Ranavalona I van Madagaskar: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k →‎Het koninklijk leger: Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck. Help mee!, replaced: zoals bijvoorbeeld → zoals met AWB
k Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck. Help mee!, replaced: Vlakbij → Vlak bij met AWB
Regel 61:
Ranavalona's volgende politieke daad was het verbreken van de banden met Groot-Brittannië. Op 28 november 1828 verklaarde Ranavalona het door Radama gesloten Anglo-Merinaverdrag met Groot-Brittannië ongeldig en liet de Britse ambtenaren weten dat ze niet langer welkom waren in haar koninkrijk. De ambassadeur van Groot-Brittannië, [[Robert Lyall]], werd op 25 maart 1829 door de bewaker van ''Ramahavaly'', de ''sampy'' van de wraak, beschuldigd van heiligschennis.<ref group=noot>''Ramahavaly'' betekent 'in staat om te antwoorden', de Merina geloofden dat deze ''sampy'' ook bescherming bood tegen blikseminslagen, krokodillen en langdurige droogtes.</ref> Volgens de bewaker zou Lyall met zijn paard te dicht bij Ambohimanambola hebben gereden, het dorp dat de ''sampy Rakelimalaza'' huisvestte. In Lyalls woning werden slangen losgelaten, de traditionele voltrekkers van de wraak en dienaren van ''Ramahavaly''. Mogelijk als gevolg van een slangenbeet raakte Lyall geestelijk verward. Op deze manier onschadelijk gemaakt werd Robert Lyall vervolgens uit Antananarivo verbannen.<ref>{{aut|William Ellis}} (1838), p. [http://books.google.rw/books?id=7Q9DAAAAcAAJ&hl=nl&pg=PA418#v=onepage&q&f=false p. 418-422]</ref>
 
Officieel kon Ranavalona niet gekroond worden zolang de traditionele rouwperiode over Radama nog niet voorbij was. Gedurende twaalf maanden van rouw mochten de Malagassiërs, met uitzondering van de kaste van de ''[[andevo]]'' (slaven), alleen de hoognodige werkzaamheden verrichten. Op decreet van de ministers werd deze periode echter verkort en eindigde de rouw op 27 mei 1829. Hoewel zij als reden hiervoor de hervatting van het onderwijs door missionarissen aanvoerden, lijkt het slechts een excuus om te kunnen rekruteren voor het leger (waarbij ook leerlingen werden geronseld). Nu was de weg vrij voor de kroning.
 
=== De kroning ===
Regel 88:
=== Hofhouding ===
[[Bestand:Ranavalona Manjaka.jpg|thumb|350px|Ranavalona I met haar neef Ramboasalama en [[Radama II van Madagaskar|prins Rakoto]], gravure door H. Linton, ca. 1875]]
De hofhouding die Ranavalona om zich heen had geschaard waren grotendeels Merina uit [[Ambohimanga]] van de kaste van ''[[Andriana (Madagaskar)|andriana]] ''(aristocraten). De ministers, de hoge legerofficieren en de bewakers van de twaalf voornaamste ''sampy's'' hadden een grote invloed op Ranavalona en genoten een grote vrijheid aan het hof. Deze vrijheid werd door veel van hen misbruikt voor hun eigen voordeel. De ''andriana'', van oudsher geslepen handelaren, schroomden bijvoorbeeld niet om hun eigen zakenrelaties het [[monopolie]] te geven op vrijwel alle handel in het koninkrijk.<ref name=shawls/> Uit de premiers en andere belangrijke leden van de hofhouding koos Ranavalona haar minnaars en echtgenoten.
 
