Groningen (provincie) en Friesland)<ref>Ed Taverne en Irmin Visser (redactie). Stedebouw: De geschiedenis van de stad in de Nederlanden van 1500 tot heden. Uitgeverij SUN, Amsterdam, 2004, ISBN 90 6168 401 3. Pagina 43</ref>. Rond [[1700]] was het netwerk van Nederlandse trekvaarten op zijn hoogtepunt; er was toen zo'n 415 kilometer aangelegd.
 
De trekvaarten in Holland en Utrecht waren tussen vijftien en achttien meter breed. De diepte bedroeg ongeveer 2,5 meter. Bij de aanleg werd met de uitgegraven grond aan beide zijden van de vaart een [[kade]] aangelegd, aan een kant was deze zo breed dat er een [[jaagpad]] op kon worden ingericht. Langs een trekvaart stonden op bepaalde punten [[Rolpaal (scheepvaart)|rolpalen]]. Deze dienden om het trektouw zodanig te geleiden dat een bocht in de waterweg genomen kon worden. Bij de kruispunten van trekvaarten werden ook [[kwakel]]s, h(oge voetgangersbruggen) aangelegd, zodat men de trekvaart kon oversteken.
 
== Trekvaarten in Holland ==
* [[Haarlemmertrekvaart (Amsterdam)|Haarlemmertrekvaart]] ([[Amsterdam]] – [[Haarlem]]; [[1631]]-[[1634]])
* [[Trekvaart Haarlem-Leiden|Leidse trekvaart]] ([[Haarlem]] – [[Leiden]])
Regel 23 ⟶ 34:
* [[Vlaardingsevaart]] ([[Schipluiden]] - [[Vlaardingen]])
 
== Trekvaarten in Friesland ==
* [[Bolswardertrekvaart]] ([[Leeuwarden (stad)|Leeuwarden]] – [[Bolsward]])
* [[Dokkummertrekvaart]] ([[Leeuwarden (stad)|Leeuwarden]] – [[Dokkum]])
Regel 32 ⟶ 43:
* [[Workumertrekvaart]] ([[Workum]] - [[Bolsward]])
 
== Trekvaarten in Groningen ==
* [[Hoendiep]]
* [[Boterdiep]]
Regel 47 ⟶ 58:
* [[Oude Wetering(Overijssel)]]. ([[Mastenbroek]] - [[Zwolle]])
 
{{Appendix}}|2=
* Brouwer, P. en G. van Kesteren, m.m.v. A. Wiersma (2008); ''Berigt aan de heeren reizigers. 400 jaar openbaar vervoer in Nederland''; Sdu uitgevers, Den Haag, ISBN 9789012114806.
* Filarski, R. (2014); ''Tegen de stroom in. Binnenvaart en vaarwegen vanaf 1800''; Matrijs, Utrecht ISBN 9789053454770.
----
{{References}}
}}
{{Navigatie landschapselementen}}
[[Categorie:Waterbouwkunde]]