Samuel Corneille Jean Wilhelm van Musschenbroek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Infobox persoon | naam = Samuel Corneille Jean Wilhelm van Musschenbroek | afbeelding = Mr. S.C.J.W. van Musschenbroek.jpg | onderschrift...'
 
Regel 25:
Mr. S.C.J.W. van Musschenbroek was lid van het patricische geslacht [[Van Musschenbroek]] en zoon van Jan Willem van Musschenbroek (1802-1878) en jkvr. Anne de Mey (1801-1873), de laatste een halfzus van [[Jean Gijsberto baron de Mey van Streefkerk]] (1782-1841). Hij trouwde in 1860 jkvr. Wilhelmina Henrietta Teding van Berkhout (1829-1908); uit dit huwelijk werden vier kinderen geboren, onder wie de kunstschilder [[Jan Rudolph van Musschenbroek]] (1873-1954).<ref>''[[Nederland's Patriciaat]]'' 11 (1920), p. 153-154 en [http://www.musschenbroek.nl/famtree.htm website familie]. Het NP vermeldt drie van hun vier zoons. Naast de daar genoemde Gijsbert Pieter Herman, Pieter Eduard en Samuel Cornelis Pieter, werd een vierde zoon, Samuel Cornelis Pieter van Musschenbroek, op 18 oktober 1861 in Olst geboren.</ref>
 
Van Musschenbroek studeerde rechten en promoveerde op 18 september 1852 aan de [[Universiteit Leiden|Universiteit van Leiden]]. Daarna deed hij in 1854 het examen van toekomstige ambtenaar in [[Nederlands-Indië]] aan de [[Koninklijke Academie te Delft]].<ref>De Nederlander (01-07-1854)</ref> In 1855 reisde hij naar [[Java (eiland)|Java]] (Nederlands-Indië) en in 1856 werd hij ontroleur bij de landelijke inkomsten en cultures. In 1859 werd hij lid van het [[Bataafs Genootschap voor Proefondervindelijke Wijsbegeerte]].
 
Na een verlofperiode in Nederland kwam hij terug op Java als [[Geodeet (landmeetkunde)|landmeter]]. Hij was in 1865 getuige van een grote aardbeving en deed daarover verslag in het Natuurkundig Tijdschrift van Nederlands Indië. In 1867 werd hij benoemd tot assistent-resident van [[Bogor (stadsgemeente)|Buitenzorg]]. In juli 1873 werd Van Musschenbroek benoemd tot resident van [[Ternate (eiland)|Ternate]]. Op Java en Ternate was hij als bestuursambtenaar al betrokken geweest bij verschillende bloedige geweldsincidenten. In 1876 kreeg Van Musschenbroek ziekteverlof en vertrok, samen met zijn vrouw en kinderen naar Nederland. Hij kreeg in augustus 1878 eervol ontslag en vestigde zich eerst in [[Deventer]] en later in [[Leiden]]. Hij werd aangesteld als directeur van de dan nieuw opgerichte Koloniale Vereniging te Amsterdam. Verder wijdde Van Musschenbroek zich in Nederland aan het uitwerken van alle gegevens die hij verzameld had en maakte hij kaarten van de regio [[Minahasa (regio)|Minahasa]], van de bocht van de [[Tomini]] en van een deel van de noordelijke [[Molukken]]. In 1880 werd hij lid van de [[Maatschappij der Nederlandse Letterkunde]], corresponderend lid van het Indisch Aardrijkskundig Genootschap en werd hij [[Ridderorde (onderscheiding)|ridder]] in de [[Orde van de Nederlandse Leeuw]]. In 1881 werd hij benoemd tot lid van de [[Centraal Bureau voor de Statistiek|Statistische Vereniging]].
 
[[Bestand:Palaquium gutta - Köhler–s Medizinal-Pflanzen-099.jpg|thumb|right|265px|Van Musschenbroek ontdekte [[Guttapercha]]bomen op de kust van Celebes]]
 
==Nalatenschap==
[[File:Paradox hermaph 060924 ltn.jpg|thumb|right|265px|Een [[palmrollers|palmroller]]. Een naaste verwant van dit roofdier werd door Van Musschenbroek geschoten en door Schlegel in 1877 als ''Paradoxurus musschenbroekii'' beschreven als nieuw voor de wetenschap.]]