In de eerste regeringsjaren van Ranavalona onderhielden de missionarissen David Griffiths en David Jones nauwe banden met de koningin en haar hofhouding. De meeste missionarissen keurden dit soort informele betrekkingen af en Griffiths en Jones werden door hen bekritiseerd om hun drinkpartijen met de koningin en hun leveringen van geïmporteerde drank aan de hofhouding. Bovendien verdachten ze David Griffiths van een aantal ernstige vergrijpen, waaronder medeplichtigheid aan de verbanning van Robert Lyall.<ref>{{aut|Mervyn Brown}}, [http://madarevues.recherches.gov.mg/IMG/pdf/omaly5-6_9_.pdf p. 133-135]</ref>
Regel 103:
Als leider van de progressieve factie wilde premier Andriamihaja de verbroken relaties met Europa hernieuwen. De broers Rainimaharo en [[Rainiharo]] waren de leiders van de conservatieve factie en zagen in Andriamihaja hun voornaamste vijand. Beide waren bewakers van ''Rakelimalaza'', Ranavalona's favoriete ''sampy'', en drongen bij de koningin aan om op de ''sampy's'' te vertrouwen in plaats van op de vernieuwingen die de progressieve factie wilde doorvoeren. Bovendien wilden Rainimaharo en Rainiharo haar overtuigen dat Andriamihaja als leider van deze factie een gevaar was voor het koninkrijk en derhalve gedood moest worden. Mogelijk hadden de broers naast een politiek motief ook een motief van meer persoonlijke aard; volgens Raombana behoorden ze namelijk ook tot Ranavalona's talrijke minnaars.<ref>{{aut|Mervyn Brown}}, [http://madarevues.recherches.gov.mg/IMG/pdf/omaly5-6_9_.pdf p. 132]</ref> Uiteindelijk wisten Rainimaharo en Rainiharo de koningin over te halen toen zij in een beschonken toestand verkeerde. Ranavalona tekende het doodvonnis van haar minnaar en Andriamihaja werd in september 1830 op beschuldiging van hekserij en verraad in zijn eigen huis gedood.<ref>{{aut|Ebenezer Prout}}, [http://books.google.nl/books?id=fK8vAQAAMAAJ&dq=Andriamihaja&hl=nl&pg=PA14#v=onepage&q=Andriamihaja&f=false p. 14]</ref>
 
Na de dood van Andriamihaja nam de macht van de conservatieve factie geleidelijk toe. Rainiharo (ook bekend onder de naam Ravoninahitriniarivo) werd als opvolger van Andriamihaja gekozen en diende als premier van 1830 tot zijn dood in 1852. Hij werd in 1832 bovendien aangesteld als opperbevelhebber van het leger. In 1833 trouwde hij met Ranavalona en werd veldmaarschalk van [[Ilafy]]. Rainiharo stierf op [[10 februari]] [[1852]] en werd begraven in een door Jean Laborde ontworpen graftombe, gelegen in de Rova van Antananarivo. Na Rainiharo's dood volgde zijn liberale zoon [[Rainivoninahitriniony]] (ook bekend onder de naam Raharo) hem op als premier. Ranavalona hertrouwde met de veldmaarschalk Rainijohary (ook bekend onder de naam Andrianisa), een invloedrijk lid van de conservatieve factie en bewaker van de ''sampy Rafantaka''. Dit huwelijk hield stand tot Ranavalona's dood. Op 9 april 1862 werd hij verbannen naar [[Ambohimanga]] voor zijn aandeel in een complot tegen koning Radama II.<ref name=mecconu/><ref>{{en}} Rules.org: [http://rulers.org/rulm1.html#madagascar Madagascar prime ministers]</ref><ref name=mecconu/>
 
=== Religieuze tradities ===
Regel 187:
 
[[Bestand:Factories_Laborde.png|thumb|250px|De ingenieur [[Jean Laborde (industrieel)|Jean Laborde]] liet vijf fabrieken bouwen in [[Mantasoa]].<ref name="catholique" />]]
Nadat Ranavalona in 1832 Jean Laborde had aangesteld als haar ingenieur, gaf ze hem opdracht om de infrastructuur op het eiland te verbeteren en om fabrieken te bouwen die voornamelijk wapens zouden produceren, maar ook andere producten die voorheen vanuit Europa werden geïmporteerd. In [[Mantasoa]], een plaats die ongeveer dertig kilometer ten oosten van de hoofdstad lag, liet Laborde vijf fabrieken bouwen. De omgeving hier was bosrijk, de grond bevatte veel [[ijzererts]] en er waren veel [[waterval]]len die Laborde kon gebruiken als energiebronnen. Binnen een jaar produceerden de eerste fabrieken voornamelijk [[musket]]ten, [[Kanon (geschut)|kanonnen]] en [[buskruit]], maar ook [[Cement (bouwmateriaal)|cement]], gereedschappen, [[Watermolen (door water aangedreven molen)|watermolens]], [[Glasblazen|geblazen glas]], kandelaars, [[weefgetouw]]en, [[Zijde (textiel)|zijde]] en [[katoen]].<ref>{{en}} U.S. Library of Congress: [http://countrystudies.us/madagascar/2.htm Precolonial Era, Prior to 1894]</ref> Er werden ''fanompoana''-arbeiders en slaven naar deze fabrieken gestuurd en in de productiefste jaren werkten er gemiddeld 5.000 werkkrachten.<ref>{{en}} {{aut|Kevin Shillington}}, [http://books.google.nl/books?id=WixiTjxYdkYC&lpg=PT2239&dq=fanompoana&hl=nl&pg=PT2239#v=onepage&q=fanompoana&f=false ''Encyclopedia of African History''] (Routledge, 2013)</ref> VlakbijVlak bij de fabriek liet Laborde een luxueus buitenverblijf bouwen waar hij koningin Ranavalona en haar hofhouding kon ontvangen. Tijdens hun verblijf werden Laborde's gasten vermaakt met [[stierengevecht]]en en ''[[hiragasy]]''.
 
