Orde van de Zwarte Adelaar (Pruisen): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Robert Prummel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Robert Prummel (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 9:
 
De orde kende, zoals in die tijd gebruikelijk was, één rang: ridder, en beoogde een gemeenschap van dertig ridders te zijn.
De juwelen van de orde werden ook wel met diamanten versierd. Het in 1701 vastgestelde aantal van niet meer dat dertig ridders werd al in 1713 overschreden. In 1847 werden de statuten zo gewijzigd dat buitenlandse ridders in dit verband niet meer mee werden geteld.
De ridders droegen een kruis, ofwel aan een zware gouden keten met schakels die afwisselend een zwarte adelaar en een medaillon met de ordespreuk "Suum Cuique" voorstelden ofwel aan een lint over de linkerschouder, en een zilveren ster. Bij bijzondere gelegenheden droegen de ridders een hoed met pluimen en een rode, blauwgevoerde mantel.
De juwelen van de orde werden ook wel met diamanten versierd. Het in 1701 vastgestelde aantal van niet meer dat dertig ridders werd al in 1713 overschreden. In 1847 werden de statuten zo gewijzigd dat buitenlandse ridders in dit verband niet meer mee werden geteld.
 
De orde werd vooral aan vorsten en prinsen verleend. Ook ministers en generaals werden wel met deze orde onderscheiden. Het lidmaatschap van de orde van de Zwarte Adelaar verleende [[adel (klasse)|adel]]dom en de keten werd om het [[Wapen (heraldiek)|wapenschild]] van de ridders gehangen. De adeldom werd in 1848 erfelijk<ref>[[Jörg Nimmergut]], ''Deutsche Orden und Ehrenzeichen bis 1945''. Band 2: Limburg – Reuss. Blz.757.</ref>.
Regel 23 ⟶ 22:
 
==Versierselen en ordekleding==
De ridders droegen een blauw geëmailleerd achtpuntig kruis, ofwel aan een zware gouden keten met schakels die afwisselend een zwarte adelaar en een medaillon met de ordespreuk "Suum Cuique" voorstelden ofwel aan een lint over de linkerschouder, en een zilveren achtpuntige ster. Bij bijzondere gelegenheden droegen de ridders een hoed met pluimen en een rode, blauwgevoerde mantel.
De juwelen van de orde werden ook wel met diamanten versierd. Catharina de Grote ontving een kruis en een ster die beiden met parels waren versierd<ref>l. Schneider, ''Das Buch vom Schwarzen Adle-Orden''. Berlin 1870.</ref>.
Het lint van de orde was oranje ter ere van 's konings moeder, [[Louise Henriëtte van Nassau]], een dochter van [[Frederik Hendrik van Oranje]]. De wapenspreuk "Suum Cuique", in het Duits "Jedem das Seine" en in het Nederlands wel met "Iedere het zijne" vertaald, wordt wel als het motto van de, zeker voor die tijd, verdraagzame Pruisische staat gezien.