Kleptoplastie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
KehppKukkieBot (overleg | bijdragen)
k fout weg, replaced: een een → een met AWB
DeGilianBot (overleg | bijdragen)
k Robot: verwijzingen naar pagina zelf verwijderd
Regel 4:
 
Voorbeelden van kleptoplastie zijn te vinden in zeer verschillende groepen:
* De [[Ciliophora|ciliaat]] ''[[Myrionecta rubra]]'' Jankowski (synoniemen: ''[[Mesodinum rubrum]]'' Lohmann, ''[[Cyclotrichium meunieri]]'' Powers) is een organisme dat bekend is door zijn rode [[algenbloei]]. De complexe [[plastide]]n, door [[kleptoplastie]] afkomstig van een prooi ''[[Geminigera cryophila]]'' (behoort tot de ''[[Cryptophyta]]''), bevatten naast de (klepto-)plastide ook nog [[cytoplasma]] en [[Mitochondrion|mitochondriën]]. De [[celkern]] bevindt zich echter in het cytoplasma van de [[gastheer (biologie)|gastheer]] en lijkt daar de activiteit van het plastide-complex te reguleren. De celkern behoudt zijn functionaliteit tot ongeveer 30 dagen, maar gaat sneller te gronde dan de plastiden. Als alle kernen te gronde zijn gegaan, kunnen de klpetoplastiden zich niet meer delen. ''M. rubra'' dankt zijn overleven aan het herhaaldelijk stelen van kernen van zijn prooi.
* De groene zeeslakken ''[[Elysia chlorotica]]'' en ''[[Elysia pusilla|E. pusilla]]'' (familie [[Placobranchidae]]) halen in hun eerste levensfase de chloroplasten uit [[groenwieren]] (''[[Vaucheria]] sp.'', respectievelijk ''[[Halimeda]] sp.'') door deze te eten. De slakken gebruiken de chloroplasten voor [[fotosynthese]]. De chloroplasten blijven in leven in de slak en worden ook aan de jonge zeeslakken doorgegeven.