Brieven van Paulus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 47351541 van Bertrand77 (overleg) ongedaan gemaakt.(kopie uit ander artikel)
Regel 43:
 
===Hebreeën===
Hoewel in de [[Brief aan de Hebreeën]] niet wordt beweerd dat deze door Paulus is geschreven, werd deze in de vroege periode van het Christendom wel aan Paulus toegeschreven, mogelijk om het anonieme werk een apostolische origine te geven.<ref>{{en}}Harold W. Attridge (1989): ''Hebrews'', Hermeneia, Philadelphia: Fortress, blz. 1-6</ref> In de derde eeuw schreef [[Origenes]] al over de brief: "Mannen uit vroege tijden hebben de brief al overgeleverd als van Paulus, maar wie de brief schreef, weet alleen God."<ref>{{en}}[http://www.newadvent.org/fathers/250106.htm Eusebius Kerkgeschiedenis Boek VI H 25 v14]</ref>
De Brief aan de Hebreeën noemt zelf de auteur niet met name, hoewel de kerkelijke traditie ervan uitgaat dat het [[Paulus (apostel)|Paulus]] was. Omdat de stijl echter zo afwijkend is, erkenden vroege kerkautoriteiten dat sprake was van een andere auteur. Om deze kwestie tot een oplossing te brengen zonder het auteurschap van Paulus op te hoeven geven, werd de afwijkende stijl geweten aan een assistent van Paulus, bijvoorbeeld Lucas of [[Clemens van Rome]]. [[Eusebius van Caesarea|Eusebius]] beschrijft dat reeds de eerste getuigen zich genoodzaakt zagen het auteurschap van Paulus te verdedigen.<ref>Eusebius: ''Ekklèsiastikè Historia'', boek vi, 14:2-5 en 25:11-13. Dit werk kan {{en}}[http://www.newadvent.org/fathers/250106.htm hier online] worden gelezen.</ref> Volgens "de gelukzalige [[presbyter]]" (ongetwijfeld [[Pantenus]]) zou Paulus uit bescheidenheid jegens "de apostel" Christus (Heb 3:1) zijn gebruikelijke briefhoofd "Paulus, de apostel" hebben weggelaten, volgens [[Clemens van Alexandrië]] uit behoedzaamheid voor de joden. Deze laatste meende dat de brief door [[Lucas (evangelist)|Lucas]] uit het [[Hebreeuws]] in het [[Koinè]] zou zijn vertaald. Deze veronderstelling is moeilijk te handhaven, want de brief argumenteert vanuit de [[Septuaginta]]. Maar het bewijst dat Clemens al het verschil in stijl met de onomstreden brieven van Paulus had opgemerkt en probeerde te verklaren. In de derde eeuw maakte [[Origenes]] een nog duidelijker onderscheid tussen auteur en redacteur en hij suggereerde dat Lucas of een andere medewerker de leer van Paulus in zijn eigen woorden had weergegeven, maar zei uiteindelijk over de brief: "Mannen uit vroege tijden hebben de brief al overgeleverd als van Paulus, maar wie de brief schreef, weet alleen God."<ref>{{en}}[http://www.newadvent.org/fathers/250106.htm Eusebius Kerkgeschiedenis Boek VI H 25 v14]</ref> Bij het citeren van de brief is Origenes echter minder genuanceerd en zo verspreidt zich in het oosten het gebruik de brief eenvoudig op naam van Paulus te stellen.
 
In het westen is het auteurschap langer onderwerp van discussie. [[Clemens Romanus]] baseert zich vaak op de ideeën in Hebreeën en neemt zelfs uitdrukkingen letterlijk over, maar hij noemt nooit Paulus' naam in dit verband. [[Tertullianus]] was een van degenen die de brief aan [[Barnabas]] toeschreven.<ref>Tertullianus: ''Pudicitia'' hoofdstuk 20. Dit werk kan {{en}}[http://www.tertullian.org/articles/claesson_pudicitia_translation.htm hier online] worden gelezen.</ref> [[Cyprianus]] citeert Hebreeën nooit; de [[Ambrosiaster]] evenmin en noemt het werk niet in zijn commentaar. In de oudste canons ([[Canon Muratori|Muratori]], 2e eeuw; Cheltenham/Mommsen, 3e eeuw) komt het werk niet voor. Eusebius vertelt dat sommigen in de kerk van [[Rome (stad)|Rome]] het werk afwijzen omdat het niet van Paulus was.<ref>Eusebius: ''Ekklèsiastikè Historia'', boek iii, 3:5 en vi, 20:3. Dit werk kan {{en}}[http://www.newadvent.org/fathers/250106.htm hier online] worden gelezen.</ref> Volgens [[Filastrius van Brescia]] was het werk verdacht, omdat [[Rigorisme|rigoristen]] en [[arianen]] zich op enkele passages eruit beriepen (namelijk 3:2, 6:4 en 10:26). Tegen het einde van de 4e eeuw wordt Paulus definitief vastgesteld als auteur. [[Hiëronymus van Stridon|Hiëronymus]] en [[Augustinus van Hippo|Augustinus]] twijfelen nog wel, maar aanvaarden het werk zonder bedenkingen als canoniek. Dat gaf de doorslag en de [[synode]] van Rome (382) en het [[concilie van Hippo]] (393) voegen Hebreeën toe aan het "corpus paulinum". In de formulering klinkt nog wel de oude twijfel door: "13 brieven van de apostel Paulus, en van dezelfde 1 aan de Hebreeën". Het [[concilie van Carthago]] (419) noemt echter "de 14 brieven van Paulus".
 
