Christoffel Columbus: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck. Help mee!, replaced: {{cite → {{Citeer, {{Citeer book → {{Citeer boek, net zo min → net zomin met AWB |
typo |
||
Regel 63:
Columbus meldde zelf dat hij al op jonge leeftijd naar zee was gegaan.<ref name="Fernández-Armesto, pagina 2"/> Vanaf 1473 werkte hij als koopman voor Centurione, een Genuese handelsfirma. In die hoedanigheid bereisde hij de Middellandse Zee en het toen bekende deel van de Atlantische Oceaan. Hij deed in die jaren ruime ervaring op over de navigatie op de oceaan. In 1477 maakte hij een reis naar [[Bristol (stad)|Bristol]] en [[Heerlijkheid Ierland|Ierland]]. Zelf claimde hij dat hij toen ook ''honderd leagues'' voorbij [[IJsland]] is gezeild, maar dit is twijfelachtig.<ref name="F-A p.18">Fernández-Armesto, pagina 18</ref> Columbus verkende de Atlantische Oceaan ook in zuidelijke richting. Tussen 1482 en 1485 maakte hij een reis naar de [[Golf van Guinee]], waar de Portugezen net het fort [[Elmina]] aan de [[Goudkust (gebied)|Goudkust]] hadden gevestigd. Uit zijn latere geschriften blijkt dat hij goed op de hoogte was van de omstandigheden in West-Afrika en Elmina als voorbeeld nam bij het inrichten van zijn eigen kolonie.<ref>Fernández-Armesto, pagina 19</ref>
Rond 1476 vestigde Columbus zich in [[Lissabon]]. Zijn broer [[Bartholomeus Columbus|Bartolomeo]] werkte daar als cartograaf. Hij huwde in 1478 met Filipa Moniz Perestrello. Zij schonk Columbus zijn enige wettige zoon, [[Diego Columbus|Diego]]
== Plannen voor een westwaartse route naar Indië ==
[[Bestand:1893 Nina Pinta Santa Maria replicas.jpg|thumb|Replica's van de ''Santa Maria'', de ''
=== Achtergrond ===
De Portugezen hadden sinds de start van hun ontdekkingsreizen onder [[Hendrik de Zeevaarder]] veel vooruitgang geboekt langs de kust van Afrika. In 1486 kwam [[Diogo Cão]] al tot in [[Namibië]], 9000 kilometer van Lissabon. De Portugezen hoopten via een route rond Afrika toegang te verkrijgen tot de lucratieve [[specerijenhandel]] en andere rijkdommen van Indië. Wellicht konden ze dan ook contact leggen met de legendarische [[Priester Johannes]]. Deze mythische [[christendom|christelijke]] heerser zou een machtige bondgenoot zijn in de strijd tegen de [[Moren]].
Gedurende hun reizen langs de Afrikaanse kust leerden de Portugezen het circulaire windsysteem van de Atlantische Oceaan steeds beter kennen. Op de
Christoffel Columbus had het bekende deel van de Atlantische Oceaan van noord tot zuid doorkruist. Hij was zeer vertrouwd met de windsystemen. Op basis van deze praktische ervaringen rijpte bij hem het plan om met behulp van de noordoostpassaat in westwaartse richting ''terra incognita'' te verkennen. De vraag was wat hij aan zou treffen.
