Tjasker: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
video toegevoegd
Regel 12:
Een tjasker heeft geen [[kam (molenwiel)|kamwielen]] in tegenstelling tot 'normale' molens. Op de as waar de [[gevlucht|wieken]] doorheen steken, zit achteraan een [[Tonmolen (wateropvoerwerktuig)|tonmolen]]. Dit is een klein soort [[vijzel (waterschroef)|vijzel]] met een betimmering eromheen. Door molenkenners wordt gesteld dat de enige overeenkomst tussen de tjasker en ''alle'' andere windmolentypen het bezit van een wiekenkruis is.{{Bron?||2011|03|24}} Het wiekenkruis kan oudhollands of dwarsgetuigd zijn.
 
Dit kleinstekleine windmolentype voor het oppompen van water was omstreeks 1950 bijna verdwenen. Na 1970 werden diverse molens nieuw gebouwd. Vooral in natuurgebieden wordt dit soort molens gebruikt om verdroging tegen te gaan.
 
De tjasker raakte in verval in [[1930-1939|jaren dertig]]. Hij kon de concurrentiestrijd met de metalen [[windmotor]] niet volhouden. In 1935 werd de voorlopig laatste tjasker in gebruik genomen in het Friese [[Steggerda]]. In de [[1960-1969|jaren zestig]] heeft de bekende tjaskerbouwer [[Roelof Dijksma]] opnieuw enkele tjaskers gebouwd. In 1963 bouwde hij in opdracht van [[Staatsbosbeheer]] er een in het natuurreservaat [[De Weerribben]] voor de bevloeiing van [[rietland]]. De nieuwe inzichten met betrekking tot natuur- en milieubehoud luidde de bescheiden renaissance van de tjasker in; sinds 1963 is het toen overgebleven bestand van drie molens uitgebreid naar vijftien.