Als in de [[Renaissance]] de stijl en woordenschat van Hebreeën opnieuw wordt bestudeerd, herleeft de twijfel. Er worden veel overeenkomsten gezien met de leer van Paulus, maar de taalverschillen worden als te groot beschouwd. Ook zou de apostel nooit zo over zichzelf hebben gesproken, als de auteur van Hebreeën doet (2:3). Toch duurt het tot de twintigste eeuw voordat algemeen wordt aangenomen dat Paulus ''niet'' de auteur is. In [[1914]] bepaalde de [[Pauselijke Bijbelcommissie]] dat men het auteurschap van Paulus niet in twijfel mocht trekken, maar dat wel van een niet-paulijnse redactie mocht worden gesproken. Sindsdien hebben de katholieke exegeten dit zeer ruim geïnterpreteerd en wordt Hebreeën beschouwd als een zelfstandig werk, geschreven door iemand uit de kring van Paulus. Hoewel verschillenden de hand van Paulus zien in het "begeleidend schrijven" (13:22-25), is het goed mogelijk dat de apostel het werk, dat niet het zijne was, door een zendbriefje zou 'dekken' met zijn gezag. In dat geval zou de brief ook tijdens het leven van Paulus zijn geschreven. De Alexandrijnen hebben bij wijze van veronderstelling [[Clemens Romanus]] of Lucas geopperd. De enige naam die in de westerse traditie vóór die van Paulus hier en daar wordt genoemd, is die van [[Barnabas]]. [[Maarten Luther|Luther]] heeft ooit de Alexandrijn [[Apollos]] genoemd; het zou dan wel vreemd zijn dat juist in [[Alexandrië]] niet bekend was dat hij de auteur zou zijn. Uiteindelijk zal vermoedelijk altijd onduidelijk blijven wie de auteur van Hebreeën was.
 
==== Argumenten voor auteurschap van Paulus ====
De argumenten die voor auteurschap van Paulus pleiten zijn:
*Vroege kerkschrijvers aanvaardden de brief als een epistel van Paulus.
*De brief komt ook in de Chester Beatty-papyrus nr. 2 (P46) (van omstreeks 200) onder negen brieven van Paulus voor en wordt in "De canon van [[Athanasius van Alexandrië|Athanasius]]" (4de eeuw) onder de "veertien brieven van Paulus, de apostel", vermeld.
*De brief werd mogelijk in [[Italië]] geschreven (Heb 13:24), waar Paulus in de periode van 59–61 voor de eerste keer werd gevangengezet.
*Timoteüs was bij Paulus in Rome, want hij wordt genoemd in de brieven die de apostel aan de Filippenzen, de Kolossenzen en Filemon richtte en die tijdens die gevangenschap vanuit Rome werden geschreven (Fil 1:1; 2:19; Kol 1:1, 2; Flm 1). Zie ook Heb 13:23 over Timoteüs’ vrijlating uit de gevangenis en over de wens van de auteur om spoedig [[Jeruzalem]] te bezoeken.
*De leer is typisch Paulijns, hoewel de argumenten vanuit een Joods standpunt worden gepresenteerd, met de bedoeling dat ze de uitsluitend uit Hebreeën bestaande kerk waaraan de brief was gericht, zouden aanspreken.
 
