Quetzalcoatlus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 77:
De symfyse loopt naar voren uit in een spitse en afgeplatte vlakke punt, vooraan niet meer dan drie à vier millimeter hoog. Meer naar achteren raken de dentaria geleidelijk iets uitgehold. De symfyse heeft een driehoekige dwarsdoorsnede. Er is dus wel een soort kiel maar geen kam. De bovenrand van het dentarium blijft naar achteren meer horizontaal lopen, terwijl de onderrand meer naar boven kromt. Samen krommen ze iets bol omhoog. Onderaan raken de dentaria eerder gescheiden dan bovenaan, waar de symfyse ongeveer vijfenzestig millimeter verder naar achteren doorloopt. Dat betekent ook dat de achterrand van de symfyse een soort overkapping moet vormen maar de precieze vorm daarvan is onbekend. Achter de scheiding is de bovenrand van het dentarium scherp, de onderrand meer verbreed. De buitenwand is daar iets bol, de binnenwand hol.
 
Achter het dentarium of ''os dentale'' ligt bovenaan het surangulare. Het is langwerpig en zet de neergaande kromming voort tot aan het kaakgewricht. Dit wordt vermoedelijk grotendeels of zelfs geheel gevormd door het articulare. Het gewricht is afgeplat en hoekig, heel anders dan de bultige vorm van huidige koudbloedige reptielen. Er zijn twee naastgelegen gewrichtsvlakken, waarvan de buitenste de grootste is, met de lange as overdwars geplaatst. Dit vlak is schuingrotendeels naar achteren gericht en heeft overdwars een zadelvormig profiel. De bovenrand en de onderrand ervan staan bijna haaks op elkaar. De buitenrand vormt een verdikte uitstekende richel die naar het midden driehoekig uitsteekt, het bovendeel en het onderste deel van het vlak scheidend. Onder deze driehoek loopt de richel uit in het bovengenoemde uitsteeksel dat in de achterste uitholling van het bovenste kaakgewricht past als de kaak helemaal geopend wordt. Het binnenste gewrichtsvlak is ongeveer even groot als het buitenste en is ten opzichte daarvan gespiegeld: ook hier is er een driehoekige structuur maar nu met de punt naar buiten gericht, een bovenste en onderste deelvlak scheidend met de hoek tussen beiden van buiten en achteren naar binnen en voren lopend. Verder ontbreekt hier het achterste uitsteeksel. Het binnenste gewrichtsvlak ligt lager, overeenkomend met de lagere binnenste gewrichtsknobbel van het quadratum. De binnenrand van het binnenvlak is verdikt. Achter het binnenvlak ligt een opening, de ''fossa depressoria'' als aanhechting van de spier die de kaak opent. Het retroarticulair uitsteeksel dat als hefboom daartoe dient, is relatief robuust.
 
====Postcrania====