Regel 77:
[[Bestand:Atlantic Ocean, Toscanelli, 1474.jpg|thumb|left|[[Paolo dal Pozzo Toscanelli|Toscanelli]]’s kaart van de Atlantische Oceaan, geprojecteerd op de werkelijke situatie]]
[[Bestand:ColombusMap.jpg|thumb|Kaart van de Atlantische Oceaan, gemaakt door Columbus en zijn broer Bartolomeo, ca. 1490]]
Het concept van een [[bolvormige Aarde]] was in de [[Wetenschap in de Renaissance|Renaissance]] onder geografen algemeen aanvaard. De oude Grieken hadden dit al vastgesteld
Ptolemaeus had berekend dat de Eurazische landmassa zich over 177 van de 360 [[lengtegraad|lengtegraden]] uitstrekte. Dat was al 50 lengtegraden meer dan de werkelijkheid, maar Ptolemaeus' tijdgenoot [[Marinus van Tyrus]] schatte de breedte van [[Eurazië]] zelfs op 225 lengtegraden. De Franse geestelijke [[Peter van Ailly|Pierre d'Ailly]] nam Marinus' theorie over en [[Martin Behaim]] ging nog een stapje verder met 234 lengtegraden.<ref name="Boorstin, pagina 255"/>
Regel 89:
=== Op zoek naar sponsors voor de tocht ===
[[Bestand:IsabellaofCastile03.jpg|thumb|left|Koningin Isabella van Castilië]]
Columbus had voor zijn expeditie de steun van een staat nodig, al was het alleen maar om eventuele ontdekkingen te beschermen. Hij had zelf
Nadat hij in Portugal bot had gevangen, zocht Columbus zijn heil in Spanje. Hij had geen gelukkige timing. Het [[katholieke koningspaar]], [[Isabella I van Castilië|Isabella]] van [[Kroon van Castilië|Castilië]] en [[Ferdinand II van Aragon|Ferdinand]] van [[Kroon van Aragon|Aragon]], had zijn handen vol met de oorlog tegen [[Emiraat van Granada|Granada]]. De uiteindelijke verovering van Granada in 1492 betekende de afronding van de [[Reconquista (Spanje)|Reconquista]] van het Iberisch schiereiland. Spanje richtte zich daarnaast ook op overzeese expansie: tussen 1478 en 1496 veroverden de Spanjaarden [[Gran Canaria]], [[La Palma (eiland)|La Palma]] en [[Tenerife (Canarische Eilanden)|Tenerife]] op de [[Canarische Eilanden]]. Voor Columbus vormden deze eilanden, vanwege hun ligging in het gebied van de noordoostpassaat, een ideaal vertrekpunt voor zijn tocht over de Atlantische Oceaan.
Regel 95:
Kardinaal Mendoza had belangstelling voor de plannen van Columbus en introduceerde hem aan het Spaanse hof. Na een jaar wachten kreeg Columbus in mei 1486 een audiëntie bij Ferdinand en Isabella in [[Córdoba (Spanje)|Córdoba]]. Columbus maakte een goede indruk, maar ook zij verwezen zijn voorstel naar een adviescommissie onder leiding van Isabella's biechtvader [[Hernando de Talavera]]. Opvallend genoeg schroomde Columbus niet om direct forse persoonlijke eisen op tafel te leggen: bij een succesvolle expeditie wenste hij de titels ''Admiraal van de Oceaanzee'' en onderkoning. Hij wenste ook erfelijke gouverneur van de ontdekte gebieden te worden met aanspraak op een deel van de inkomsten.<ref name="Thomas, pagina 71"/>
De onderhandelingen aan het Spaanse hof sleepten zich jarenlang voort. Columbus kreeg wel een toelage in afwachting van de uitspraak. Ondertussen knoopte Columbus een relatie aan met de boerendochter Beatriz
In augustus 1487 kwam de adviescommissie van de Talavera tot een uitspraak. Columbus' voorstel werd verworpen, maar men hield de deur wel op een kier: na afloop van de oorlog tegen Granada kon het plan opnieuw overwogen worden. Columbus probeerde het in 1488 nogmaals bij de Portugese koning Johan II. In december 1488 was hij getuige van de terugkeer van [[Bartolomeu Dias]] na diens succesvolle ronding van [[Kaap de Goede Hoop]]. Dit bood de Portugezen nieuw perspectief om India via Afrika te bereiken. Voor de plannen van Columbus had men geen interesse meer. Columbus' broer Bartolomeo polste in 1489 en 1490 vergeefs het Franse en Engelse hof.
