Standerdmolen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
k typo - bondiger
Regel 12:
|[[Bestand:Buysesmolen met zeil Sint-Antelinks.JPG|thumb|[[Buysesmolen]] te [[Herzele (België)|Herzele]]]]
|}
De '''standerdmolen''' of '''standaardmolen''', in West- en Oost-Vlaanderen '''staakmolen''' genoemd en in Limburg '''kas(t)molen''' is het oudste houten type [[windmolen]] in de [[Lage Landen (staatkunde)|Lage Landen]]. De naam is ontleend aan de standerd of staak, een rechtop staande ongeveer 60–80 cm dikke stam met een zogeheten stormpen. De molenkast rust voor het grootste gedelte van het gewichtgrotendeels op de bovenkant van de standerd. Voor het afschuiven is er op de standerd een stormpen aangebracht. Een tweede steunpunt voor de kast om de standerd is de zetel halverwege de standerd. Het midden van de kast zit niet op de standerd, maar meer naar achteren ter compensatie van het gewicht van het wiekenkruis. Hierdoor is de molen afhankelijk van de hoeveelheid in de kast opgeslagen maalgoed min of meer in evenwicht. Uit de standerdmolen is de [[wipmolen]] ontstaan. Aan de vorm van het dak, de hoogte van de voet, de vorm van de trap, de lengte/breedte verhouding van de kast en het afdak boven het [[luiwerk]] kan men zien in welke streek de molen staat.
 
De oudst bekende en onbetwistbare windmolenvermeldingen dateren van ca. [[1180]]. Waarschijnlijk waren dit standerdmolens. In [[Opzullik]] in België zou echter al een openstanderdmolen in 1040 gestaan hebben.<ref>Visser, H.A. 1946, Zwaaiende wieken. Over de geschiedenis en het bedrijf van de windmolens in Nederland.</ref> De oudste nog aanwezige standerdmolens in Nederland zijn [[Windlust (Nistelrode)|Windlust]] in [[Nistelrode]] uit [[1532]], [[Den Evert]] in [[Someren (plaats)|Someren]] uit [[1543]], de Kallenbroeker Molen of [[Den Olden Florus]] in [[Terschuur]] (voor [[1584]]) en de [[Doesburgermolen]] in Ede (na [[1620]]).