Antieke filosofie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Versie 46372823 van Belleepoche (overleg) ongedaan gemaakt.
Regel 52:
 
===[[Sofistiek|De Sofisten]]===
Van [[Protagoras (filosoof)|Protagoras]] (± 490 - 420 v.Chr.), de beroemdste sofist<ref>Ons woord ''sofist'' in zijn negatieve betekenis van ''iemand die scherpzinnige drogredenen of schijngronden aanvoert'' (Van Dale) gaat terug op de negatieve schildering die Plato van de Sofisten gaf, als retorici die ieder standpunt verdedigden naargelang ze ervoor betaald werden. Zie ook de naam die Aristoteles gaf aan zijn werk over drogredenen: ''Sofistische weerleggingen''. De sofistiek wordt normaliter niet als een ''filosofische'' stroming in de eigenlijke zin van het woord beschouwd, maar als een overgangsfase naar de opleving van de filosofie in Athene. Vergelijk de opmerking van R.J. Hankinson n.a.v. Gorgias' ''Helena'' (op blz. 513 van de ''Cambridge History of Hellenistic Philosophy''): ''It is not serious philosophy, but it raises serious philosophical points''. Het streven sofistische redeneringen te weerleggen is zowel voor Plato als voor Aristoteles een belangrijke inspiratiebron geweest.</ref>, is de relativistische uitspraak: ''De mens is maat van alle dingen. Van de dingen die zijn wat ze zijn en van de dingen die niet zijn wat ze niet zijn.''. Deze nogal duistere en voor vele verklaringen vatbare uitspraak is waarschijnlijk gericht tegen de pretentie van de natuurfilosofen op een boven-persoonlijke waarheid en/of benadrukt de subjectiviteit van oordelen. Het optreden van de sofisten maakte bij het (jonge) Atheense publiek ook in algemene zin anti-traditionele gevoelens los. De sofisten benadrukten in hun onderwijs het maatschappelijk optreden, met name het spreken in het openbaar. Ze waren de eerste die zich lieten betalen voor hun onderwijs vooral dit wekte de nijd van Aristoteles, temeer enige zodoende rijk werden. Zodoende is iemand als [[Gorgias]] (± 480 - 399 v.Chr.) eerder als redenaar dan als sofist de geschiedenis in kunnen gaan.
De sofistische leer is in het Romeins tijdperk overgegaan tot de leer van de retoriek : de redekunst, de kunst van het overtuigen.
 
==De bloeitijd van de antieke filosofie==