Zendeling: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 9:
De zendeling was in eerste instantie een niet-academicus die van een zendingsorganisatie een praktische beroepsopleiding kreeg. Na afsluiting van de opleiding kreeg hij de bevoegdheid om onder niet-Europeanen te preken en de [[sacrament]]en te bedienen. Naarmate de niet-Europese of inlandse christengemeenschappen groeiden kreeg de zendeling steeds meer bestuurlijke verantwoordelijkheden en besteedde hij veel tijd aan de opleiding van inlands personeel.
 
Vanaf het derde kwart van de negentiende eeuw kwamen er steeds meer hoeren als onderwijzers en artsen in dienst van de zending. Een poging mislukte om de toch al slecht betaalde zendelingen te vervangen door nog goedkopere zendeling-werklieden die in hun eigen onderhoud dienden te voorzien. Tegenwoordig worden dergelijke zogenaamde [[tentenmaker]]s opnieuw ingezet in het zendingswerk, vooral in landen waar christelijke zending niet toegestaan is en beroeps-zendelingen niet worden toegelaten.
 
Vanaf ca. 1900 werden de zendelingen in de protestantse kerken en zendingsorganisaties steeds meer vervangen door academisch geschoolde predikanten. Door het teruglopend aantal predikanten in Nederland zelf is er momenteel weer een trend naar het uitzenden van zendelingen die geen universitaire opleiding in de theologie hebben afgerond.