Cees Fasseur: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
StroopwafelBot (overleg | bijdragen)
k zie verzoek wp:TBC
1x voornaam noemen van hoofpersoon is meestal genoeg, conform gebruik op WP:NL
Regel 28:
Cees Fasseur werd in 1938 geboren in [[Balikpapan]] op Borneo, in het toenmalige [[Nederlands-Indië]]. Zijn vader was werkzaam voor de [[Bataafse Petroleum Maatschappij]]. Tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië werden Fasseur, zijn moeder en zijn zusje opgesloten in het [[Jappenkampen in Nederlands-Indië|jappenkamp]] [[Lampersari]] op [[Java (eiland)|Java]].
 
In de zomer van 1946 keerde het gezin Fasseur terug naar Nederland. Cees Fasseur volgde de lagere school en het [[Stedelijk Gymnasium Leiden|Stedelijk Gymnasium]] te [[Leiden]]. Hij studeerde van 1957 tot 1965 rechten en geschiedenis aan de [[Universiteit Leiden|Rijksuniversiteit Leiden]], waar hij lid was van het [[LSV Minerva|Leids Studentencorps]] en het Leids Historisch Dispuut Robert Fruin.
 
Tussen 1963 en 1965 was hij doctoraalassistent [[strafrecht]] aan diezelfde universiteit. Vervolgens was hij tot 1986 raadadviseur voor de wetgeving aan het [[Ministerie van Justitie (Nederland)|ministerie van Justitie]]. Gedurende en ook na die periode hield hij zich bezig met [[abortus]]wetgeving, [[euthanasie]]wetgeving en de nieuwe [[politie in Nederland|politie]]wet. Na zijn [[wetenschappelijke promotie]] op een [[Nederlands-Indië|Nederlands-Indisch]] onderwerp (het [[cultuurstelsel]]) in 1975 was hij daarnaast van 1977 tot 1986 [[bijzonder hoogleraar]] vanwege het [[Leids Universiteits Fonds]] (LUF) in de Geschiedenis van de Europese Expansie.
Regel 36:
Hij was een van de leden van de onderzoekscommissie verantwoordelijk gesteld voor het veertiende en laatste deel van [[Loe de Jong]]s ''[[Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog]]''.<ref>{{cite news|url=http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/over-het-nut-en-nadeel-van-geschiedschrijving-voor-het-rijk|title=Over het Nut en Nadeel van Geschiedsschrijving voor het Rijk|last=Kristel|first=Connie|date=6 juli 1991|work=[[NRC Handelsblad]]|accessdate=12 december 2011}}</ref> Tussen 1986 en 2001 was Fasseur gewoon [[hoogleraar]] aan de [[Universiteit Leiden]] in de [[geschiedenis van Zuidoost-Azië]], in het bijzonder van [[Indonesië]] en zijn betrekkingen tot Nederland. Tot zijn promovendi behoren [[Vincent Houben]] en [[Wim van den Doel]]. In ''De Indologen. Ambtenaren voor de Oost 1825-1950'' gaf hij een schets van honderd jaar Indisch ambtenarenonderwijs die toont hoe de telkens veranderende opleiding de koloniale mentaliteit weerspiegelde. In 2002 werd hij [[rechter|raadsheer]] bij het [[gerechtshof (Nederland)|gerechtshof]] te [[Amsterdam]], welke functie hij tot medio 2006 bekleedde. Van 2003 tot 2008 was hij ook lid van de Commissie van Toezicht op de Nederlandse Inlichtingendiensten.<ref>[http://www.ctivd.nl ctivd.nl]</ref> In 2009 maakte hij deel uit van de ''Commissie van Onderzoek Besluitvorming Irak'', beter bekend als de [[commissie-Davids]], die begin 2010 aan de regering rapporteerde.
 
Cees Fasseur overleed onverwachts door complicaties bij een operatie.
 
== Publicaties ==
Als ambtenaar op het [[Ministerie van Justitie]] voerde hij in de jaren zestig van de twintigste eeuw een archiefonderzoek uit naar aanleiding van de commotie die ontstond na krantenpublicaties over Nederlandse wandaden begaan tijdens de [[Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog|politionele acties]] in Indië. Het rapport ging de geschiedenis in als de [[Excessennota]]. Omdat hij in tegendstelling tot minister-president [[Piet de Jong]] vond dat verder onderzoek nodig was, schreef hij aan de vooravond van het debat over de Nota onder de schuilnaam B.B. van Dongen een kritische brief aan [[Vrij Nederland]].<ref name="NRC20160314">Funnekotter, B. (2016) ''Verteller, geen zedenmeester''. [[NRC Handelsblad]], 14 maart, p. 6</ref><ref name="VN20160314">Ede Botje, H. (2016) ''Cees Fasseur pleitte al in 1969 anoniem voor nader onderzoek naar excessen in Indië''. Vrij Nederland, 14 maart 2016</ref> Fasseur heeft verscheidene publicaties over de [[Nederlands-Indië|Nederlands-Indische]] geschiedenis op zijn naam staan.
 
Hij werd bij het grote publiek vooral bekend door zijn tweedelige [[biografie]] over koningin [[Wilhelmina der Nederlanden]]. Hierin gaf Fasseur onder meer een kritische visie op de beschuldigingen van historica [[Nanda van der Zee]], die Wilhelmina lafheid en ongrondwettelijk gedrag had verweten.