Alexander Hamilton: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Ecritures (overleg | bijdragen)
k New York (City) >> New York (stad) met AWB
→‎Minister van Financiën: lemma link toegevoegd
Regel 45:
In het eerste kabinet van George Washington werd Hamilton minister van Financiën (''Secretary of the Treasury''). Hij was voorstander van een sterke federale overheid. Daarmee stond hij lijnrecht tegenover [[Lijst van Amerikaanse ministers van Buitenlandse Zaken|minister van Buitenlandse Zaken]] [[Thomas Jefferson]] die juist vond dat de macht bij de individuele staten moest liggen. Deze beklemtoning van de federale regering wekte weerstand bij de verdedigers van de rechten van de afzonderlijke staten en zo ontstond vanuit deze tegenstelling het Amerikaanse partijwezen. Hamilton en zijn aanhangers werden de [[Federalistische Partij|Federalisten]] genoemd en daartegenover stonden de [[Democratisch-Republikeinse Partij|Democratisch-Republikeinen]] van Jefferson.
 
Hamilton zag als een belangrijke voorwaarde voor een sterke federale regering dat zij ook financieel geloofwaardig was en daar was een gezonde financiële basis voor nodig. De individuele staten hadden op dat moment voor miljoenen aan schulden openstaan. Hamilton besloot dat de Amerikaanse overheid die schulden zou overnemen, waarmee ook haar macht zou toenemen. Niet alle staten waren blij met deze oplossing. [[Virginia (staat)|Virginia]] was bijvoorbeeld schuldenvrij en zou niet profiteren van het nieuwe voorstel, terwijl een staat als [[South Carolina]], die juist had verzaakt de financiën op orde te brengen, veel profijt had van het voorstel. Als compromis werd besloten dat de nieuw te stichten hoofdstad vanaf 1800 in Virginia of [[Maryland]] zou komen te liggen. De minister van Financiën stond in 1791 ook aan de basis van een nationale[[Federal Reserve#Oprichting|centrale bank]]. Het was zijn idee dat de belangen van het land en die van de industrie en handel samen moesten gaan, en dat daarvoor een sterk nationaal gezag nodig was.
 
Accijnzen waren de belangrijkste bron van inkomsten voor de federale overheid. Daarmee kon tevens de interne markt worden beschermd. In 1794 leidde dit tot de zogeheten [[Whiskey-opstand]]. Boeren in een groot deel van het westen van [[Pennsylvania]] jaagden ambtenaren van hun erf die de accijnzen kwamen innen. Dit waren veelal veteranen van de Onafhankelijkheidsoorlog die vonden dat zij opkwamen voor dezelfde idealen als in die oorlog, namelijk vrij zijn van een federale overheid. President Washington greep snel in en stuurde een leger van vijftienduizend man, waaronder Hamilton, naar [[Pennsylvania]]. Nog voordat het tot een grootschalig gewapend treffen kwam legden de opstandelingen hun wapens neer. Door het neerslaan van de opstand nam het gezag van de federale overheid sterk toe.