Ronnie Peterson: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k geen apostrof
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 53:
10 september 1978 : Na de opwarmronde reden de 24 auto's op naar de startgrid. De racestarter zwaaide echter te vroeg met de vlag: de eerste coureurs hadden hun plek op de grid net ingenomen terwijl de auto's in de tweede helft van het veld nog naar hun startposities rolden. Het resultaat was dat het complete veld in elkaar schoof in de bottleneck vlak voor de eerste chicane (waar de baan half zo breed was als bij start/finish) met een massacrash als gevolg. [[Riccardo Patrese]], door velen gezien als de man die het ongeluk veroorzaakte, kwam volgens sommigen tijdens een wilde inhaalbeweging in contact met [[James Hunt]], hoewel foto's aantoonden dat er nog ruimte zat tussen de twee bolides. Hoe dan ook, Hunt week uit voor Patrese, en tikte met het linkervoorwiel van zijn wagen het rechterachterwiel van Petersons Lotus aan. Ook [[Vittorio Brambilla]], [[Hans-Joachim Stuck]], [[Patrick Depailler]], [[Didier Pironi]], [[Derek Daly]], [[Clay Regazzoni]] en [[Brett Lunger]] raakten betrokken bij de crash.
 
Petersons [[Lotus 78]] boog scherp af naar rechts en knalde bijna frontaal op de vangrails. De volle brandstoftanks scheurden open en de bolide veranderde in een vuurbal. Peterson zat door de klap bekneld in z'n wagen, maar Hunt, Regazzoni and Depailler bevrijdden hem uit de vlammenzee voordat hij al te zware brandwonden zou oplopen. Hij was volledig bij bewustzijn en werd in het midden van de baan gelegd. Het was duidelijk dat Peterson zeer zwaargewond was aan beide benen. Het duurde 20 minuten voordat er dokteren en een ambulance ter plaatse warenwas. Er was op dat moment meer bezorgdheid rond de toestand van Brambilla, die een rondvliegend wiel op zijn hoofd had gekregen en in bewusteloze toestand in zijn auto zat. Petersons leven was op dat moment niet in gevaar. Hij werd overgebracht naar een hospitaal in [[Milaan (stad)|Milaan]], de brokstukken werden van het circuit gehaald en er werd een herstart gegeven.
 
In het hospitaal werd duidelijk dat Peterson zeventien breuken in het rechterbeen had en drie in het linkerbeen. Na overleg met Peterson zelf, besloten de artsen tot operatie over te gaan om de beenderen te stabiliseren, maar 's nachts na de operatie vermengde zich door de beenbreuken beenmerg van zijn benen in de bloedbaan. Vetembolieën ontstonden die al snel zijn belangrijkste organen bereikten, zoals longen, lever en hersenen. Tegen de morgen hadden alle organen het opgegeven, en enkele uren later werd hij dood verklaard. De tragedie van dit alles is dat Petersons leven wellicht gered had kunnen worden als hij direct na het ongeval medische bijstand zou hebben verkregen. Peterson werd 34 jaar oud.