François-Joseph Taintenier: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
 
==Afkomst en familie==
Hij was de zesde van negen kinderen. Zijn ouders, Jean-Baptiste-Joseph Taintenier (°1668) en Marie-Jacqueline Stocquart, dreven een stoffenhandel in [[Ath]].<ref>http://gen.declercq.free.fr/Histoire%20Locale/6%20Autour%20de%20Jean_Baptiste%20Taintenier%20%20dernier%20seigneur%20de%20Grand%20Acren.htm</ref> François-Joseph was textielfabrikantadvocaat bij de [[Raad van Henegouwen]] en werd diverse keren schepen in zijn geboortestad (1752, 1753, 1755-1761 en 1772-1775), naast advocaat bij de [[Raad van Henegouwen]].
 
==Traktaten over armoede en bedelarij==
Regel 9:
Inspiratie putte Taintenier uit het systeem van de ''Aumône générale'' dat was ingevoerd in het Zwitserse [[Yverdon]] (1760) en beschreven in diverse artikelen van de Zwitserse ''Encyclopédie œconomique'' (1770).<ref>''Encyclopédie œconomique, ou Système général d'économie rustique, domestique et politique'', 16 delen, 1770-71</ref> Zijn ideeën werd opgepikt door [[François-Xavier de Feller]], lid van de recent ontbonden [[jezuïet]]enorde. Ze kregen een positieve bespreking in Fellers Luxemburgse blad ''[[Journal politique et littéraire]]''. Taintenier zette zijn visie ook zelf uiteen in geschrift, maar kreeg het &ndash; ondanks de dedicatie aan landvoogd [[Karel van Lotharingen]] &ndash; niet gepubliceerd. Zijn ''Traité de la Mendicité'' verscheen dan maar anoniem en in onregelmatige omstandigheden. In 1775 volgde hij het op met een ''Supplément''.
 
Zijn [[traktaat|traktaten]] bleven niet zonder impact op het beleid. Vanaf 1772 was Taintenier in Ath gaan experimenteren, wat geresulteerd had in de oprichting van een ''Aumônerie générale''. De publicatie van zijn ''Traité'' had grote invloed op de [[Gent]]se burgemeester [[Jean Jacques Philippe Vilain XIIII|Vilain XIIII]], die in het licht ervan zijn eigen werk herschreef (1775). Kort voordien was Taintenier uitgenodigd in [[Kortrijk]] en had hij er met priester [[Jozef van Dale]] en schepen D. Vercruysse de basis gelegd voor een stedelijk onderstandsbureau (1774).<ref>''Stigting van eene Arm-Kamer binnen Cortryck, voor stad en schependom, goed-gekeurd den IX. december 1774'', Kortrijk, s.d.</ref> Vlak voor zijn dood kon hij ook in [[Brugge]] een gelijkaardige aanpak in gang zetten (creatie van de ''Jointe'', 1776). Andere steden waar zijn voorstellen concrete navolging kregen, waren [[Doornik]] (1777), Gent (1777), [[Antwerpen]] (''Nieuwe Bestiering van de Algemeynen Armen binnen de Stad Antwerpen'', 1779), [[Verviers]] (1782) en [[Lier]] (1787).<ref>{{aut|C. Lis}} en {{aut|H. Soly}}, [https://www.marxists.org/nederlands/lis_soly/1980/armoede/5.htm Armoede in de nieuwe tijden (tot omstreeks 1850)], in: ''De armoede in onze gewesten van de middeleeuwen tot nu'', Brussel, Algemeen Rijksarchief, 1991, blz. 174</ref>
 
==Geschriften==
Regel 27:
[[Categorie:Persoon in de Nederlanden in de 18e eeuw]]
[[Categorie:Armenzorg]]
[[Categorie:Zuid-Nederlands schrijvereconoom (voor 1830)]]
[[Categorie:Zuid-Nederlands ondernemerjurist (voor 1830)‎]]