Quetzalcoatlus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 35:
===Vleugelspanwijdte===
[[Bestand:Quetzalcoatlus northropi nps.png|thumb|Een vlucht van 15,5 meter, zoals de maat op deze afbeelding impliceert, zou ''Quetzalcoatlus'' gigantisch gemaakt hebben; de auto geeft de verhouding weer bij een spanwijdte van elf meter]]
Lawson probeerde door [[extrapolatie]] een schatting van de vleugelspanwijdte te doenmaken. Door de proporties van ''[[Pterodactylus]]'' te gebruiken kwam hij uit op een spanwijdte van elf meter. Nam hij echter de vleugellengte van het kleine exemplaar en liet die [[allometrie|allometrisch]] toenemen in de mate waarin ook exemplaren van ''[[Pteranodon]]'' en ''[[Dsungaripterus]]'' tijdens hun groei hun vleugels vergrootten, dan was de uitkomst 15,5 meter. Vergeleek hij de relatieve vleugellengte van pterosauriërsoorten onderling, die volgens zijn toenmalige gegevens toenam met de grootte van de soort, dan was het resultaat een vlucht van 21 meter. Lawson koos voorzichtig voor de middelste schatting. Die was al spectaculair genoeg: 15,5 meter zou ''Quetzalcoatlus'' verreweg het grootste bekende vliegende dier uit de wereldgeschiedenis maken.
[[File:Quetzalcoatlus sp.jpg|left|{{largethumb}}|Een reconstructie van het skelet van ''Quetzalcoatlus'' sp. door Jaime Headden]]
De schatting riep veel weerstand op bij luchtvaartingenieurs die meenden dat een dier van een dergelijke grootte helemaal niet zou kunnen vliegen. Het tweede artikel in ''Science'', waarin het geslacht benoemd werd, was in hoofdzaak een poging van Lawson hun argumenten te weerleggen, met name die van [[Crawford Hallock Greenewalt]]. Binnen enkele jaren echter leidde een betere analyse van het materiaal van de tweede vindplaats tot een veel lagere schatting. De exemplaren daar bleken in wezen volwassen individuen te zijn, waarvan het plausibel was dat ze hun proporties niet meer sterk zouden wijzigen. Had het holotype ongeveer dezelfde verhoudingen, met slechts een kleine toeneming van de relatieve vleugellengte, dan mat het, zoals Langston in een artikel in de ''[[Scientific American]]'' uit 1981 toegaf, niet meer dan "36 tot 39 voet", dus 11 à 12 meter, in vleugelspanwijdte. Latere schattingen, zich baserend op nieuwere en completere vondsten, hebben dit nog verder teruggebracht tot 9,5 à 10,5 meter.