Allersmaborg: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Mike.Helden (overleg | bijdragen)
wiu2
Regel 1:
{{wiu2}}
{{Infobox plaats in Nederland
[[ImageBestand:090228 Allersmaborg Groningen NL.jpg|thumb|left|320px|De Allersmaborg (2009)]]{{Clearleft}}
| soort = Borg
| naam = Allersmaborg
| provincie = {{NL-vlag|Groningen (provincie)}}
| gemeente = {{NL-vlag|Winsum}}
| inwoners =
| datum inwoners =
| lat_deg = 53
| lat_min = 19
| lat_sec = 6
| lon_deg = 6
| lon_min = 27
| lon_sec = 12
}}
De '''Allersmaborg''' is een [[borg (opstal)|borg]] in het streekje [[Allersma]] ten noordoosten van [[Ezinge]] in de provincie [[Groningen (provincie)|Groningen]].
[[Image:090228 Allersmaborg Groningen NL.jpg|thumb|left|320px|De Allersmaborg (2009)]]{{Clearleft}}
 
De '''Allersmaborg''' is een [[borg (opstal)|borg]] in het gehucht [[Allersma]] ten noordoosten van [[Ezinge]] in de provincie [[Groningen (provincie)|Groningen]]. De Allersmaborg stamt vermoedelijk uit de 15e13e eeuw en ligt binnen een ruime [[gracht]] (met [[ophaalbrug]]) en met [[houtsingel]]s. Het huis heeft drie [[vleugel (bouwkunde)|vleugels]]. De zuidvleugel is het oudste gedeelte van de borg en heeft een kelder. De noordvleugel stamt uit de 16e eeuw, terwijl de oostvleugel uit 1720 stamt, waarop in 1817 een tweede verdieping is geplaatst. De borg heeft verder een [[duiventil]] uit de 18e eeuw.
== Beschrijving ==
De Allersmaborg stamt uit de 15e eeuw en ligt binnen een ruime [[gracht]] (met [[ophaalbrug]]) en met [[houtsingel]]s. Het huis heeft drie [[vleugel (bouwkunde)|vleugels]]. De zuidvleugel is het oudste gedeelte van de borg en heeft een kelder. De noordvleugel stamt uit de 16e eeuw, terwijl de oostvleugel uit 1720 stamt, waarop in 1817 een tweede verdieping is geplaatst. De borg heeft verder een [[duiventil]] uit de 18e eeuw.
 
== Geschiedenis ==
=== Familie Allersma ===
De Allersmaborg ontstond vermoedelijk als een [[Heerd|edele heerd]] op een kwelderwal naast het Reitdiep. De plek lag strategisch naast een [[zijl (toponiem)|zijl]] in de later dichtgeslibde Feerwerdertocht. Kort daarvoor was rond 1285 het [[Aduarderdiep]] gereed gekomen en de [[Aduarderzijl]] aangelegd. De familie Allersma komt voor het eerst voor in 1489 toen ene Duirt Allersma werd genoemd als zijlrechter van het [[Aduarderzijlvest]]. Zijn nazaat Sirp Allersma werd genoemd tussen 1525 en 1552. Zijn grafsteen in de [[kerk van Ezinge]] vermeldt als overlijdensjaar 1553. Tot de heerd behoorden bij de [[boedelscheiding]] na zijn dood 222,5 [[Gras (oppervlaktemaat)|grazen]] land (ruim 110 hectare), waarmee het een zeer grote boerderij was voor die tijd. Zijn zonen Cornelis en Duurt Allersma verkregen de heerd. Cornelis trouwde met Meyt [[Froma]], maar overleed zonder kinderen na te laten in 1556, waarop Duurt Allersma de eigenaar en bewoner van de heerd werd. Hij trouwde met Abele to [[Nansum]], maar ook dit huwelijk bleef kinderloos. Zowel de Froma's als de to Nansum's waren adellijke geslachten. Omdat Duurt geen kinderen naliet, zou de borg uiteindelijk in handen komen van de niet-adellijke boerenfamilie Elema, waardoor de borg nooit in handen kwam van een adellijk geslacht en de eigenaren zich geen [[Jonker (persoon)|jonker]]s mochten noemen.
 
