Jacob Jordaens: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Biografie: Grammaticale fout
Regel 33:
[[Afbeelding:Jordaens_-_Feestmaal_van_Cleopatra.jpg|thumb|left||''Het Feestmaal van [[Cleopatra VII|Cleopatra]]'' 1653. State Hermitage Museum, St Petersburg]]
 
In tegenstelling tot Van Dyck en Rubens was Jordaens nooit hofschilder. Zijn opdrachtgevers waren daarom vooral lokale [[Bourgeoisie|gegoede burgers]] en geestelijken. Na de dood van [[Peter Paul Rubens]] in 1640 en [[Antoon van Dyck]] in [[1641]] werd Jordaens gezien als de belangrijkste Antwerpse schilder. Hierdoor kreeg hij in de jaren 40 steeds meer (vorstelijke) opdrachten uit het buitenland. In de periode [[1639]] tot [[1640]] levert in opdracht van [[Karel I van Engeland]], Jordaens acht (van de in totaal 22 bestelde) schilderijen op over de geschiedenis van de psyche aan het kabinet in Queen's house in [[Greenwich (Londen)|Greenwich]]. Op 21 april [[1648]] krijgt Jordaens opdracht van koningin [[Christina van Zweden (1626–1689)|Christina van Zweden]] voor het vervaardigen van 35 plafondschilderingen in het kasteel van [[Uppsala (stad)|Uppsala]] (het staat niet vast of dat deze opdracht daadwerkelijk is uitgevoerd). In [[1645]] geeft [[Amalia van Solms]] de opdracht om schilderijen voor de Oranjezaal van [[Paleis Huis ten Bosch|Huis ten Bosch]] te maken. Zijn populariteit heeft echter ook een keerzijde. De hoge productie zorgt voor kwaliteitsverlies en een toename van atelierwerk. Als op 25 augustus [[1648]] zijn klant Martinus van Langenhoven Jordaens beschuldigt hem niet door hem vervaardigde werken te hebben geleverd, verklaardverklaart hij dat ook het atelierwerk door hem persoonlijk is afgewerkt.
 
Uitgezonderd een aantal reizen binnen de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden|Noordelijke Nederlanden]] (waaronder [[Amsterdam]]) woonde en werkte Jordaens zijn hele leven in Antwerpen. Tot omstreeks [[1650]] was het een geheim dat Jordaens [[calvinist]] was. Na de onthulling werd hij beschuldigd van ketterij en moest hij een boete betalen. Gezien zijn status als schilder werd zijn geloofsovertuiging echter verder gedoogd. Zo kreeg hij ook van katholieken opdrachten.