Nadat de graaf van Medina Celi had aangeboden om Columbus' expeditie te financieren, werd diens voorstel in de tweede helft van 1491 opnieuw behandeld aan het Spaanse hof. Dit gebeurde in het koninklijke kamp bij de belegering van Granada, waar Ferdinand en Isabella op 2 januari 1492 een triomfantelijke intocht hielden. Columbus was al teleurgesteld vertrokken nadat zijn voorstel weer was afgewezen. Isabella besloot een dag later de gok toch te nemen. Columbus werd door een koninklijke koerier teruggehaald. Volgens het op 17 april 1492 ondertekende akkoord, de ''Capitulaties van Santa
== De vier ontdekkingsreizen ==
Regel 108:
De uitrusting van de expeditie vond plaats in het havenplaatsje [[Palos de la Frontera|Palos]], nabij [[Huelva (stad)|Huelva]]. Columbus had daar goede contacten en de inwoners van Palos hadden nog een verplichting aan de Spaanse kroon om een jaar lang twee schepen te leveren. Columbus' vlaggenschip was de [[kraak (zeeschip)|kraak]] ''[[Santa María (schip)|Santa María]]'', eigendom van [[Juan de la Cosa]]. De broers [[Martín Alonso Pinzón]] en [[Vicente Yáñez Pinzón]] voerden het commando over de kleinere [[karveel (scheepstype)|karvelen]] ''[[Pinta (schip)|Pinta]]'' en ''[[Niña]]''. Martín Alonso Pinzón ronselde het grootste deel van de negentig bemanningsleden. Hij was daardoor in een sterke positie om het leiderschap van de buitenstaander Columbus te betwisten.
Op 3 augustus 1492 vertrokken de drie schepen
Het originele [[logboek]] van Columbus' eerste reis is verloren gegaan. De inhoud ervan is echter grotendeels bekend via een door [[Bartolomé de las Casas]] geredigeerde versie. Columbus informeerde zijn bemanning bewust verkeerd over de afgelegde afstanden, om hen de indruk te geven dichter bij huis te zijn dan in werkelijkheid. Verontrustend was ook dat de [[kompas]]naald na verloop van tijd niet meer naar het ware noorden wees
Op 12 oktober 1492 kwam er inderdaad land in zicht. De matroos [[Rodrigo de Triana]] riep als eerste ''¡Tierra
Columbus dacht dat hij [[Indië (regio)|Indië]] bereikt had en noemde de inwoners daarom [[Indianen]]. Maar hij trof geen spoor aan van de machtige en rijke beschavingen die Marco Polo had beschreven. De Taíno liepen naakt, leefden nog in het [[Steentijd|stenen tijdperk]] en hadden geen duidelijke staatsstructuur of religie. Ze deden Columbus nog het meest denken aan de [[Guanchen|oorspronkelijke bewoners van de Canarische eilanden]]. Hoewel Columbus in zijn reisverslag en brieven de natuurlijke goedheid van de Taíno prees, zag hij tegelijkertijd goede kansen hen militair te onderwerpen en tot het [[Rooms-katholieke Kerk|katholicisme]] te bekeren. Op deze eerste reis bleven de betrekkingen echter doorgaans vreedzaam.
Regel 128:
De archipel werd bewoond door de krijgshaftige [[Cariben (indianen)|Cariben]]. Deze Indianen drongen de Taíno steeds verder terug in het Caraïbisch gebied. De Spanjaarden troffen op [[Guadeloupe]] ook sporen van [[kannibalisme]] aan in de vorm van afgekloven menselijke beenderen.<ref>Thomas pagina 149</ref> Via [[Puerto Rico]] zeilde de Spaanse vloot verder westwaarts naar Hispaniola. Op 28 november kwamen de schepen aan bij ''La Navidad''. Het fort was echter afgebrand en alle achtergebleven Spanjaarden waren gedood, volgens de ''cacique'' Guacanagarí door een andere hoofdman, [[Caonabó]].