=== Gijzeling van Anna Elema tijdens de Tachtigjarige Oorlog ===
Sirp's dochter Anna (Sirps) Allersma trouwde ondertussen in 1544 met Reneko (Waelckos) Elema van de [[Elemaheerd]] bij Uithuizen.<ref>De Elemaheerd stond op de plek van de huidige boerderij Bovenhuizen 6.</ref> Reneko was tijdens de [[Tachtigjarige Oorlog]] [[Staatsen|Staatsgezind]], wat ertoe leidde dat de Elemaheerd werd geconfisqeerd door de Spaansgezinde stadhouder [[George van Lalaing|Rennenberg]]. Reneko vluchtte daarop naar [[Wolthusen]] in [[Oost-Friesland]], terwijl Anna met haar zoon Sirp Elema (20) en dochter Tjalde Elema (18) vluchtte naar haar broer op de Allersmaborg. Waarschijnlijk omdat Reneko Elema in 1581 samen met [[Wigbolt van Ewsum]] een leidende rol speelde bij de kidnapping van de Spaansgezinde procureur [[Cornelis Kempis]] door de [[watergeuzen]] in Appingedam, liet Rennenberg hen echter in 1581 door Spaanse soldaten arresteren en gijzelde hen vervolgens gedurende vijf weken op 'het slot te Middelstum'<ref>Onduidelijk is of het hier gaat om [[Asingaborg (Middelstum)|Asinga]], [[Ewsum (borg)|]] of [[Mentheda]].</ref> met de eis "dat Anna Ellema niet solde und konde lossgeven worden, voerdat M. Cornelis Kempis durch Elema gelaxiert und vrijgeven worde". Elema was hierdoor gedwongen om ervoor te zorgen dat Kempis werd vrijgelaten.<ref>{{Citeer web|url=http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?identifier=ddd%3A010669514%3Ampeg21%3Aa0086|titel=Een weinig geschiedenis|werk=Nieuwsblad van het Noorden|datum=08-06-1922|paginas=p. 5}}</ref> Sirp Elema behoorde in 1581 net als zijn vader tot de 186 Ommelander edelen die Filips II als vorst afzwoeren. Hij zat in 1584 nogmaals korte tijd gevangen.
 
=== Familie Elema ===
Duurt Allersma liet bij zijn dood in 1588 geen mannelijke nakomelingen na, waarmee het geslacht Allersma uitstierf. Hij legateerde 50 grazen land van de Allersmaheerd aan zijn neef Sirp Elema, die in het jaar van zijn dood in [[Lutke Saaxum]] getrouwd was met weduwe Jantien Abels. Sirp verkreeg vervolgens ook de Allersmaheerd, maar onbekend is wanneer, al moet het vóór de [[reductie van Groningen|reductie]] van 1594 geweest zijn. Mogelijk was dit na de dood van zijn moeder in 1592. Hij woonde echter nog in 1598 in Lutke Saaxum. Onder het nieuwe Staatse bewind wist Sirp op te klimmen tot gedeputeerde van de Ommelanden. In 1605 was hij lid van de Provinciale Synode. In 1605 overleed zijn vrouw, waarop hij in 1606 terugkeerde naar de Allersmaheerd. In 1610 trad hij opnieuw in het huwelijk, namelijk met Hillegund Swalve uit Leeuwarden. Hij bezat toen de Allersmaheerd met 104 grazen en de eveneens onder Ezinge gelegen (en door een meier bewoonde) Hummersmaheerd met ongeveer 45 grazen en de Elemaheerd met 50 grazen. Swalve bracht onder andere de zogenoemde Luursemaheerd onder Feerwerd met 70 grazen in.<ref>Het is onduidelijk welke Luursemaheerd bedoeld is. Het betreft waarschijnlijk niet de [[kleine borg te Feerwerd]], die ook wel Luursemaheerd werd genoemd. Zie Formsma, p. 115.</ref> Uit de huwelijksovereenkomst lijkt naar voren te komen dat Allersmaheerd destijds werd verbouwd. Sirp was vooruitstrevend voor zijn tijd. Zo verrichte hij agrarische proeven en probeerde hij druiven te kweken op Allersma.
 
