Fabel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k WPCleaner v1.36 - Link naar doorverwijspagina aangepast. Help mee! - Animal Farm
Edoderoobot (overleg | bijdragen)
k http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/238/en_een_van_de/, replaced: één van de → een van de met AWB
Regel 1:
[[Bestand:The Tortoise and the Hare - Project Gutenberg etext 19993.jpg|thumb|[[De haas en de schildpad]]]]
Een '''fabel''', in het [[Grieks]] ''ainos'' (prijzenswaardig [[exempel]]), in het [[Latijn]] ''fabula'' (afgeleid van ''fari'' = ''spreken''; vergelijk ''[[mythe]]'', ''[[Sage (volksverhaal)|sage]]'' en ''[[sprookje]]'') is een korte, verzonnen vertelling die een zedenles aanschouwelijk voorstelt.
 
Er bestaan verschillende subgenres, maar het bekendste is het ''[[dierdicht]]'', waarin menselijke eigenschappen ([[antropomorfisme]]) op dieren overgezet worden, en waarin dieren (soms ook planten of dingen) als handelende en sprekende personen optreden. Het gaat dan meestal om één menselijke eigenschap, waardoor het typische ''[[flat character]]s'' betreft. Daarnaast bestaan er ook ''etiologische fabels'', die de oorzaak (Grieks αἰτία) of achtergrond geven over een bepaald fenomeen. Ook zijn er fabels die een sterk ''anekdotisch'' karakter bezitten.
 
De zedenles of [[moraal]] kan zich bevinden aan het begin van het verhaal, en dan spreekt men van een ''promythion'', maar hij kan evengoed door ééneen van de verhaalfiguren worden uitgesproken, of, als ''epimythion'', door de vertelfiguur aan het einde worden toegevoegd. In dit laatste geval wordt de clou dus niet direct prijsgegeven. Het corpus van het verhaal bestaat uit de ''actio'' (actie), ''reactio'' (reactie) en de ''eventus'' (resultaat).
 
== Geschiedenis ==
Regel 12:
<br />De bekendste fabeldichter uit het oude Griekenland was de legendarische, volgens de overlevering gebochelde ex-slaaf [[Aisopos]] (later gelatiniseerd tot Aesopus). Hij wordt beschouwd als de vader van de Europese fabelliteratuur, en aan hem werden vrijwel alle fabels uit de oudheid toegeschreven. Zijn aandeel in de ontwikkeling van het genre is evenwel niet met zekerheid vast te stellen, want het is zeer de vraag of hij wel echt bestaan heeft.<br />Verder hebben [[Demetrius van Phalerum]] en de Syriër [[Babrios|Babrius]] (2e eeuw na Chr.) een rol gespeeld in de ontwikkeling van de fabel. De oudst bewaard gebleven verzameling van Griekse fabels staat op naam van deze Babrius. [[Aphthonius van Antiochië]] (ca. 400 na Chr.) nam een veertigtal prozafabels op in zijn ''Retorische Vooroefeningen''.
 
De Latijnse fabelliteratuur is vrijwel geheel aan de Griekse schatplichtig. De oudste Latijnse fabel vindt men bij [[Ennius]] (''de boer en de leeuwerik''). [[Horatius]] last soms fabels in zijn werken in: onder meer ''de stadsmuis en de veldmuis'' (Satiren II, 6, 80-117) en ''de vos en de wezel'' (Brieven I, 7, 29-33). In de 1e eeuw na Chr. bewerkte [[Phaedrus (schrijver)|Phaedrus]] een aantal aesopische fabels in Latijnse [[Griekse jambe|jambische senaren]]. Deze werden later (5e eeuw?) in proza geparafraseerd onder de titel ''Romulus'' (de zogenaamde ''Latijnse Aesopus''). Rond 400 na Chr. presenteerde [[Avianus]] een bewerking in Latijnse [[distichon|disticha]] van 42 fabels van Babrius.
 
Na de Oudheid is de fabeltraditie nog voortgezet. Hoofdzakelijk via Avianus en de zogenaamde Romulus, die als schoolboeken zeer populair waren, bleven de antieke fabels in de Middeleeuwen bekend. Reeds vroeg werden ze ook in de volkstalen overgezet, waarvan de ''[[Esopet]]'', een Middelnederlandse bewerking van de aesopische fabels, een mooi voorbeeld is.