Augustinus van Hippo: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Leven: --> korter
→‎Leven: --> structuur
Regel 44:
 
== Leven ==
===Jeugd en vroege carrière===
Augustinus werd geboren en is gestorvenstierf in de toenmalige [[kerstening|gekerstende]] West-Romeinse provincie [[Africa]], tegenwoordig noordoost [[Algerije]] en noord-[[Tunesië]] in de [[Aures-gebergten]] genoemd. Hij werd geboren in het provinciestadje [[Thagaste]] (het tegenwoordige Souk-Ahras) als zoon van [[Romeinen (volk)|Romein]]se en [[Fenicisch]]e ouders<ref>Power, Kim (1999) "Family, Relatives", pp. 353–54 in Augustine Through the Ages: An Encyclopedia. Allan D. Fitzgerald, ed. Grand Rapids: Wm. B. Eerdmans, ISBN 978-0-8028-3843-8.</ref>. Hij identificeerde zich voornamelijk als een FenicierFeniciër, die [[Latijn]] sprak<ref>Mark Ellingsen (2005): ''[https://books.google.nl/books?id=ZeU4uCL8DfUC&printsec=frontcover&dq=The+Richness+of+Augustine:+His+Contextual+and+Pastoral+Theology&hl=nl&sa=X&ved=0CCMQ6AEwAGoVChMIt4SosuS3xwIVQW0UCh2FggOf#v=onepage&q=African%20punic%20berber&f=false The Richness of Augustine: His Contextual and Pastoral Theology.]]'', Westminster John Knox Press, 2005. ppag. 10. "For surely considering you are an African, and that we are both settled in Africa, you should not have so forgotten yourself when writing to Africans..." https://books.google.nl/books?id=ZeU4uCL8DfUC&printsec=frontcover&dq=The+Richness+of+Augustine:+His+Contextual+and+Pastoral+Theology&hl=nl&sa=X&ved=0CCMQ6AEwAGoVChMIt4SosuS3xwIVQW0UCh2FggOf#v=onepage&q=African%20punic%20berber&f=false</ref>. Ook identificeerde hij zich met de oude Libiërs. Zijn ouders waren de raadsheer Patricius en [[Monica (heilige)|Monica]], een vrome christelijke vrouw. Hij overleed in [[Hippo Regius]] (het tegenwoordige [[Annaba (stad)|Annaba]]), waar hij van 396 tot zijn dood bisschop was.
 
Zijn ouders hadden het financieel niet breed, maar trachtten desondanks hem de beste opvoeding van die tijd te geven. Augustinus genoot lager en voorbereidend hoger onderwijs in Thagaste en Madaura. Na de vroege dood van zijn vader liet moeder Monica (financieel gesteund door anderen) hem studeren. InTot 375,verdriet opvan 21-jarigezijn leeftijd,moeder werdMonica hijleidde leraarAugustinus intijdens zijn geboorteplaats,jonge enjaren aanvankelijk een in christelijke ogen losbandig leven. Met het17 jaar daaropbegon vestigdeAugustinus hijeen zichrelatie inmet een jong meisje.<ref>{{en}}[[Carthago]http://www.newadvent.org/cathen/01141e.htm Adeodatus], als leraarlemma in de [[retoricaCatholic Encyclopedia]]., Vermoedelijk1913 in 383Relatie verhuisdeen hijzoon naarworden Rome,alhier waarnavermeld.</ref> hijIn in372 384kregen totze retoreen aanzoon, hetAdeodatus hof("gegeven door God"). Augustinus vermeldde dit in Milaanzijn werdBelijdenissen (9, 6,14). Ze zouden 13 jaar benoemdsamenleven.
 
