Wieringer boerderij: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k red. |
|||
Regel 2:
[[Bestand:SHBO0342 wieringer boerderij.jpg|miniatuur|Wieringer type boerderij]]
[[Bestand:Zomerstal in boerderij van de wed. Hellingman - Den Oever - 20464939 - RCE.jpg|miniatuur|Zomerstal]]
De '''Wieringer boerderij''' is een boerderijtype dat aan het begin van de 17e eeuw op [[Wieringen]] ontstond.
==Kenmerken== De boerderij was afgestemd op een gemengd boerenbedrijf met schapenteelt. Deze boerderijvorm, onderdeel van de [[Noordelijke huisgroep]], bood naast woonruimte ook een hooi- en wagenberging, een stal voor enkele koeien, een schapenstal en een [[Dars|darsruimte]] (dors of darsk). Als dakbedekking werd aanvankelijk zeegras en later riet gebruikt. Bij de bouw hield men rekening met de weersgesteldheid: de lange woongevel lag op het zuidwesten en de hoge muurdelen waren vaak van het westen afgewend, waardoor de wind er minder vat op had. Oudere boerderijen richtten zich niet op de weg maar lagen in het land, vaak zo geplaatst dat de stal afliep zodat de mest gemakkelijker kon worden afgevoerd. De hoeven stond vaak betrekkelijk verspreid en soms in een groepje zoals in [[Smerp]] of [[Stroe (Noord-Holland)|Noordstroe]].
Anders dan in de [[Stolpboerderij|stolp]], waar de woon- en bedrijfsgedeelten alle onder het piramidevormige dak liggen, liggen in de Wieringer boerderij het woongedeelte en soms ook de stallen als haaks uitspringend deel op de voorraadschuur. Andere opvallende kenmerken zijn de hoge houten [[Potdeksel (betimmering)|gepotdekselde]] en geteerde achtergevel van de schuur (het skuurskot) en een aan de buitenzijde opgemetselde schoorsteen bij de dors. De vuurplaats van deze schoorsteen werd van binnenuit gebruikt en diende voor het opwarmen van veevoeder en waswater. In het zogenaamde ''uutlid'' werd vaak jong vee gestald.
De Wieringer boerderij komt op het gehele eiland voor. Na 1880 veranderde het boerenbedrijf en verdween == Gemengd bedrijf ==
Dat het Wieringer type
== Zomerstal ==
In vroeger tijden werd in de lente, als het vee naar de weiden was gebracht, het achterhuis grondig geboend en geschrobd en werden de muren gewit. Er werd een plankier over de grup gelegd en de vloer werd bestrooid met gezeefd zand en gewassen schelpen. De koestal werd opgesierd met aardewerk. Het boerengezin maakte gedurende de zomer gebruik van deze ruimte, die lekker koel was en trok zich in het najaar weer terug in de voorhuis. Dit gebruik, dat onder meer voor kwam in West-Friesland en op Wieringen,
Een goed voorbeeld van een typische Wieringer boerderij is het [[Lijst_van_rijksmonumenten_in_Hollands_Kroon#Stroe|rijksmonument]] waarin het [[Wieringer Eilandmuseum Jan Lont]] is gevestigd.
|