Curaçaose slavenopstand van 1795: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck. Help mee!, replaced: dichtbij → dicht bij met AWB
Regel 13:
Tula stuurde een van zijn volgelingen, de Franse slaaf [[Louis Mercier]], terug naar Knip om de andere slaven te bevrijden. Mercier viel Santa Cruz aan en nam commandant Van Der Grijp en tien van zijn [[mulat]]ten gevangen. Mercier viel ook Knip aan, en slaagde erin om nog meer slaven te bevrijden en meer wapens buit te maken. Nadat hij zijn doel bereikt had, vond hij zijn weg terug naar Tula door het spoor van ravage te volgen dat Tula had achtergelaten bij zijn aanvallen op andere plantages.
 
Bij Fontein doodde Louis Mercier de Nederlandse schoolmeester Sabel uit medelijden omdat [[Pedro Wacao]] hem achter een paard had gebonden. Sabel werd het eerste blanke slachtoffer van de rebellen. Mercier maakte wapens en een kanon buit op plantage Fontein en trof voorbereidingen om de heuvel Seroe Fontein dichtbijdicht bij het landhuis Fontein te bezetten, van waar ze de weg van Willemstad naar Bandabou konden controleren. Vanaf dat moment konden Tula en zijn kameraden rekenen op de hulp van de meerderheid van de slaven en vrije zwarten op Bandabou. Mensen op Bandabao die niet aan de opstand mee wilden doen, werden door het leger overgehaald zich te melden, dat bij San Juan gelegerd was. Zij kregen daar een laissez passer en konden ongehinderd naar Willemstad doorreizen.
 
Volgens de statistieken had Bandabou tussen de 4000 en 5000 inwoners in 1795, voornamelijk slaven. Hoewel de gronden plantages werden genoemd, groeiden er geen gewassen zoals [[suikerriet|suiker]] en [[tabak]], de gebruikelijke gewassen op de andere Caraïbische eilanden. Vanwege de droogte konden hier alleen voedingsmiddelen zoals Maishi Chiki (Turkse Tarwe), [[yams]] en vruchtbomen zoals mango, limoen, en sinaasappel worden geteeld. Daarnaast werd kleinvee en rundvee gehouden voor de zuivel, het vlees en de huiden. Het grootste aantal slaven bij één eigenaar was 400. Zulke grote slavenpopulaties waren nodig om het [[keukenzout|zout]] uit de [[zoutpan]]nen te vergaren en de andere werkzaamheden op de plantage te verrichten.