De Cock en de dode tempeliers: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Robbot (overleg | bijdragen)
k Robotgeholpen doorverwijzing: Kling - Koppeling(en) gewijzigd naar lemmet
Regel 16:
Tegen zijn gewoonte is rechercheur De Cock deze dag op tijd op het werk. Via zijn vrouw had hij vernomen dat de relatie tussen Dick Vledder en zijn Edmay ten einde was. Met nauwelijks verholen vreugde stelt hij de desbetreffende vraag aan zijn collega, die het verdrietig beaamt. De Cock weet nog dat Dick en Edmay serieuze trouwplannen hadden en dat hij en zijn vrouw getuige bij het huwelijk zouden zijn. Dick zoekt de breuk in zijn vak van rechercheur. Eerder heeft Céline hem al verlaten voor een [[accountant]]. Edmay koos voor een collega op haar kantoor met nette werktijden van 9 tot 5. Hun discussie over het huwelijk van vroeger en nu wordt onderbroken door het bezoek van Gabriëlle de Lavaterne, geboren De Vries. Haar man Anthonie is bankier bij de IJsselsteinse Bank in Amsterdam en elke avond stipt om 6 uur thuis. Ze vreest nu dat haar man is vermoord.
 
Zoals gewoonlijk wil Dick Vledder niet veel aan de zaak doen. Die Anthonie Renardel de Lavaterne is gewoon een avond doorgezakt. De Cock beziet dit soort zaken altijd 180 graden anders. De Cock wil eerst eens met zijn secretaresse op de bank gaan praten. Voordat ze zover komen meldt de wachtcommandant een lijk in het [[souterrain]] aan de [[Herengracht (Amsterdam) |Herengracht]] met een dolk tussen de schouders. Op de [[plaats delict]] komen ze in contact met een soort huisbewaarster, die het pand in de gaten houdt en het schoonmaakt. De eigenaresse Vera de Koning is na de dood van haar vader in haar kleine villa in het Gooi gaan wonen en probeert het monumentale pand via een makelaar te verkopen. Ze heeft alle sleutels van het pand, maar vandaag had ze die niet nodig want het souterrain was niet afgesloten. Ze zegt dat ze binnen niets heeft aangeraakt, toen ze bijna over de dode man struikelde. Ze heeft een zwager bij de politie, de broer van haar man, en die kennen de twee rechercheurs goed. Het is collega Hans Rijpkema, voorheen zelfs werkzaam aan het bureau Warmoesstraat. De Cock zegt nog dat Hans een perfecte vent is en draagt haar over aan Dick Vledder voor verder verhoor. Zelf buigt hij zich over het lijk, waar de dolk, een ponjaard, nog 7 cm uitsteekt. De dolk lijkt door de koperen scheiding tussen greep en [[lemmet|kling]] op een kruis. Dick Vledder herkent hijgend van de overhandigde foto de vermiste Anthonie. Lijkschouwer Den Koninghe geeft als zijn bescheiden mening dat dit keer de moordenaar kleiner is dan het slachtoffer.
 
Terug aan het politiebureau discussiëren De Cock en Vledder over de sleutels van het pand. Ze worden onderbroken door de eigenaresse. Het is de wonderschone jonge vrouw Vera de Koning, die wil weten wat voor afschuwelijke zaken zich in haar pand hebben afgespeeld. Haar arrogante toon verdwijnt als ze op foto het slachtoffer herkent. De Lavaterne was de bankier van haar overleden vader. Ze geeft toe dat ze allebei lid waren van de Broeders van het Kruis met een tempel aan de [[Vrijheidslaan]]. Zelf is ze gescheiden van topsporter Robert Finken. Ze schrikt van de ponjaard als een kruis. Volgens haar duidt dat op een actie van de Broederschap van het Kruis. De Bloedraad van dit genootschap heeft de macht over leven en dood en spreekt in bijzondere gevallen het doodvonnis uit. Een symbolische kruisiging met de Ponjaard van het Kruis.