De Fransman Napoléon Delastelle had zich permanent in Madagaskar gevestigd nadat hij een handelsovereenkomst met Radama I had gesloten. Toen Ranavalona de troon besteeg moest Delastelle haar overtuigen dat hij geen banden had met de Franse regering en kreeg zo zijn contract vernieuwd. In dit contract was onder andere opgenomen dat Delastelle het monopolie had op de productie en verkoop van rum. Dit was erg gunstig voor hem, daar rum een geliefd product aan het koninklijk hof was, in het bijzonder bij Ranavalona. Ze werd in 1845 door een verslaggever van het Britse nieuwsblad ''[[The Times]]'' beschreven als een "wijze vrouw", maar desondanks "constant dronken".<ref>{{aut|Gwyn Campbell}}, [http://books.google.nl/books?id=7pDNL4apVpgC&lpg=PP1&hl=nl&pg=PA774#v=onepage&q&f=false p. 776]</ref> Behalve grote hoeveelheden rum, ongeveer 1.200 tonnen per jaar, produceerde Delastelle ook suiker en andere luxeartikelen voor de ''andriana''. In het district [[Midongy (district)|Midongy]] in het zuiden van het eiland plantte hij een groot aantal exotische gewassen zoals [[kokospalm]]en, [[koffieplant]]en, [[kaneelboom|kaneelbomen]], [[vanille-orchidee]]ën en een groot aantal [[Boomgaard|fruitbomen]].<ref>{{aut|Gwyn Campbell}}, [http://books.google.nl/books?id=7pDNL4apVpgC&lpg=PP1&hl=nl&pg=PA70#v=onepage&q&f=false p. 70]</ref>
Regel 232:
=== Verbod op het christendom ===
[[Bestand:Malagasy bible.png|thumb|Een door [[David Griffiths (missionaris)|David Griffiths]] en [[David Jones (missionaris)|David Jones]] gedrukte Bijbel. Na de ''kabary'' van Ravalona in 1835 werd een groot aantal van deze bijbels vernietigd.]]
Ranavalona zag naar eigen zeggen de "vervanging van het respect voor haar voorouders [...] door het respect voor de voorouder van de ''[[Europeanen in Madagaskar|Vazaha]]'' (de blanken), [[Jezus (traditioneel-christelijk)|Jezus Christus]]", in eerste instantie als een intelligente politieke daad van haar overleden echtgenoot en erkende de voordelen die de komst van de missionarissen het koninkrijk hadden opgeleverd.<ref name=bloch19>{{aut|Maurice Bloch}}, [http://books.google.nl/books?id=sx4CKG1XiwwC&lpg=PP1&hl=nl&pg=PA19#v=onepage&q&f=false p. 19]</ref> Maar conservatieve ministers zagen een verband tussen de komst van de missionarissen en de groeiende onrusten in Madagaskar. [[Maurice Bloch]] verklaart in zijn boek ''From Blessing to Violence'' dat het semi-[[Autonomie|autonome]] karakter van de christelijke kerkorganisatie eraan bijdroeg dat de oppositie steeds meer kritiek kreeg op de uitbuiting door de staat.<ref name=bloch19/> De conservatieve factie voerde steeds meer druk uit op Ranavalona om het christendom compleet te verbieden. Er rustte volgens de leden van deze factie een zware verantwoordelijkheid op de koningin; zij was immers de ''Andriamanitra hita maso'', de zichtbare god. Als aardse vertegenwoordiger van het onzichtbare godenhuis had ze de taak om het volk de 'waarheid' bij te brengen.<ref name=sampy/> De conservatieve factieleden legden haar bovendien uit welke politieke en culturele consequenties godsdienstvrijheid uiteindelijk op de Malagassiërs zou hebben; het zou hun respect voor Ranavalona's macht ondermijnen, wat een verraad zou betekenen aan Ranavalona's voorouders. Derhalve zou de ''Hasina'', oftewel de zegen van de ''razana'', niet langer op Madagaskar rusten, met alle rampzalige gevolgen van dien.<ref name=ralibera/>
 
