Schuifmaat: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 145.131.187.46 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Magere Hein
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 5:
Een '''schuifmaat''' of '''schuifpasser''' is een [[Meetgereedschap|meetinstrument]] waarmee buitenmaten, binnenmaten en dieptematen kunnen worden gemeten met aanmerkelijk grotere nauwkeurigheid dan met een [[liniaal]] of [[duimstok]]. De gebruikelijke schuifmaten hebben een meetnauwkeurigheid van 1/10 of 1/20 mm.
 
De schuifmaat bestaat uit een vast deel met een meetlat die verdeeld is in millimeter maar vaak ook in inch, op het uiteinde bevinden zich twee meetbekken. Het losse deel bestaat uit een schuif met een [[nonius]] en twee meetbekken. Aan de schuif is een meetpen bevestigd, verder is deze voorzien van een klemlip waarmee na indrukken de schuif kan worden verplaatst. Er zijn modellen zonder klemlip, de schuif wordt dan vastgezet met kartelschroefje...
 
In gesloten stand liggen de meetbekken van de liniaal en van de schuif met de schuingeslepen meet- of meskanten tegen elkaar. De meetpen is dan helemaal ingeschoven. De nullijn van de nonius en de nullijn van de liniaal liggen in dit geval precies in elkaars verlengde. Men noemt dit de nulstand van de schuifmaat. Bij het bewegen van de schuif gaan de meetbekken voor het meten van binnen- en buitenmaten open, op uiteinde komt de meetpen tevoorschijn waarmee dieptematen kunnen worden gemeten.