Columbus stichtte op 2 januari 1494 een nieuwe kolonie aan de noordkust: ''[[La Isabela]]''. Hij verkende in maart het binnenland op zoek naar goud, maar vond slechts geringe hoeveelheden, en liet in de [[Valle de Cibao|Cibao-vallei]] een klein fort bouwen met de naam Santo
Columbus keerde op 29 september terug in ''La Isabela''. De kolonie verkeerde in chaos. Gebrek aan voedsel, het ongezonde klimaat en een onbekende ziekte, [[syfilis]], hadden de Spaanse kolonisten ernstig verzwakt. De Europese gewassen gaven een slechte oogst. De betrekkingen met de Taíno waren door de Spaanse goudkoorts en wreedheden openlijk vijandig geworden. Caonabó leidde een coalitie van ''
Columbus wilde zijn critici de wind uit de zeilen nemen door de strijd tegen de Taíno krachtig ter hand te nemen. Hij ondernam een strafexpeditie naar het binnenland, waar hij in maart 1495 het fort ''[[Concepción de la Vega]]'' bouwde. Deze plaats groeide uit tot een bedevaartsoord vanwege de vermeende goddelijke hulp bij de overwinning op de Taíno (zie [[Santo Cerro]], de 'heilige heuvel'). Zijn adjudant [[Alonso de Ojeda]] wist Caonabó in de val te lokken. De campagne werd over het gehele eiland gevoerd en draaide uit op een slachting onder de Indianen. De ene bron sprak over ''talloze doden'', een andere over ''50.000 doden'' en Bartolomé de las Casas beweerde zelfs dat twee derde van de inheemse bevolking omkwam.<ref>Fernández-Armesto, pagina 113</ref> Bij gebrek aan goud zocht Columbus andere inkomstenbronnen voor zijn kolonie. In februari 1495 zond hij 550 Indiaanse slaven naar Spanje. 200 Indianen overleefden de oversteek niet. Van de rest was de helft ziek bij aankomst in
Naar aanleiding van klachten van de kolonisten arriveerde in oktober 1495 een koninklijke inspecteur, Juan Aguado, in Hispaniola.
Columbus was gedwongen om zijn zaak aan het Spaanse hof te bepleiten. Hij droeg het bestuur over aan zijn broer Bartolomeo en vertrok in maart 1496 met de ''Niña'' naar Spanje. Zijn beleid werd niet veroordeeld, maar het duurde wel twee jaar voordat hij toestemming kreeg naar de kolonie terug te keren. In de tussentijd stortte hij zich weer op de boeken, om aan te tonen dat zijn veronderstellingen over de korte weg naar Azië inderdaad klopten.
=== Derde reis (1498–1500) ===
Regel 141:
Op 30 mei 1498 vertrok Columbus voor zijn derde oversteek uit [[Sanlúcar de Barrameda]]. Hij koos dit keer voor een nog zuidelijkere koers, via de [[Kaapverdië|Kaapverdische eilanden]], dan bij zijn tweede reis. Op 31 juli kreeg hij weer land in zicht bij [[Trinidad (eiland)|Trinidad]]. Ten westen van dit eiland mondde de rivier de [[Orinoco]] uit in de [[Golf van Paria]]. Geen enkele Europese rivier kwam ook maar in de buurt van het volume van deze enorme watermassa. Op zeker moment vreesde Columbus zelfs dat een vloedgolf uit de rivier zijn schip zou doen kapseizen. Hij trok de juiste conclusie:<ref>Fernández-Armesto, pagina 128</ref>
{{Cquote|Ik geloof dat dit land waarvan Uwe Hoogheid heeft bevolen dat het ontsluierd moet worden, heel groot moet zijn en dat er nog veel meer van deze landen in het zuiden moeten liggen waarvan nooit eerder iets bekend is geweest.}}
Zijn ontdekking van het Zuid-Amerikaanse vasteland bracht Columbus er niet toe zijn opvatting, dat hij in de buurt van Azië was, los te laten. In plaats daarvan bedacht hij een nieuwe theorie over de vorm van de aarde. Deze was niet geheel rond, maar had de vorm van een
Na vastgesteld te hebben dat de kust een veelbelovende hoeveelheid [[parel]]s bezat, zeilde Columbus verder naar Hispaniola. Daar had zijn broer Bartolomeo in 1496 de stad
Columbus' monopolie op de scheepvaart naar de Nieuwe Wereld kwam ten einde doordat het Spaanse hof na 1499 metgezellen van de eerste reizen, zoals Alonso de Ojeda, Vicente Yáñez Pinzón en [[Rodrigo de Bastidas]], vrijbrieven gaf om zelfstandig het gebied te verkennen. Zij brachten in hoog tempo de noordkust van Zuid-Amerika in kaart, op zoek naar parels. Ook andere landen zaten niet stil: de Portugese admiraal [[Pedro Álvares Cabral]] ontdekte Brazilië en namens Engeland verkende [[John Cabot]] [[Noord-Amerika]].
