Paradigma (wetenschapsfilosofie): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 11:
De wetenschapsfilosoof [[Thomas Kuhn]] beschreef de voortschrijdende ontwikkeling van kennis in de vorm van paradigma's<ref>Thomas S Kuhn, ''The structure of scientific revolutions'' ( 1st. ed., Chicago: Univ. of Chicago Press, 1962)</ref>. Bij het toepassen van een [[wetenschappelijke methode]] komen steeds opnieuw waarnemingen naar boven die niet in de bestaande modellen of paradigma's passen ([[anomalie (filosofie)|anomalieën]]). Gedurende enige tijd is het mogelijk om via kleine aanpassingen van een model de nieuwe waarneming in te passen, maar soms gebeurt het dat deze opeengestapelde aanpassingen een model steeds meer onder spanning zetten: het model is niet langer mooi, maar kent vele uitzonderingen of bijzondere situaties. Op zulke momenten kan een nieuwe set theorieën ontstaan, een nieuw paradigma, dat op een andere manier alle tot dan toe bekende waarnemingen kan verklaren. Er zal zich rond de nieuwe theorie een groep wetenschappers vormen die de nieuwe theorie aanhangen, maar tegelijkertijd zal er onder andere wetenschappers een weerstand opkomen tegen deze verandering; deze laatste groep zal de oude theorie blijven verdedigen. Wanneer de nieuwe theorie succesvol blijkt, en steeds meer aanhang krijgt, spreekt men van een ''[[paradigmaverschuiving]]''.
 
Een dergelijke paradigmawisseling betekende voor Kuhn overigens niet dat er een ''beter'', ''vooruitgegaan'' paradigma voor het oude in de plaats was gekomen. Hij stelt dat alle paradigma's onderling gelijkwaardig zijn, aangezien het menselijk denkkader bij deze wisseling zo sterk verandert dat de wereld er ''onvergelijkbaar'' anders uitziet. Het gaat er dus om dat er niet zozeer ''minderwaardige'' paradigma's zijn, maar simpelweg ''verschillende'' paradigma's. Binnen ieder paradigma is wetenschappelijke vooruitgang overigens wel steeds mogelijk, doordat de natuurwetenschappen natuurwetenschappers er op enig moment in slagen vraagstukken op te lossen dankzij het dan geldende paradigma. <br />
Kuhn vindt verder dat [[Karl Popper]] ongelijk heeft wat betreft het belang van de [[falsifieerbaarheid|''falsificatie'']] voor de wetenschap. Kuhn zegt namelijk dat tijdens de periode van ''gelijk bewijzen'' van het op dat moment heersende paradigma er geen serieuze falsificatie geduld wordt, terwijl er tijdens een ''paradigmaverschuiving'' of ''wetenschappelijke revolutie'' geen redelijke discussie tussen de oude en nieuwe paradigma's mogelijk is.