==== Argumenten tegen auteurschap van Paulus ====
De argumenten die tegen het auteurschap van Paulus pleiten zijn:
*Heb 2:3 toont aan dat de auteur van het boek zich tot de ‘tweede generatie’ christenen rekent, niet tot degenen die het goede nieuws rechtstreeks van Jezus zelf hebben gehoord; Paulus daarentegen rekent zichzelf uitdrukkelijk tot de ‘eerste generatie’ christenen, degenen die het goede nieuws rechtstreeks van Jezus zelf hebben gehoord, zoals in Gal 1:12 (zie ook 1 Kor 9:1).
*De stijl van Hebreeën wijkt sterk af van de stijl van de onomstreden brieven van Paulus. Hebreeën is stilistisch ‘tot in de puntjes verzorgd’, het voortbrengsel van iemand die de brief zorgvuldig gecomponeerd heeft, aangezien de structuur van Hebreeën doorwrocht is. In de onomstreden brieven van Paulus toont hij zich een spontaan maar daarmee ook slordig schrijver en hij levert voortdurend foute constructies af, zoals in Rom 5:12.
*Hebreeën argumenteert vanuit de Septuagint, terwijl Paulus een eigen weergave in Koinè had van het Oude Testament.
*Het woordgebruik van Hebreeën wijkt sterk af van het woordgebruik van de onomstreden brieven van Paulus. Wanneer het Grieks synoniemen voor een begrip heeft, gebruikt Paulus vaak het ene synoniem en Hebreeën het andere. Een voorbeeld hiervan zijn de woorden voor ‘rust’: Paulus gebruikt alleen het woord αναπαύο ("anapaúo"), terwijl Hebreeën alleen de woorden καταπαυό ("katapauó") en κατάπαυσις ("katápausis") gebruikt.
*Paulus uit vaak sterke emoties ten opzichte van degenen aan wie hij schrijft, terwijl Hebreeën veel gematigder is in het gebruik van dergelijke uitdrukkingen.
*Een centraal thema van Paulus’ brieven is de opstanding van Jezus. In Hebreeën wordt dit als ‘basis’ genoemd (6:2), maar wordt veel meer aandacht geschonken aan Jezus’ verhoging tot Hogepriester.
*Waar Paulus vaak spreekt over seksuele moraliteit en het gebruik van rijkdom, komt dit in Hebreeën alleen zijdelings ter sprake.
*De behandeling van αγαπὴ ("agapè") is kenmerkend voor Paulus, maar komt in Hebreeën bijna niet voor.
*Paulus gebruikt termen met een sterk onderscheid tussen joden en heidenen, terwijl Hebreeën dit consequent vermijdt.
*De behandeling van het thema de Wet komt bij Paulus veelvuldig voor en het staat centraal in Hebreeën. Paulus heeft echter altijd alleen ethische interesse in de Wet, terwijl Hebreeën alleen ingaat op de cultus van de Wet.
*Hoewel Paulus het Oude Testament regelmatig [[allegorie (letterkunde)|allegorisch]] interpreteerde, gaat Hebreeën hier veel verder in.
*In zijn geschriften wijst Paulus vaak op zijn autoriteit als apostel en spreekt nadrukkelijk als ‘ik’ tot zijn toehoorders (bijvoorbeeld 1 Kor 7:6-8, 10, 12 en 2 Tess 3:4) in tegenstelling tot Hebreeën waarin alleen in 10:32 een eerste persoon wordt gebruikt (‘gij’ enkelvoud).
*Het gebruik van goddelijke namen en titels verschilt sterk, net als aanduidingen voor Jezus (Paulus gebruikt bijvoorbeeld vaak “Christus Jezus”, terwijl Hebreeën spreekt over “Jezus Christus”).
*Een vergissing als in Hebreeën 9:4 zou kunnen duiden op een auteur die op enige afstand tot Jeruzalem stond. Het is moeilijk voorstelbaar dat Paulus, een [[Farizeeën|farizeeër]] die vaak in Jeruzalem is geweest, een dergelijke vergissing zou maken.
*Hebreeën 8:13 suggereert een onafwendbare ondergang van de tempel. Dit zou erop kunnen wijzen dat Hebreeën werd geschreven nadat duidelijk werd dat de Romeinen zouden ingrijpen om de oproer die ontstond door het wanbeleid van [[Gessius Florus]] de kop in te drukken. Aangezien deze in [[64]] werd benoemd tot [[procurator]], werd het effect van zijn wanbeleid (en het feit dat hij niet de steun had van de priesters) pas duidelijk na de vermoedelijke datum van de dood van Paulus.
*Het accepteren van Paulus als auteur in de periode van de vroege canons kan samenhangen met de stelling dat Hebreeën alleen canoniek kon zijn als Paulus de auteur was.
 
==== Het aanhangsel ====
Hebreeën 13:22-25 wordt over het algemeen beschouwd als een aanhangsel bij de brief of zoals bijvoorbeeld de [[Willibrordbijbel]] het noemt: een "Begeleidend schrijven"<ref name="Hebreeën 13:22-25 online">[http://www.willibrordbijbel.nl/?p=page&i=71115,71118 Hebreeën 13:22-25 online]</ref>, mogelijk van de hand van Paulus zelf. Compositorisch en leerstellig eindigt de brief met 13:21, vandaar het slot "Amen". Mogelijk dat Paulus in zijn eigen handschrift de ontvangers van de brief opriep de inhoud te accepteren als was deze van hem.
 
{{Appendix}}