Regel 155:
Na dit beperkte eerherstel bestookte Columbus het Spaanse hof met het ene wilde plan na het andere. Vooral de verovering van [[Jeruzalem]] stond hoog op zijn agenda. Dit zou deel uitmaken van een goddelijk plan, waarin ook Columbus als afgezant van God een sleutelrol vervulde. Zijn andere obsessie was het napluizen van religieuze en antieke teksten op voorspellingen over zijn verrichtingen.<ref>Fernández-Armesto, pagina 156</ref> Het koningspaar negeerde al zijn petities, maar zijn kwaliteiten als ontdekkingsreiziger werden nog steeds hoog aangeslagen. Nadat de nieuwe gouverneur van Hispaniola, [[Nicolás de Ovando]], in februari 1502 met dertig schepen de oceaan was overgestoken, kreeg ook Columbus een nieuwe kans. In mei mocht hij met vier karvelen vertrekken op een nieuwe expeditie, op voorwaarde dat hij Hispaniola zou mijden. Behalve zijn broer Bartolomeo vergezelde ook zijn dertienjarige zoon Ferdinand hem op deze laatste tocht.
Na een vlotte oversteek koerste Columbus toch naar Santo Domingo, waar
Columbus stak in westwaartse richting de [[Caraïbische Zee]] over totdat hij een maand later aankwam bij de [[Islas de la Bahía (eilandengroep)|Islas de la Bahía]] voor de kust van [[Honduras]]. De overtocht was een riskante aangelegenheid vanwege de vele koraalriffen, grillige stromingen en het stormachtige weer. De inheemse bevolking hier had een duidelijk hoger beschavingspeil dan die op de eilanden. Columbus trof er handelaren die waarschijnlijk [[Mayacultuur|Maya's]] van het schiereiland [[Yucatán (schiereiland)|Yucatán]] waren.
Regel 165:
== Naspel ==
[[Bestand:House of Colon COA (2).svg|thumb|[[Wapen (heraldiek)|Wapenschild]] van Columbus, met bovenin het kasteel van [[Kroon van Castilië|Castilië]] en de gekroonde leeuw van [[Koninkrijk León|León]] en onderin de ontdekte eilanden en vijf ankers]]
Enkele weken na Columbus' terugkeer in Spanje stierf koningin Isabella, die altijd een zwak voor haar leeftijdgenoot had gehad. De ontberingen van de laatste reis hadden ook de gezondheid van de ontdekkingsreiziger gebroken. Dit weerhield hem er niet van om nieuwe plannen te blijven lanceren en bij het Spaanse hof bittere protesten aan te tekenen over het niet volledig nakomen van de bepalingen van de ''Capitulaties van Santa
Ondanks zijn voortdurende gevoel van miskenning had de weverszoon uit Genua een ongekende loopbaan achter de rug. Hij was de grootste ontdekkingsreiziger van zijn tijd, kind aan huis aan de koninklijke hoven van Spanje en Portugal en had naast een aanzienlijk vermogen de erfelijke titels Onderkoning, Gouverneur en Admiraal van de Oceaanzee verworven. Koning Ferdinand arrangeerde voor zijn zoon Diego een prestigieus huwelijk in de familie van de [[Lijst van hertogen van Alba|hertog van Alva]]. In 1508 werd Diego gouverneur van Hispaniola. Diens zoon Luis werd hertog van Veragua, het door zijn grootvader ontdekte gebied op de grens van Panama en Costa Rica.
