Willem Boetje: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 33:
In 1906 was de kanseliersfunctie van de beide Nederlandse ridderorden hersteld en zo weer in overeenstemming met de wettelijke bepalingen gebracht. Na de splitsing werd [[viceadmiraal]] [[Frederik Jan Stokhuyzen|Stokhuyzen]] [[Kanselier van de Militaire Willems-Orde]], een functie die sinds 1838 met die van [[Kanselier van de Orde van de Nederlandse Leeuw]] in één hand was geweest en sinds 1849 "[[Kanselier der Nederlandse Ridderorden]]" werd genoemd.
 
In 1916 volgde Boetje viceadmiraal Stokhuyzen op als Kanselier van de Militaire Willems-Orde. In 1918 werd hij als opvolger van [[J.H.L.F. von Franck]] ook [[Kanselier van de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau]]. Men noemde hem aldra "[[Kanselier van de Nederlandse Ridderorden]], hoewel deze term in de wet niet voorkwam.
 
In 1918 intervenieerde Boetje toen een ontwerp-wet op de Militaire Willems-Orde gereed lag. Hij maakte bezwaar tegen een op ideeën van luitenant-generaal [[F.H.A. Sabron]] berustend ontwerp van wet, omdat dat niet bij de Indische praktijk aansloot. Van de hervorming kwam tot in de zomer van 1940 niets.