Spijkerschrift: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kattenkruid (overleg | bijdragen)
k Wijzigingen door 91.183.61.58 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door MoiraMoira
Regel 13:
Op den duur ontstond de behoefte aan een flexibeler systeem. Om ook tussentijdse controles van de tokens in de bullen mogelijk te maken, tekende men op de buitenzijde de tokens de hoeveelheid ervan, waarmee een [[Metrologie|metrologisch systeem]] ontstond. Dit is teruggevonden in [[Uruk]] en andere plaatsen waar de [[Urukperiode]] invloed had. Op welk product dit betrekking had, zal duidelijk geweest zijn voor de betrokkenen, maar is nu niet af te leiden. Dit veranderde in Uruk en [[Susiana]] door de toevoeging van tekens die aangaven welk product het betrof. Deze innovatie kan als de geboorte van het [[protoschrift]] beschouwd worden, want deze tekeningen zijn leesbare symbolen voor begrippen. De noodzaak om tokens in bullen te stoppen verdween daarmee langzaam. Een gewoon tablet met daarop de tekens en het aantal ervan met een zegeling van de betrokken partijen volstond. Hoewel het schrift van Uruk en dat van Susiana oorspronkelijk gebaseerd waren op hetzelfde principe, ontwikkelden zich al snel twee verschillende systemen, het proto-spijkerschrift van Uruk IVa en III en het [[proto-Elamitisch]]. Het proto-Elamitisch is nog niet ontcijferd, maar het systeem van Uruk is beter bekend, omdat het elementen bevat die terug zijn te zien in het latere spijkerschrift.
 
== Evolutie van het spijkerschrift ==simeon
[[Bestand:SAG.svg|thumb|400px|Evolutie van het spijkerschiftteken SAG (=hoofd), 3000 – 1000 v.Chr.]]
Het spijkerschrift heeft een hele ontwikkeling doorgemaakt. Aan het eind van het [[4e millennium v.Chr.]] schreef men nog niet door met een [[stylus]] (schrijfstok met scherpe hoek) in klei te duwen. De verschillende tekens werden eerder in klei gekrast; ze zien eruit als tekeningen (fases 1 en 2 op illustratie hieronder). Vanaf het begin van het [[3e millennium v.Chr.]] ging men voor een groot deel van de op dat ogenblik gebruikte schrifttekens een spijkerschriftvariant uitwerken. Eerst draaide men de tekening 90° (fase 3) en dan bootste men de originele schrifttekening na door met een stylus een aantal keren in de klei te duwen. Deze inkepingen in de klei van de stylus zien eruit als spijkers, vandaar de Nederlandse naam: spijkerschrift.