Regel 174:
=== Niet de eerste Europeaan ===
[[Bestand:Leif Eriksson statue - Boston - IMG 2961IMG 2962.JPG|thumb|Standbeeld van Leif Eriksson in Boston, Massachusetts]]
Al rond het jaar 1000, vijf eeuwen voor Columbus, landden [[Vikingen]] onder leiding van [[Leif Eriksson]] in ''[[Vinland]]'', een land ten westen van de [[Westelijke Nederzetting|Westelijke]] en [[Oostelijke Nederzetting]]
=== Held of schurk ===
Regel 186:
=== De afkomst van Columbus ===
[[Bestand:Christopher Columbus.PNG|thumb|Sebastiano del Piombo's portret uit 1519]]
Er is een ruime mate van bronnenmateriaal dat de [[Genua (stad)|Genuese]] afkomst van Columbus bevestigt. Zelf vermeldde Columbus in geschriften veelvuldig Genua als zijn geboorteplaats, onder
Behalve Columbus’ eigen woorden zijn er ook onafhankelijke bronnen. Er is een Genuese notariële acte uit 1496, waarin drie broers Colombo zich verplichten om ieder een derde van de onkosten te betalen, die een van hen zal maken op diens reis naar Spanje om ''Christoffel Columbus, Admiraal van de Koning van Spanje'', te ontmoeten.<ref>Bedini, Silvio A. (1992) ''The Christopher Columbus encyclopedia (Volume I)'' New York: Simon & Schuster ISBN 9780131426627, p. 163</ref> Verder is er een correspondentie van vier gerelateerde brieven tussen Columbus en Genuese bankiers over Columbus’ erfenis, waarin diens Genuese afkomst wordt genoemd. Daarnaast zijn er nog tal van andere bronnen. Bij gespecialiseerde historici<ref>Fernández-Armesto, pagina 1, Thomas, pagina 57</ref> is er dan ook geen twijfel over zijn afkomst, net zomin als onder zijn tijdgenoten.
In de twintigste eeuw begonnen echter tal van alternatieve theorieën te circuleren, die ervan uitgaan dat Columbus om de een of andere reden loog over zijn afkomst. Columbus gaf zelf voeding aan deze speculaties door zijn ouders min of meer dood te zwijgen. Waarschijnlijk geneerde de ambitieuze ''Admiraal van de Oceaanzee'' zich voor zijn eenvoudige komaf. Ook schreef hij eenmaal dat hij niet de ''eerste admiraal in zijn familie was''
De theorie van de [[Catalonië|Catalaanse]] afkomst gaat ervan uit, dat hij in 1476 als Catalaans piraat betrokken is geweest bij een zeeslag met de Spaanse vloot. Hij zou gediend hebben onder zijn oom, admiraal Colom, die de Catalaanse opstandelingenvloot leidde. Volgens anderen was Columbus de zoon van een Byzantijnse edelman van het Griekse eiland [[Chios (eiland)|Chios]], dat ten tijde van Columbus' geboorte bij Genua hoorde. Weer anderen menen dat hij uit het dorpje [[Cuba (Portugal)|Cuba]] in de [[Alentejo]] in [[Portugal]] komt, en dat hij het eiland Cuba naar zijn geboorteplaats genoemd heeft. Verder wordt hij nog aangezien als bekeerde [[joden|jood]], [[Galicië (Spanje)|Galiciër]], [[Frankrijk|Fransman]], [[Corsica]]an, [[Armenië]]r en [[Georgië]]r.
Regel 197:
Uit verschillende beschrijvingen valt op te maken dat Columbus groot van gestalte was en een lang gezicht en een lange (haviks)neus had. Zijn huidskleur was licht, net als zijn ogen. Sommige ooggetuigen omschreven zijn haarkleur als rood of rossig, maar hijzelf en onder andere zijn zoon Ferdinand en Bartolomé de las Casas vermeldden dat hij wit haar had.
Er bestaan echter geen schilderijen van de ontdekker van Amerika
Op de ''[[Virgen de los Navegantes]]'', een [[altaarstuk]] in de [[Koninklijk Paleis van Sevilla|Alcázar van Sevilla]], is het gelaat van Columbus wel afgebeeld door een schilder, [[Alejo Fernández]] (1475 - 1545), die zijn onderwerp mogelijk heeft ontmoet. Alejo Fernández woonde tot 1508 in [[Córdoba (Spanje)|Córdoba]], een stad waar Columbus enige tijd verbleef na zijn triomfantelijke terugkeer van de eerste reis.
