Nyquist-frequentie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
eerste versie, gebaseerd op Engelse tekst
 
correctie van de ambiguïteit
Regel 1:
In de [[telecommunicatie]] is de '''Nyquist-frequentiebemonsteringssnelheid''' de theoretisch minimaal benodigde [[bemonsteringsfrequentie]] waarmee een gegeven, in bandbreedte begrensd [[signaal]] volledig kan worden gerepresenteerd, m.a.w. op betrouwbare wijze kan worden gereconstrueerd vanuit de bemonsterde waardes. Als de hoogste in het signaal voorkomende [[frequentie]] ''f''<sub>0</sub> is, dan is de Nyquist-frequentiebemonsteringssnelheid 2''f''<sub>0</sub>. Omgekeerd, bij een gegeven [[bemonsteringsfrequentie]] ''f'', is de maximale frequentie ''f''/2 die uit het bemonsterde signaal correct kan worden gereconstrueerd de '''Nyquist-frequentie'''.
 
Als een signaal wordt bemonsterd met [[bemonsteringsfrequentie]] ''f'', dan is iedere aanwezige signaalcomponent boven een frequentie ''f''/2 niet betrouwbaar reconstrueerbaar vanuit de signaalmonsters. De frequentie ''f''/2 staat bekend als de Nyquist-frequentie, onder verwijzing naar het [[Nyquist-Shannon bemonsteringstheorema]]. De frequentie-componenten die boven de Nyquist-frequentie liggen gaan niet verloren, maar worden gemengd met de lager-frequente componenten. Na bemonstering is deze vermenging niet meer ongedaan te maken. Dit ongewenste effect wordt ''[[aliasing]]'' genoemd.
 
BiivoorbeeldBijvoorbeeld, een [[audio CD]] met een [[bemonsteringsfrequentie]] van 44100 [[Hz]] kan geen frequenties reproduceren die hoger zijn dan 22050 Hz (indien in het signaal ook frequentiecomponenten tot vlak boven de 0 Hz aanwezig zijn).
 
<i>Opmerking 1:</i> De feitelijke bemonsteringsfrequentie die nodig is om het originele signaal te kunnen reconstrueren zal enigszins hoger zijn dan de Nyquist-frequentiebemonsteringssnelheid, vanwege [[kwantiseren|kwantisatie-fouten]] die worden geïntroduceerd door het bemonsteringsproces.
 
<i>Opmerking 2:</i> De Nyquist-frequentiebemonsteringssnelheid is ook de maximale snelheid waarmee ideale ‘pulsen’ over een ideaal laagdoorlaat-kanaal kunnen worden gestuurd. M.a.w.: als het kanaal alle frequenties doorlaat van W (in Hz) of lager, dan is het mogelijk om over dit kanaal 2W pulsen/sec te transporteren. Evenals in opmerking 1, is de feitelijk haalbare pulssnelheid enigszins lager, vanwege niet-perfecte pulsvormen en filters die in praktisch realiseerbare systemen worden toegepast.
 
[[en:Nyquist frequency]]