Na de dood van Sirp in 1625, waren zijn kinderen uit zijn tweede huwelijk nog minderjarig. Zijn zoon Duirt Elema trouwde in 1639 met Meeuwertien Fockens. Na zijn huwelijk verkreeg hij in de loop der tijd door het uitkopen van de andere erfgenamen Allersma volledig in eigendom. Hij was onder andere erfschepper van Ezinge en [[Hardeweer]] en medegecommiteerde van de [[Admiraliteit van Friesland|admiraliteit tot Harlingen]] en medegecommiteerde van de Raad der Ommelanden. Hij was het die de heerd rond 1650 liet verbouwen tot een landhuis met singels, een gracht met een ophaalbrug en een [[duiventil]]; een [[Heerlijkheid (bestuursvorm)|heerlijk recht]]. Hij bezat daarnaast ook twee huizen in de [[Turftorenstraat]] in de stad Groningen. Duurt was [[hoofdeling]], maar geen jonker. Toch begon men het vanaf die tijd aan te duiden als borg. Duirt trouwde drie maal, maar al zijn negen kinderen overleden jong. In 1682 overleed hij en stierf het geslacht Elema van Allersma in mannelijke lijn uit.
 
=== Families Busch, De Marees en Van Swinderen ===
Na de dood van Duirt werden Allersma en bijbehorende heerlijke rechten in 1583 door de erfgenamen overgedragen aan Reneke Busch. Deze was een achterkleinzoon van hugenoot Hubert du Bois, die na de [[Bartholomeusnacht]] in 1572 vanuit [[Nancy]] naar de Nederlanden was gevlucht. Zijn grootvader was door zijn huwelijk met Cornelisje Elema (de zus van Sirp) aangetrouwde familie. Busch was raadsheer in Groningen en tussen 1686 en zijn dood in 1710 ook diverse malen [[lijst van burgemeesters van Groningen|burgemeester van Groningen]]. Zijn dochter Johanna Busch erfde Allersma, dat toen bestond uit ongeveer 122,5 grazen land en omvatte tevens verschillende heerlijke rechten, waaronder de staande [[schepperij]] van Ezinge en Hardeweer, 12 van de 18 [[ommegang]]en in een [[klauw]] binnen de [[grietenij]] van Ezinge, 3 van de 13 ommegangen in de klauw van Hardeweer, 3 ommegangen in de grietenij en schepperij van Feerwerd en enkele [[collatierecht]]en. Johanna was bij de dood van haar vader al weduwe van Johan de Marees, een hugenoot die uit de [[Zuidelijke Nederlanden]] gevlucht was. Zij hertrouwde met Johan Roberts. Na haar dood in 1729 werd haar zoon [[Reneke Busch de Marees]] eigenaar. Hij trouwde met Anna van Gessler. Beide echtelieden lieten hun wapens aanbrengen in de hal tegenover de hoofdingang van de borg. Ook lieten ze een fraai versierde herenbank met hun wapens plaatsen in de kerk van Ezinge. Reneke was net als zijn vader burgemeester van Groningen en had voor Groningen zitting in de Edele Mogende Heeren Gecommitteerde Raaden van de [[Admiraliteit van Amsterdam]]. Ook was hij bewindhebber van de [[Kamer van de WIC in Groningen]] en curator van de [[Rijksuniversiteit Groningen|Groningse hogeschool]]. Na zijn dood in 1763 erfde hun enige dochter Johanna Allersma. Zij was getrouwd met Albert Hendrik van Swinderen, die eveneens raadsheer en burgemeester van Groningen was. In 1802 overleed hij en kreeg zijn zoon [[Reneke de Marees van Swinderen (1764-1848)|Reneke de Marees van Swinderen]] Allersma. Hij verkreeg in 1817 van koning Willem I het predikaat [[jonkheer]]. In 1848 overleed hij en verkreeg zijn kleinzoon jonkheer meester Reneke Meinard Adriaan de Marees van Swinderen de borg. Hij was naast kantonrechter bij het [[Kantongerecht Zuidhorn]] en lid van Gedeputeerde Staten van Groningen vanaf 1853 ook de eerste notaris van Ezinge. Hierdoor kwam hij in tegenstelling tot zijn voorgangers, die toch vooral in de stad verbleven, veel meer in aanraking met de Ezinger bevolking. 's Winters woonde hij in zijn fraaie huis aan noordzijde van de [[Grote Markt]] in Groningen<ref>Het Huis met de Schone Gevel. In 1945 neergehaald door de gemeente nadat het huis zwaar beschadigd was geraakt bij de beschietingen in april 1945 tijdens de [[Bevrijding van Groningen]].</ref>, maar de rest van het jaar verbleef hij op de Allersmaborg. Hij betekende veel voor het verenigingsleven in Ezinge, waar hij onder andere optrad als gastspreker op vergaderingen van de lokale vereniging van [[Maatschappij tot Nut van 't Algemeen|'t Nut]] en beschermheer was van het muziekgezelschap De Eendracht. Dit muziekgezelschap gaf hiervoor jaarlijks een concert op de borg, waar veel mensen vanuit de omtrek (vanaf Uithuizen tot Groningen) op af kwamen. Dit ging vergezeld van een [[kermis]] op de borg. Reneke trouwde met Pompeja Anna Frederica Siertsema en kreeg twee kinderen, die echter beiden voortijdig overleden, gevolgd door zijn vrouw. Ten slotte overleed in 1899 ook Reneke zelf en omdat zijn neven en nichten geen belang hadden bij het geheel, zetten zij het huis voor het eerst in zijn geschiedenis te koop en wel op afbraak.
 