Ranavalona gaf steeds meer toe aan de druk van de conservatieve factie. De eerste beperkingen die het christendom in het Koninkrijk Madagaskar werden opgelegd, vonden plaats in de maanden oktober en november van het jaar 1831. Het was militairen en leden van de overheid voortaan verboden om christelijke huwelijken aan te gaan, zich te laten dopen en kerkdiensten bij te wonen. In december kwam er een verbod op kerkbezoek voor alle Malagassiërs. Bovendien moesten zij alle boeken die de woorden 'Jezus' of '[[JHWH|Jehovah]]' bevatten vernietigen, waaronder de Bijbelvertaling van Jones en Griffiths.<ref group=noot>Later werd de naam '[[JHWH|Jehovah]]' vermeden door missionarissen die tot de [[Sakalava (volk)|Sakalava]] predikten, omdat de uitspraak hen deed denken aan ''[[Hova (Madagaskar)|hova]]'', een term die ze direct in verband brachten met de [[Merina (volk)|Merina]], hun vijanden.</ref><ref name=sampy/> Enkele christelijke proselieten die het ''tangena''-oordeel moesten ondergaan, werden veroordeeld als ''mpamosavy'' (tovenaar of heks) en werden verbannen.<ref name=ralibera/>
Regel 296:
Ranavalona had haar zoon aangewezen als haar opvolger, maar de conservatieve factie vreesde de progressieve idealen van prins Rakoto. Ranavalona's echtgenoot Rainijohary en andere leden van deze factie probeerden de koningin te overtuigen dat haar neef Ramboasalama een veel geschiktere kandidaat was; hij had het conservatieve beleid namelijk altijd ondersteund. Aan de andere kant verdedigden premier Rainivoninahitriniony en zijn broer Rainilaiarivony Rakoto's aanspraak op de troon. Zij slaagden erin om de koningin te overtuigen, vooral nadat Rainilaiarivony benadrukte dat Rakoto de steun van het leger hard nodig zou hebben.
 
Raombana meldt in zijn verslagen dat Ranavalona's dood werd aangekondigd door de ''afoangatra'', branden die spontaan ontstonden en waarvan gedacht werd dat ze hun oorsprong hadden bij ''Zanahary'', de 'Hoge God'. Ranavalona zond boodschappers naar de voornaamste dorpen in de omgeving van Antananarivo om navraag te doen bij de ''olom-baventy'' (dorpsoudsten). Zij vertelden de koningin dat de laatste ''afoangatra'' voorbodes waren geweest van het overlijden van koning Andrianampoinimerina. De huidige branden waren dus waarschijnlijk een waarschuwing aan Ranavalona's adres. Het leek erop dat de ''olom-baventy'' gelijk kregen, want kort hierop werd Ranavalona inderdaad ziek en wist ze dat ze het niet zou overleven.<ref> {{aut|Zoë Crossland}}, [http://books.google.nl/books?id=e0xkAgAAQBAJ&lpg=PA42&dq=Zanahary%20ranavalona&hl=nl&pg=PA42#v=onepage&q=Zanahary%20ranavalona&f=false p. 42]</ref> Na het horen van dit nieuws liet Prins Rakoto driehonderd soldaten rond de Rova van Antananarivo legeren om iedereen te ontmoedigen die een aanspraak op de troon wilde doen. Bovendien liet hij Ramboasalama naar de ''rova'' halen en liet hem een openbare eed af leggen dat hij trouw zou blijven aan Rakoto.
 
Op [[16 augustus]] [[1861]] stierf koningin Ranavalona in haar slaap in het ''Manjakamiadana''-paleis. Volgens de Malagassische overlevering trad ze toe tot het rijk van de ''razana'' en om haar gunstig te stemmen werden 12.000 [[zeboe]]s geslacht, waarna het vlees werd bereid en aan de bevolking uitgedeeld. Het lichaam van de koningin werd in een zilveren doodskist geplaatst in een graftombe in de koninklijke ''rova'' van [[Ambohimanga]]. Tijdens de begrafenis kwam een vonk terecht in een vat buskruit, waardoor een explosie volgde en er brand uitbrak. Een aantal omstanders werden gedood en drie oude residenties rond het graf werden vernietigd.<ref>{{fr}} {{aut|Pela Ravalitera}} in L'Express de Madagascar: [http://www.webcitation.org/6C5lIDymD ''Nampoina, des cases de ses ancêtres aux Rova''] (19 juli 2012)</ref>