TotIn verdriet375, vanop zijn21-jarige moederleeftijd, Monicawerd leiddehij Augustinusleraar tijdensin zijn jongegeboorteplaats, jarenen aanvankelijk een in christelijke ogen losbandig leven. Met 17het jaar begondaarop Augustinusvestigde eenhij relatiezich metin een jong meisje.<ref>{{en}}[http://www.newadvent.org/cathen/01141e.htm Adeodatus[Carthago]], lemmaals leraar in de [[Catholic Encyclopediaretorica]], 1913 — Relatie en zoon worden alhier vermeld.</ref> In 372 kregen ze een zoon, Adeodatus ("gegeven door God"). Augustinus vermeldde ditVermoedelijk in zijn383 Belijdenissenverhuisde (9,hij 6,14). Ze zouden 13 jaarnaar samenlevenRome. Na kennismaking met het werk van de Romeinse filosoof [[Marcus Tullius Cicero|Cicero]] besloot hij [[filosofie]] te studeren op zoek naar de waarheid, met name over een zuiver Godsbegrip in relatie tot de oorsprong van het [[goed en kwaad|kwaad]]. Aanvankelijk meende hij deze waarheid te vinden in het [[manicheïsme]]. Deze [[syncretisme (religie)|syncretistische]] (en na zijn bekering door Augustinus heftig als ketters bestreden) stroming ging uit van de rationele [[dualisme|dualistische]] gedachte dat er naast God als het hoogste Goed een afzonderlijke entiteit Kwaad bestaat. Zodoende kon God de Schepper niet als oorsprong van het Kwaad en de [[Zonde (christendom)|zonde]] worden beschouwd (het probleem van de [[theodicee]]). Goed en Kwaad strijden als gelijkwaardige partijen tegen elkaar. Vanaf 376 was Augustinus gedurende tien jaar lid van de gemeenschap van de manicheeërs.
In Milaan hoorde Augustinus eens [[Ambrosius van Milaan|Ambrosius]], de bisschop van Milaan, preken en raakte daardoor geboeid. Deze nam zijn intellectuele bezwaren tegen de [[Bijbel (christendom)|Bijbel]] weg. Maar door het christelijk geloof in het hart geraakt werd hij pas later. Augustinus beschreef zijn [[bekering]] in zijn [[autobiografie|autobiografische]] [[Confessiones]] (''Belijdenissen''). In 386 bekeerde hij zich tot het [[christendom]]. Hij werd met [[Pasen]] in [[387]] door Ambrosius gedoopt. Hierna keerde hij terug naar zijn geboorteplaats in Africa, tijdens welke reis zijn moeder Monica in [[Ostia Antica|Ostia]] overleed. Na zich in Thagaste een paar jaar in stilte met Bijbelstudie te hebben beziggehouden, werd Augustinus in [[391]] half tegen zijn wil tot [[priester]] gewijd en in 395 tot medebisschop (met het recht van opvolging van de bisschop van Hippo Regius). Van 396 tot zijn dood in 430 was hij bisschop van de Kerk van Hippo Regius. Ook in die functie bleef hij een sober kloosterleven leiden in zijn bisschoppelijke woning.
Augustinus stierf in 430 tijdens het beleg van en vlak voor de inname van Hippo door de [[Vandalen]]. Volgens de overlevering moedigde hij de bewoners van Hippo aan om zich te verzetten tegen de Vandalen, vooral omdat de Vandalen een [[Arianisme|ariaanse]] variant van het christendom aanhingen, die Augustinus als [[ketter]]s beschouwde.
 
Vanaf 376 was Augustinus gedurende tien jaar lid van de gemeenschap van de manicheeërs. Onder invloed van de Griekse filosofie keerde hij zich af van het [[manicheïsme]]. In het [[neoplatonisme]], met name bij [[Plotinus]] vond hij een beter antwoord op de vraag waar het kwaad vandaan komt. Het kwaad was, zo zag Augustinus het toen, een beroving van het goede; geen opzichzelfstaande entiteit, maar de verkeerdheid van de menselijke [[Wil (begrip)|wil]] die zich van God heeft afgewend. Zijn bekering tot het christendom geschiedde niet op basis van rationele inzichten, maar door een persoonlijke crisis.
Tot verdriet van zijn moeder Monica leidde Augustinus tijdens zijn jonge jaren aanvankelijk een in christelijke ogen losbandig leven. Met 17 jaar begon Augustinus een relatie met een jong meisje.<ref>{{en}}[http://www.newadvent.org/cathen/01141e.htm Adeodatus], lemma in [[Catholic Encyclopedia]], 1913 — Relatie en zoon worden alhier vermeld.</ref> In 372 kregen ze een zoon, Adeodatus ("gegeven door God"). Augustinus vermeldde dit in zijn Belijdenissen (9, 6,14). Ze zouden 13 jaar samenleven. Na kennismaking met het werk van de Romeinse filosoof [[Marcus Tullius Cicero|Cicero]] besloot hij [[filosofie]] te studeren op zoek naar de waarheid, met name over een zuiver Godsbegrip in relatie tot de oorsprong van het [[goed en kwaad|kwaad]]. Aanvankelijk meende hij deze waarheid te vinden in het [[manicheïsme]]. Deze [[syncretisme (religie)|syncretistische]] (en na zijn bekering door Augustinus heftig als ketters bestreden) stroming ging uit van de rationele [[dualisme|dualistische]] gedachte dat er naast God als het hoogste Goed een afzonderlijke entiteit Kwaad bestaat. Zodoende kon God de Schepper niet als oorsprong van het Kwaad en de [[Zonde (christendom)|zonde]] worden beschouwd (het probleem van de [[theodicee]]). Goed en Kwaad strijden als gelijkwaardige partijen tegen elkaar. Vanaf 376 was Augustinus gedurende tien jaar lid van de gemeenschap van de manicheeërs.
 