=== Latere bewoning ===
Het Groningse kalksteenbedrijf Switters en Terpstra kocht vervolgens de borg voor 7175 gulden met de bedoeling het geheel af te breken.<ref>{{Citeer web|url=http://www.delpher.nl/nl/kranten/view?identifier=ddd%3A010886502%3Ampeg21%3Aa0034|titel=Afloop van verkoopingen|werk=Nieuwsblad van het Noorden|datum=19-12-1899|paginas=p. 3}}</ref> Vervolgens liet zij de eiken, iepen, essen en notenbomen rond de borg kappen, brak het zomerhuisje op de dijk af en sloopte alvast de [[Schouw (haard)|schouwen]] uit de borg. Rijksarchivaris [[Johan Adriaan Feith]] sprak in de Groninger volksalmanak van 1901 schande van de voorgenomen sloop van de Allersmaborg. Hij beschouwde de sloop van een van de weinige overgebleven landhuizen van Groningen als verwerpelijk. Jan Willem Bolt, de opvolger van Reneke als notaris in Ezinge, kocht echter het huis over van het sloopbedrijf en ging er zelf wonen, waarmee het huis van de sloop werd gered.
 
* gemeente Ezinge
* Martin Tissing [https://www.groningerarchieven.nl/historie/stadsverhalen/kunst-en-cultuur/martin-tissing] en Annie Vriezen [http://www.artindex.nl/groningen/default.asp?id=6&num=0377900087006010253130157007840940501441]
 
=== Recente ontwikkelingen ===
De borg werd nog tot 2004 bewoond. De huidige eigenaar, [[Stichting Groninger Borgen]], heeft de borg in beheer gegeven aan de [[Rijksuniversiteit Groningen]] (RuG). Hier heeft men het plan opgevat de borg op te knappen en er een ontmoetingscentrum voor oud-studenten van te maken. Van de hiervoor benodigde 1,2 miljoen euro waren eind 2005 een half miljoen opgebracht door donaties van oud-studenten.