George Boole: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Eissink (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 50:
Hij beschouwde logica niet als een tak van wiskunde, zoals dat door de titel van zijn eerdere pamflet zou kunnen lijken, maar hij wees op een zodanig vergaande [[Analogiebewijs|analogie]] tussen de symbolen van de [[algebra]] en de symbolen die volgens hem tot stand konden worden gebracht om logische vormen en [[syllogisme]] weer te geven, dat we nauwelijks tot een andere conclusie kunnen komen dan dat (speciaal zijn) [[formele logica]] wiskundig beperkt is tot de twee eenheden, 0 en 1. Als eenheid duidde Boole het [[universum]] van alle denkbare [[wiskundig object|objecten]] aan; [[letterlijke]] symbolen, zoals x, y, z, v, u, enz., werden gebruikt om de facultatieve betekenis aan gewone [[adjectief|adjectieven]] en substantieven te hechten. Dus als x = gehoornd en y = schaap, geven de daaropvolgende keuzebewerkingen weergegeven door x en y, als zij worden toegepast op de eenheid, het geheel weer van de gehoornde schapen. Boole liet zien dat dit soort facultatieve symbolen gehoorzamen aan dezelfde primaire [[Combinatie (wiskunde)|combinatie]]-wetten als [[algebraïsche symbolen]], waaruit volgde dat ze vrijwel op dezelfde manier als getallen opgeteld, afgetrokken, vermenigvuldigd en zelfs gedeeld konden worden. Dus (1 - x) zou de handeling weergeven van het selecteren van alle dingen ter wereld, behalve gehoornde dingen, en (1 - x) (1 - y) zou ons alle dingen opleveren die niet gehoornd en schaap waren. Door het gebruik van dergelijke symbolen zouden [[propositie]]s teruggebracht kunnen worden tot de vorm van [[vergelijking (wiskunde)|vergelijkingen]] en de syllogistische conclusie uit twee [[Premisse (logica)|premissen]] werd dan verkregen door het elimineren van de middelste term volgens de gewone algebraïsche regels.
 
Nog origineler en opmerkelijker was echter dat gedeelte van zijn systeem – volledig uiteengezet in zijn ''Laws of Thought'' – dat een algemene symbolische methode voor een logische [[gevolgtrekking]] vormde. Boole liet zien hoe, bij elke [[propositie]] met betrekking tot elk getal, door de zuiver symbolische behandeling van de premissen, elke conclusie getrokken kon worden die logisch in die premissen besloten lag. Het tweede gedeelte van de ''Laws of Thought'' bevattebevat een soortgelijke poging om een algemene methode te ontdekken bij waarschijnlijkheden, die ons in staat zou stellen om vanuit de gegeven waarschijnlijkheden van elk systeem van gebeurtenissen, de daaruit volgende waarschijnlijkheid te bepalen van elke andere gebeurtenis, die logisch verbonden is met de gegeven gebeurtenissen.
 
Boole sprak onder de woorden dat,
Regel 62:
In 1921 publiceerde de econoom [[John Maynard Keynes]] een boek dat sindsdien wordt beschouwd als een klassieker over de [[waarschijnlijkheid]]stheorie: "A Treatise of Probability." De opmerkingen van Keynes over Boole’s waarschijnlijkheidstheorie werden over het algemeen beschouwd als de definitieve uiteenzetting over het onderwerp. Keynes vond dat Boole een fundamentele vergissing had begaan, die zijn analyse veel schade had berokkend. In een onlangs verschenen boek, "The Last Challenge Problem," verschaft David Miller een algemene methode, die in overeenstemming is met het systeem van Boole en die de problemen probeert op te lossen, die eerder door Keynes en anderen waren onderkend.<ref name="Miller">[http://zeteticgleanings.com/boole.html http://zeteticgleanings.com/boole.html]</ref>
 
Booles werk (net als dat van zijn intellectuele volgelingen) was betrekkelijk onbekend, behalve bij logici. Ten tijde dat het verscheen leek het geen praktisch belang te hebben. Ongeveer zeventig jaar na het overlijden van Boole, woonde [[Claude Shannon]] echter een filosofiecollege bij op de [[Universiteit van Michigan]], dat hem liet kennismaken met het werk van Boole. Shannon zag dat het werk van Boole de grondslag kon vormen voor mechanismen en processen in de echte wereld en daarom uiterst relevant was. Shannon schreef op het [[Massachusetts Institute of Technology]] (MIT) vervolgens een [[dissertatie]], waarin hij liet zien hoe de Booleaanse algebra het ontwerp kon optimaliseren van elektromagnetische relaissystemen, die destijds werden gebruikt bij stuurschakelingen bij de telefonie. Hij toonde ookvervolgens aan dat dergelijke relaiscircuits kunnen worden gebruikt om alle problemen inop te lossen die de Booleaanse algebra kondenkan oplossen. Het gebruikmaken van de eigenschappen van elektrische schakelingen is het basisidee dat ten grondslag ligt aan alle huidige elektronische digitale computers. Volgens de Sovjetlogici en -wiskundigen S.A. [[Yanovskaya]], Gaaze-Rapoport, [[Dobrushin]], Lupanov, Medvedev en Uspensky, stelde [[Victor Shestakov]] van de Staatuniversiteit van Moskou (1907-1987) nog eerder dan [[Claude Shannon]], namelijk in 1935, een theorie op over elektrische schakelingen, gebaseerd op de Booleaanse logica, hoewel zij die datzelfde jaar (1938) pas verdedigden. De eerste publicatie van het resultaat van Shestakov vond echter pas plaats in 1941 (in het Russisch). VandaarIn datelk geval vormt de Booleaanse algebra de grondslag werd voor het feitelijke ontwerp van het [[digitale circuit]];, en zo verschafte Boole via Shannon en Shestakov, de basis voor het [[digitale tijdperk]].<ref>"That dissertation has since been hailed as one of the most significant master's theses of the 20th century. To all intents and purposes, its use of binary code and Boolean algebra paved the way for the digital circuitry that is crucial to the operation of modern computers and telecommunications equipment."{{cite web|url=http://www.guardian.co.uk/science/2001/mar/08/obituaries.news|publisher=[[The Guardian (krant)|The Guardian]] ([[United Kingdom]])|date=2001-03-08|title=Claude Shannon|author=Andrew Emerson}}</ref>
 
== Trivia ==