=== Ontdekking van de ronde aarde ===
Een legende die wijd verspreid is en zelfs in leerboeken terug is te vinden, is dat men in Columbus' tijd nog massaal geloofde in de [[
Deze legende stemt echter niet overeen met de werkelijkheid. Zeelieden waren in de tijd van Columbus al goed op de hoogte van het feit dat de Aarde rond is. Veruit de meeste navigatiemethodes die destijds in de zeevaart werden gebruikt hadden de ronde Aarde als uitgangspunt. De legende vindt zijn oorsprong in het boek ''Leven en Reizen van Christoffel Columbus'' door [[Washington Irving]], een echte verhalenverteller, dat gepubliceerd werd in 1828. Maar het boek was meer fictie dan een historisch correct verhaal.<ref>[http://www.cracked.com/article_16101_the-5-most-ridiculous-lies-you-were-taught-in-history-class.html The 5 Most Ridiculous Lies You Were Taught In History Class] op Cracked.Com, geraadpleegd op 25 oktober 2013</ref>
=== Columbus wist de route ===
Een regelmatig terugkerende legende is dat Columbus van tevoren van het bestaan van Amerika wist. Sommigen beweren dat Columbus op de Azoren eens een stervende zeeman heeft gesproken, die hem verteld had over een land in het westen. Het verhaal circuleert al sinds de 16e eeuw. Columbus zou het op de eerste reis genoemd hebben tijdens zijn ruzie over de koers met Martín Alonso Pinzón.<ref>Thomas, pagina 105</ref> Columbus heeft in zijn reisverslag ook meerdere malen gerefereerd aan een kaart waarop zijn bestemming was aangegeven. Waarschijnlijk was dit een kaart van de Atlantische Oceaan met
Ook doet de theorie dat Columbus vóór 1492 al eens in Amerika is geweest de ronde, vanwege zijn claim in 1477 gezeild te hebben naar
=== Het eerste eiland van de Bahama's ===
[[Bestand:HammockonBeach.jpg|thumb|left|HammockonBeach|Een van de nieuwigheden die de Spanjaarden aantroffen in de Nieuwe Wereld was de [[hangmat]].]]
Columbus beschreef het eiland waar hij op 12 oktober 1492 voet aan wal zette als volgt: ''Vlak, vruchtbaar, bewoond, met een natuurlijke haven en omringd door koraalriffen''.<ref>Fernández-Armesto, pagina 81</ref> Deze beschrijving is van toepassing op vele eilanden in de Bahama
Verdere eilanden die hij aandeed op de Bahama's gaf Columbus namen als Santa María de la Concepción ([[Crooked Island|Crooked]]-[[Acklins]] Island), Ferdinanda ([[Long Island (Bahama's)|Long Island]]), Isabella ([[Long Cay|Fortune Island]]) en de [[Islas de Arena]] ([[Sand Islands]]). De door hem gevolgde koers is echter dermate vaag, dat ook deze identificaties grotendeels giswerk zijn.
Regel 219:
=== Columbus' laatste rustplaats ===
[[Bestand:Sevilla Kathedraal graf van Columbus 19-03-2011 11-18-08.png|thumb|Het graf van Columbus in Sevilla]]
Na zijn dood werd Columbus een aantal keren herbegraven. Aanvankelijk lag zijn lichaam in een franciscaner klooster in Valladolid. Zijn zoon Diego bracht het in 1509 over naar het familiemausoleum in [[Sevilla (stad)|Sevilla]], maar na diens dood werd Columbus bijgezet in de kathedraal van Santo Domingo. Daar bleven de stoffelijke resten totdat de Fransen in 1795 het eiland bezetten. De Spanjaarden verplaatsten het graf naar [[Havana]]. Ook Cuba ging echter voor Spanje verloren na de [[Spaans-Amerikaanse Oorlog]] van 1898. Columbus werd toen bijgezet in een [[praalgraf]] in de [[kathedraal van Sevilla|Catedral de Santa
In de Dominicaanse Republiek beweert men dat het graf in Sevilla niet Christoffel Columbus, maar Diego's resten bevat. Het echte graf zou zich nog in Santo Domingo bevinden. Na DNA-tests in 2006 lijkt het er in ieder geval op dat de stoffelijke overblijfselen in Sevilla aan een Columbus toebehoren, maar aan welke is niet vast te stellen.
|