Cees Fasseur: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
link van dp naar juiste pagina, replaced: JavaJava met AWB
→‎Publicaties: ontbrekende spaties toegevoegd, typo, enkele details toegevoegd
Regel 37:
 
== Publicaties ==
Als ambtenaar op het [[Ministerie van Justitie]] voerde hij in de jaren zestig van de twintigste eeuw een archiefonderzoek uit naar aanleiding van de commotie die ontstond na krantenpublicaties over Nederlandse wandaden begaan tijdens de [[Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog|politionele acties]] in Indië. Het rapport ging de geschiedenis in als de [[Excessennota]]. Omdat hij in tegendstelling tot minister-president [[Piet de Jong]] vond dat verder onderzoek nodig was, schreef hij aan de vooravond van het debat over de Nota onder de schuilnaam B.B. van Dongen een kritische brief aan [[Vrij Nederland]].<ref name=NRC20160314">Funnekotter, B. (2016) ''Verteller, geen zedemmeesterzedenmeester''. [[NRC Handelsblad]], 14 maart, p. 6</ref><ref name="VN20160314">Ede Botje, H. (2016) ''Cees Fasseur pleitte al in 1969 anoniem voor nader onderzoek naar excessen in Indië''. Vrij Nederland, 14 maart 2016</ref> Fasseur heeft verscheidene publicaties over de [[Nederlands-Indië|Nederlands-Indische]] geschiedenis op zijn naam staan.
Fasseur heeft verscheidene publicaties over de [[Nederlands-Indië|Nederlands-Indische]] geschiedenis op zijn naam staan.
 
Hij werd bij het grote publiek vooral bekend geworden door zijn tweedelige [[biografie]] over koningin [[Wilhelmina der Nederlanden]]. Hierin gaf Fasseur onder meer een kritische visie op de beschuldigingen van historica [[Nanda van der Zee]], die Wilhelmina lafheid en ongrondwettelijk gedrag had verweten.
 
In augustus 2005 werd bekend dat Fasseur een [[monografie]] zou schrijven over de [[Greet Hofmans]]-affaire. Hij kreeg hiervoor als enige toegang tot het [[Koninklijk Huisarchief (Nederland)|Koninklijk Huisarchief]], het privé-archief van het koningshuis. Het boek verscheen op 11 november 2008 onder de titel ''Juliana & Bernhard. Het verhaal van een huwelijk. De jaren 1936-1956'', met als bijlage het rapport van de [[commissie-Beel]].
 
Dat Fasseur ermee heeft ingestemd dat hij als enige toegang kreeg tot relevant bronnenmateriaal, wordt hem door sommige collega-historici kwalijk genomen. Omdat andere historici geen toegang krijgen tot alle bronnen, is naar het oordeel van sommigen een wetenschappelijke toets (nog) niet goed mogelijk.<ref>''[[NRC Handelsblad]]'', 12 november 2008.</ref>
Over de kwestie werden in de Tweede Kamer vragen gesteld door onder anderen [[Ella Kalsbeek]]. Premier [[Jan Peter Balkenende]] antwoordde hierop dat het aan de eigenaar, koningin Beatrix, is om te beslissen wie zij toegang geeft, daar het om een particulier archief gaat.<ref>[http://static.nos.nl/nosjournaal/artikelen/2008/11/11/111108_nieuwskop.html Rapport over Oranje-affaire valt tegen], ''[[NOS Journaal]]'', 11 november 2008</ref>
[[De Groene Amsterdammer|''Groene'']]-redacteur Aart Brouwer stelde daarentegen dat het archief "voor een deel politiek relevant" is. Volgens hem is Beatrix' keuze om juist Fasseur toegang tot haar archief te geven het "stevige pro-Oranjestandpunt" dat Fasseur in zijn biografie van Wilhelmina innam en de wens om tegenwicht te bieden aan het uiterst kritische ''Prins Bernhard, een politieke biografie'' van [[Wim Klinkenberg]] uit 1979.<ref>Oranjeklant. ''[[De Groene Amsterdammer]]'', 14 november 2008, p. 30-31.</ref> Overigens werd Fasseur na verschijning van het boek ook verweten dat hij te veel partij koos voor prins [[Bernhard van Lippe-Biesterfeld]]. Fasseur stelde daartegenover dat Bernhards optreden tijdens de Hofmans-crisis ertoe geleid heeft dat het koninklijk gezin intact bleef.<ref>"Ze moesten verder. Historicus Cees Fasseur over de paleisoorlog van Bernhard en Juliana", ''[[NRC Handelsblad]]'', Zaterdag &cetera, 16 november 2008</ref>