Onder invloed van de Griekse filosofie keerde hij zich af van het [[manicheïsme]]. In het [[neoplatonisme]], met name bij [[Plotinus]] vond hij een beter antwoord op de vraag waar het kwaad vandaan komt. Het kwaad was, zo zag Augustinus het toen, een beroving van het goede; geen opzichzelfstaande entiteit, maar de verkeerdheid van de menselijke [[Wil (begrip)|wil]] die zich van God heeft afgewend. Zijn bekering tot het christendom geschiedde niet op basis van rationele inzichten, maar door een persoonlijke crisis.
===Bekering===
In 384 werd Augustinus tot retor aan het hof in Milaan werd benoemd. In Milaan hoorde Augustinus eens [[Ambrosius van Milaan|Ambrosius]], de bisschop van Milaan, preken en raakte daardoor geboeid. Deze nam zijn intellectuele bezwaren tegen de [[Bijbel (christendom)|Bijbel]] weg. Maar door het christelijk geloof in het hart geraakt werd hij pas later. Augustinus beschreef zijn [[bekering]] in zijn [[autobiografie|autobiografische]] [[Confessiones]] (''Belijdenissen''). In 386 bekeerde hij zich tot het [[christendom]]. Hij werd met [[Pasen]] in [[387]] door Ambrosius gedoopt. Hierna keerde hij terug naar zijn geboorteplaats in Africa, tijdens welke reis zijn moeder Monica in [[Ostia Antica|Ostia]] overleed. Na zich in Thagaste een paar jaar in stilte met Bijbelstudie te hebben beziggehouden, werd Augustinus in [[391]] half tegen zijn wil tot [[priester]] gewijd en in 395 tot medebisschop (met het recht van opvolging van de bisschop van Hippo Regius). Van 396 tot zijn dood in 430 was hij bisschop van de Kerk van Hippo Regius. Ook in die functie bleef hij een sober kloosterleven leiden in zijn bisschoppelijke woning.
 
===Benoeming tot bisschop===
Na zich in Thagaste een paar jaar in stilte met Bijbelstudie te hebben beziggehouden, werd Augustinus in [[391]] half tegen zijn wil tot [[priester]] gewijd en in 395 tot medebisschop (met het recht van opvolging van de bisschop van Hippo Regius). Van 396 tot zijn dood in 430 was hij bisschop van de Kerk van Hippo Regius. Ook in die functie bleef hij een sober kloosterleven leiden in zijn bisschoppelijke woning.
 
Als [[priester]] en [[bisschop]] werd Augustinus een gerenommeerd predikant. Er zijn bijna zeshonderd preken van hem overgeleverd, naar schatting 10% van het totale aantal preken dat hij heeft gehouden. Een deel van zijn predikend leven besteedde hij aan de bestrijding van de aanhangers van met name de andersdenkende (ketterse) stromingen van het manicheïsme, het [[donatisme]] en het [[Pelagius (monnik)|pelagianisme]], maar vooral was hij pastoraal bewogen en bezorgd om het welzijn van de mensen die aan zijn zorg als bisschop waren toevertrouwd.
 
===Dood===
Augustinus stierf in 430 in [[Hippo Regius]] (het tegenwoordige [[Annaba (stad)|Annaba]]), waar hij van 396 tot zijn dood bisschop was, tijdens het beleg van en vlak voor de inname van Hippo door de [[Vandalen]]. Volgens de overlevering moedigde hij de bewoners van Hippo aan om zich te verzetten tegen de Vandalen, vooral omdat de Vandalen een [[Arianisme|ariaanse]] variant van het christendom aanhingen, die Augustinus als [[ketter]]s beschouwde.
 
== Geschriften ==